In het kort
- Slechts 4 op de 10 Europeanen hebben er vertrouwen in dat ze voorbereid zijn op klimaatrampen.
- Zuid-Europese landen zijn bijzonder slecht op de hoogte van rampenplannen, met slechts 2 procent in Malta en Griekenland die hiervan op de hoogte zijn.
- Vijf EU-landen hebben een meerderheid van de burgers die zich goed voorbereid voelen op rampen, maar Zuid-Europese landen zoals Portugal, Griekenland, Spanje en Italië blijven achter.
Een recente Eurobarometer-enquête werpt licht op de mate waarin Europese burgers voorbereid zijn op klimaatgerelateerde rampen. Terwijl verwoestende gebeurtenissen zoals de storm Boris, Spaanse overstromingen en de Duitse regenval in 2023 de urgentie van rampenparaatheid benadrukken, hebben minder dan vier op de tien Europeanen vertrouwen in hun paraatheid.
Dit verschil in perceptie is vooral uitgesproken in Zuid-Europese landen. Slechts 9 procent van de EU-burgers zegt op de hoogte te zijn van het rampenplan van hun stad, regio of land, dat procedures voor evacuatie, onderdak en hulp omvat. Dit percentage varieert aanzienlijk en bedraagt 20 procent in Zweden en 19 procent in Finland, tegenover slechts 2 procent in Malta en Griekenland.
Zorgwekkend gebrek aan kennis over noodplannen
Uit het onderzoek blijkt een zorgwekkend gebrek aan kennis over noodplannen. Hoewel termen als “noodsituatie” en “ramp” vaak door elkaar worden gebruikt, maakt de VN onderscheid tussen gebeurtenissen die beheersbaar zijn met de bestaande middelen en gebeurtenissen die de lokale hulpverleners overweldigen en waarvoor externe hulp nodig is. Dit onderscheid benadrukt de complexiteit van rampenparaatheid.
Professor David Alexander van het University College in Londen benadrukt de kritieke behoefte aan paraatheid, waarbij hij de overstromingen in Valencia in oktober vorig jaar aanhaalde als een duidelijke herinnering aan de gevolgen wanneer waarschuwingssystemen niet effectief zijn en de sociale respons inadequaat.
Behoefte aan informatie
Hoewel sommige landen een hoger niveau van bewustzijn laten zien, blijft het algemene vertrouwen laag. Slechts vijf EU-landen hebben een meerderheid van de burgers die zich goed voorbereid voelen op rampen, met Slovenië aan de leiding met 65 procent. Zuid-Europese landen zoals Portugal (27 procent), Griekenland (28 procent), Spanje (29 procent) en Italië (34 procent) blijven achter en worden geconfronteerd met verhoogde risico’s door bosbranden en hittegolven die nog verergerd worden door de klimaatverandering.
Het onderzoek legt ook een kloof bloot tussen de waargenomen paraatheid en de feitelijke kennis. In feite beweert minder dan de helft van de Europeanen (48 procent) te weten welke acties ze moeten ondernemen tijdens een ramp. Daarbij rapporteert Malta slechts 30 procent, terwijl Slovenië 84 procent aangeeft. Dit benadrukt daarom de dringende behoefte aan toegankelijke, betrouwbare informatie over rampenrisico’s en passende reacties.
De bevindingen van het onderzoek onderstrepen de dringende behoefte aan een betere voorbereiding op rampen in heel Europa. Nu extreme weersomstandigheden door het klimaat steeds vaker en ernstiger voorkomen, is het van cruciaal belang om burgers te voorzien van de nodige kennis en middelen. Beleidsmakers moeten de paraatheid van huishoudens prioriteit geven, naast nationale en regionale planningsinspanningen. Bewustmakingscampagnes en initiatieven om de gemeenschap te betrekken, kunnen een cruciale rol spelen bij het overbruggen van de kloof tussen perceptie en actie.