Steven Van Zandt heeft even vrij gekregen van Springsteen en heeft nu dus tijd voor een eigen tournee én een interview met ons

Bruce Springsteen heeft een nieuw album (‘Western Stars’) en daarop is Steven Van Zandt – zijn oude getrouwe en jeugdvriend en sinds jaar en dag lid van de befaamde E. Street Band – niet te horen. Het betreft namelijk één van die zeldzame platen van Bruce zonder zijn band. Dat geeft Steven Van Zandt de tijd en de ruimte om zijn eigen band weer van onder het stof te halen: The Disciples Of Soul. Met ‘Summer Of Sorcery’ heeft Little Steven dus net zijn eerste plaat met nieuw materiaal uit in meer dan twintig jaar. Hij deed met zijn band Brussel aan voor een optreden in de Ancienne Belgique en een dj-set in het Hard Rock Café en maakte op de twee dagen die hij in Brussel doorbracht ook nog eens maar wat graag tijd voor een gesprek.

Steven Van Zandt: Een mens heeft maar een beperkte tijd gekregen en ik wil die graag ten volle benutten. Ik heb het gevoel dat ik laat en traag begonnen ben en dat ik nog heel wat in te halen heb. Ik heb niet echt het gevoel dat ik veel bereikt heb in mijn leven en probeer dus altijd maar meer en meer te verwezenlijken. Daarom doe ik ook graag promo: je moet de mensen natuurlijk ook laten weten waarmee je bezig bent om het te kunnen blijven doen.

Vroeger schreef en zong ik de hele tijd over politiek en dan was het handig om wat duiding te kunnen geven. Maar daarmee ben ik gestopt: ik zing niet meer over politiek, waardoor ik over muziek kan praten.

Ben je gestopt met zingen over politiek omdat alle anderen het nu ook doen?

Van Zandt: Ja, precies! (lacht) Ik wil het liever over m’n muziek hebben, want ik ben er trots op en het is een grote doorbraak voor mij. Twee jaar geleden dacht ik er echt niet aan om nog een plaat te maken. Ik was er zowat klaar mee. Maar kijk: just when I thought I was out…they pull me back in. Die ooit al ergens gehoord? (lacht) ‘Soulfire’ is ook nog maar twee jaar oud, maar het was een plaat die bestond uit nummers die geschreven waren voor andere mensen. Het was een openbaring om die zelf te brengen, zeker.

Dit is de eerste keer in mijn leven dat ik twee platen na elkaar heb gemaakt met dezelfde band. Ik denk dat ik aan mezelf ook wilde bewijzen dat ik m’n eigen identiteit ook in m’n muziek kon stoppen zonder in politiek te vervallen.

Optimisme

In de openingstrack zing je: “Somebody open the door/I’m back to rock some more.” Dat is je missie nu?

Van Zandt: De hele essentie van de plaat vat ik samen in de drie woorden van het refrein van die song: harmony, unity, community.

In de vroege jaren zeventig – voor je met Bruce ging toeren – heb je twee jaar in de wegenbouw gewerkt. Denk je dat het ook anders had kunnen lopen in dat leven van jou of zou de muziek altijd wel zijn komen bovendrijven?

Van Zandt: Nee, het had zeker anders gekund, denk ik. Ik besef dat ik heel veel geluk heb gehad doordat ik nu kan doen wat ik doe. Als ik vandaag jong was geweest dan betwijfel ik of ik de muziek zou zijn ingestapt. Wat mij aantrok was het bandgebeuren. We hadden dat nog nooit eerder gezien: we hadden Elvis wel gezien en Little Richard. En die hadden een begeleidingsband, maar dat was geen band. En je had showorkesten, die instrumentals speelden en waarbij niemand zong. Maar een band? Dat bestond niet. Vier, vijf gasten die samen het podium opkropen en samenwerkten: dat sprak me aan. Het is me nooit om een plek in de spotlights te doen geweest. De showbuisness heeft me nooit echt aangetrokken, ik ben gewoon toevallig bekend geworden. De vriendschap, de passie: dat vond ik leuk.

Ik heb het geluk gehad om jou al een paar keer te zien performen met Bruce en de E Street Band en het mooiste daaraan vind ik inderdaad die vreugde, die vriendschap die van het podium straalt. Jullie amuseren je daar ook. Dat gevoel heb ik ook met deze plaat, bijvoorbeeld met het nummer Love Again.

Getty Images

Van Zandt: Ik ben blij dat je dat zegt, want dat was een beetje de bedoeling. Ik had het gevoel dat optimisme noodzakelijk was op deze plaat, in deze tijd. Ik geloof dat we nu in het donkerste tijdperk leven sinds de Tweede Wereldoorlog. Het Viertnamtijdperk was niet prettig, maar ik denk echt dat het nu erger is: ik zie heel veel nationalisme, fascisme, religieus extremisme, protectionisme: muren willen bouwen in plaats van ze neer te halen. Ik denk dat het nog wel een paar jaar zo donker zal blijven, maar als artiest wilde ik daar een tegengewicht tegen bieden: dat is mijn nut vandaag de dag. Met nog meer pessimisme komen we echt niet verder.

Dit album geeft voor mij een antwoord op de vraag: wat maakt het leven zo bijzonder?

Kan je de vraag even zelf beantwoorden: wat maakt het leven zo bijzonder?

Van Zandt: Het heeft te maken met de romantische fantasie van zomer, met de sensatie van de onbeperkte keuzemogelijkheden die het leven biedt. School’s out (for summer): dat gevoel. We moeten al terug naar onze jeugdjaren om dat gevoel weer op te roepen, maar dat is het toch? Aan dat gevoel moeten we onszelf weer meer herinneren om het dan te proberen realiseren. Er gebeurt zoveel moois in het leven, maar we zijn te druk bezig om er tijd voor te maken. Het kan in kleine dingen zitten hé: een interessant gesprek, een kind iets aanleren, van het leven genieten: op een positieve manier een verschil proberen te maken.

Weet je, we zijn te veel bezig met overleven en dat maakt me kwaad. We zijn er zo weinig op vooruitgegaan als maatschappij. Tuurlijk, in vergelijking met een paar honderd jaar terug zijn we goed bezig. Iedereen praat over werk als dé oplossing, maar ik zie steeds meer en meer mensen die werken en toch hun rekeningen niet kunnen betalen. Dan heb je als maatschappij een fundamenteel probleem. In de jaren 60 praatte iedereen in Amerika over de vierdagenweek. Dat was geen “zouden we het doen?”-issue, maar een “wanneer gaan we het doen?”-issue. Iedereen dacht dat het onvermijdelijk was omdat we zo rijk waren. Nu moeten meer en meer mensen twee jobs combineren. Hoe hard falen de politici dan?

The Sopranos & Lilyhammer

Jijzelf bent ook muzikant, songschrijver, producer van platen en televisiereeksen, je hebt een label, je bent acteur, radio-dj en nog veel meer. Heb je nooit willen kiezen?

Getty Images

Van Zandt: Ik hou er gewoon van om veel verschillende dingen te doen. Het is niet dat ik niet zou kunnen kiezen, maar ik ben zeer resultaatgericht: ik hou ervan om het resultaat te zien van wat ik doe. Een concert is goed, maar een dvd van een concert is beter. (lacht) Ik wil het kunnen zien. Aanraken. En daar heb ik niet genoeg van. De voorbije twee jaar waren goed, maar voordien… Te weinig. Er zijn jaren waarin ik niks verwezenlijkt krijg. Ik zou heel graag meer televisie willen doen.

In een interview dat je twee jaar geleden gaf zei je dat je pilootafleveringen had geschreven voor vijf verschillende series. Is er al vooruitgang op dat front?

Van Zandt: Ze liggen er nog. (lacht) Eerst wilde ik dit doen. Ik wilde zowel mezelf als het publiek weer verbinden met mijn muziek, voor het te laat is. En in de drie jaar dat ik nu in deze bezetting speel kon ik geen zes maanden vrij vinden. En die heb je toch nodig voor de ontwikkeling van een serie. We zullen zien wat Bruce volgend jaar wil doen, maar als hij ons weer bij elkaar roept voor een tournee ben ik daar toch weer een jaar of twee mee bezig. En dan kan ik weer aan tv beginnen denken aan 2022 of 2023 en ik wil The Disciples ook gaande houden. Kan jij jongleren? (lacht)

Je bent beginnen acteren in The Sopranos, volgens mij nog altijd de beste serie die ooit gemaakt is. Daarna was je nog te zien in Lilyhammer, waarvoor je mee schreef aan de scenario’s, mee producete en zelfs een aflevering regisseerde. Mag ik zeggen dat het meer je kindje is dan The Sopranos?

Van Zandt: Lilyhammer wordt soms een beetje vergeten en da’s jammer. Het was de eerste Netflix-show, voor Netflix promotie of marketing had. Mensen vergeten het. The Sopranos zal altijd speciaal blijven, natuurlijk: David Chase die speciaal voor mij een rol schrijft en me een kans heeft gegeven als acteur. Maar Lilyhammer is persoonlijker. Alles wat ik in die periode van The Sopranos geleerd heb, heb ik ook toegepast in Lilyhammer.

David Chase heeft de rol in The Sopranos op je lijf geschreven omdat jij niet het gevoel wilde hebben dat je een rol wegnam van een écht acteur. Silvio Dante is een personage geworden dat niet te veel de aandacht op zich gevestigd wil zien, maar waar je wel altijd op kan bouwen wanneer nodig. Het is ook de rol die je in de E. Street Band vervult en het is ook het beeld dat ik van jou heb, daardoor. Klopt het met wie jij bent als persoon?

HBO

Van Zandt: Je hebt gelijk. Ik weet niet of het zo bedoeld is in den beginne, maar het is wel zo uitgedraaid. Ik heb een hele biografie geschreven over Silvio Dante: hoe hij opgegroeid is met Tony Soprano, dat ze elkaar al kennen sinds hun jeugd, … Weet je, ’t is niet toevallig dat Silvio Dante de enige is die nooit de baas heeft willen worden in The Sopranos. Het is vergelijkbaar met mijn relatie met Bruce. Ik heb ook nooit de ambitie gehad om een frontman te zijn. En nu ben ik het toch. (lacht) Maar zelfs nu zie ik mezelf meer als degene die deze geweldige band mag presenteren.

Ik las dat toen je jong was George Harrison je favoriete Beatle was. Ook hij was de stille op de achtergrond.

Van Zandt: Klopt. Kijk, ik ben consequent. (lacht)

Met Bruce Springsteen speel je in arena’s, stadions en op grote festivals. Met je eigen band doe je de clubs aan. Vind je één van die twee leuker dan het andere?

Van Zandt: Het gaat erom wat er noodzakelijk is voor een bepaald project. Bruce is zo bekend geworden dat je ‘m niet meer in een club krijgt ingepast. Een arena misschien, maar dan nog. Met The Disciples heb ik iets nieuws voor te stellen: dan is de gezelligheid van die clubs gepaster. Weet je, ik ben er zeker van dat 95% van de mensen die vanavond in het publiek staan mijn muziek niet kennen. Dat ze eens komen luisteren uit nieuwsgierigheid. Maar ik vind dat oké. Ze zijn er en het is aan ons om hen omver te blazen.

School Of Rock

Je hebt een educatief multimediaal project op poten gezet, TeachRock, waarin linken worden gelegd tussen de vakken en de geschiedenis van de rock-‘n-roll. Heb je dat gedaan omdat je de manier waarop jij lessen kreeg voorgeschoteld op school niet echt aanlokkelijk was?

Van Zandt: Misschien wel, ja. Ik heb veel hoop voor de jongelingen van vandaag: zij zijn de generatie die de wereld gaat veranderen. Het is belangrijk om manieren te vinden om kinderen op school te houden, nu. Toen ik jong was besefte ik niet wat een grote hulp school kon zijn om me de wereld te doen helpen begrijpen. Het percentage leerlingen dat zijn school niet afmaakt ligt te hoog in de Verenigde Staten. Elk jaar stoppen zo’n 1,2 miljoen leerlingen met school, alvorens ze het middelbaar onderwijs hebben afgemaakt. En met maar liefst 25% van de leerlingen doet er langer over dan het aantal voorziene jaren.

De beste manier om kinderen op school te houden lijkt me nog altijd: hen iets aanreiken waarin ze geïnteresseerd zijn. Muziek. Je kan veel dingen overbrengen en aanleren door middel van muziek en muziekgeschiedenis. Elke jongere is geïnteresseerd in muziek, toch? En de manier van lesgeven is ook veranderd: daarom is het ook een multimediaal programma. Onderwijs vandaag gaat echt wel verder dan een leerkracht die vooraan staat en stof aanreikt die je dan moet opschrijven en moet kunnen reproduceren op het examen.

Getty Images

In je live-set draag je elk concert één nummer op aan Greta Thunberg. Zij heeft aangekondigd een jaar lang niet naar school te gaan omdat het klimaat belangrijker is. Wat denk je daar dan van?

Van Zandt: Klimaat is het grote thema nu, overal, en het zal het nog wel een paar jaar blijven. Ik ben zelfs nog extremer dan hoe ver de meeste mensen nu gaan: ik ben voor een gifvrije samenleving. Dat wil dus niet zeggen dat ik enkel maar de fossiele brandstoffen wil bannen, maar ook het industrieel vergaren van plastiek: dat zorgt ook voor vergif in onze lucht en ons water. De eerste taak van een politicus is om zijn burgers te beschermen, toch? Zij doen dat nu met hun legers. Dubieus, maar oké. Ik denk dat er meer basisbescherming nodig is. Het milieu is volgens mij groter dan het klimaat. Ik weet het: ik ben een stuk extremer dan die youngsters. (lacht)

De gelukkigste generatie

Besef je dat je een uitzonderlijk leven hebt geleid? En aan het leiden bent?

Van Zandt: Wees maar zeker dat ik me daar heel erg bewust van ben. Mijn generatie is de gelukkigste generatie. Dat is één van de redenen waarom ik mijn radioshow gestart ben: zodat toekomstige generaties de beste muziek kunnen horen die ooit gemaakt is. Nu lijkt alles me zo voorbijgaand. Zo tijdelijk. Net om dat tegen te gaan stellen we ook alle radioshows online beschikbaar. Er zijn er nu al 894 dus wie in wil stappen heeft er meteen een bezigheid bij. (lacht)

Ik heb vaak het gevoel dat ik te laat geboren ben en een te groot deel van de muziekgeschiedenis gemist heb. Muziek is nu overal, maar heeft niet meer dezelfde impact, denk ik. Rock-‘n-‘roll, punk: dat was meer dan muziek. Dat waren bewegingen, revoluties.

Van Zandt: Ik begrijp wat je bedoelt en zo voelt het inderdaad nu voor jou, maar in die tijd rommelden we ook maar wat aan. We probeerden ook maar gewoon onze huur te betalen. (lacht). Het is later, in het perspectief van de tijd, dat je grote bewegingen in de geschiedenis van de popmuziek kan zien.

Het grote verschil toen met nu is: toen was grootheid in de mode. Het is niet zo dat je wakker werd en dacht: “Hoe kan ik een hit schrijven vandaag?”. Je werd wakker en dacht: “Hoe kan ik een geweldig nummer schrijven vandaag?” Je wist, dat als je een geweldig nummer schreef dat het een hit zou worden.

Daarin is de wereld wel veranderd: je moet veel harder knokken voor een beetje aandacht. Muziek schrijven is ook een ambacht die je moet leren en vandaag de dag gaat alles maar sneller en sneller en moet alles metéén gaan. Ik heb de tijd gekregen om alles te vertellen wat ik wilde vertellen, daarmee ben ik klaar. Nu zie ik mezelf als fictieschrijver, verhalenverteller: er kunnen nog altijd wat autobiografische details in opduiken, een beetje levenservaring en misschien zelfs wat politiek hier en daar: maar het hoeft niet meer om mij te gaan.

Meer
Lees meer...