In Special Forces gaat de loodzware opleiding maandagavond verder. De negen overgebleven rekruten moeten zich daarbij eerst als team bewijzen in de Devil Run. Daarna is het tijd voor een durfsprong van 12 meter, iets wat vooral bij één rekruut voor heel veel stress zorgt.
Het tweede seizoen van Special Forces begon met elf nieuwe rekruten. Het ging om Davina Simons, Saïd Boumazoughe, Loïc Van Impe, Ine Beyen, Ismaïl Abdoul, Jan Bakelants, Gers Pardoel, Lynn Van den Broeck, Nora Gharib, Olivier Deschacht en Geert Meyfroidt. Van hen hebben Nora en Lynn ondertussen het programma verlaten.
Devil Run
De overige negen rekruten zijn ondertussen 30 uur bezig en hebben daarvan slechts één uur geslapen. De vermoeidheid begint hen dus parten te spelen, en juist staan ze voor de Devil Run. “Deze missie heeft zijn naam niet gestolen. It’s the hell“, vertelt Chef Blom.
In een hitte van 30 graden moeten ze achter een truck lopen die op loopsnelheid rijdt. Tijdens de tocht wordt er telkens van alles afgesmeten dat ze moeten meepakken. Het is dus niet alleen een fysieke uitdaging, maar een teamopdracht. De groep zal namelijk moeten samenwerken om alles mee te pakken.
Durfsprong
Daarna is het tijd voor een zogenaamde ‘durfsprong’. Het gaat om een sprong in water van een hoogte van 12 meter. Vooral ex-wielrenster Ine Beyen krijgt het emotioneel erg zwaar.
“Ik probeer altijd rationeel te zijn, maar ik verlies mezelf vaak in het emotionele. Ik heb jaren topsport gedaan. Als wielrenner train je vaak alleen, in de regen, in de koude en tegen je zin. Je weet dat dit de enige manier is om beter te worden. Ik ben geen opgever. Ik weet waar ik naartoe wil”, legt ze uit.