In maart brachten we nog het nieuws dat Piratar, de Piratenpartij in IJsland de grootste was geworden. Ondertussen is de populariteit van de alternatieve politici zo fel gestegen dat de partij groter is dan de heersende coalitie. “De mensen zijn de oude, traditionele manier van politiek beu”, vertelt Ásta Helgadóttir, één van de kopstukken van Píratar.
34,2 procent van de IJslanders zeggen op Píratar te zullen stemmen bij de volgende verkiezingen. In maart was dat nog 23,9 %, toen ook al een opvallend cijfer, want voor het eerst sinds z’n bestaan betekende dat dat er IJsland een andere partij dan de Onafhankelijkspartij de grootste werd.
Píratar is nu groter dan de Onafhankelijkheidspartij (21,7 %) en de Progressieven (onze socialisten zeg maar, 10,4 %) samen. Píratar bestaat trouwens nog maar drie jaar. Ze hebben momenteel drie parlementsleden, maar dat gaan er een pak meer worden na de volgende stembusgang. Ásta Helgadóttir is één van die parlementsleden. “I believe people are tired of the old fashioned politics the old parties are practicing”, geeft ze ons als verklaring voor het succes van haar partij.
“Onze partij neemt beslissingen op basis van bewijs in plaats van ideologie, we proberen eerlijk te zijn, en als we vergissingen maken – en we maken vergissingen – dan zijn we niet te beroerd om dat toe te geven. We hebben ook al een paar keer ons standpunt over dingen herzien – ook daar zijn we niet te beroerd voor om dat toe te geven. Onze ervaring is dat kiezers begrijpen dat het soms nodig is om van standpunt te veranderen, en als je hen zegt waarom je dat doet, vinden ze dat ook helemaal niet erg.”
Democratie voor de 21ste eeuw
“We are working on taking our democratic system into the 21st century”, zegt Ásta. “De verdeling tussen uitvoerende en wetgevende macht is in de meeste democratieën compleet verwaterd. Eén van de dingen die wij niet snappen bijvoorbeeld is waarom de meeste ministers ook parlementsleden zijn. Daar willen we vanaf.”
Het succes van Píratar is opmerkelijk omdat zelfs zonder die partij IJsland halsstarrig z’n eigen koers aan het varen was sinds het in 2008 door de kredietcrisis bankroet ging. “Om het land te bevrijden van de uitgebreide macht van internationale financiers en virtueel geld” besliste de bevolking om een nieuwe grondwet te maken. Ze selecteerde 25 burgers uit 522 volwassenen die – en dit is toch uniek – niet tot enige politieke partij mochten behoren maar door minstens 30 mensen werden aanbevolen om die nieuwe grondwet te schrijven.
De vergaderingen werden online gestreamd en de burgers konden hun commentaren en suggesties doorgeven. Ze waren getuige van het tot stand komen van het document. De grondwet die uit dit proces van participatieve democratie voortkwam werd aan het parlement in de herfst van 2011 ter goedkeuring voorgelegd.
Fuck you, EU
Eerder dit jaar liet IJsland dan formeel weten niet meer geïnteresseerd te zijn in toetreding tot de EU. IJslandse politici motiveerden de beslissing recht voor de raap: de EU is een zootje tegenwoordig en als we daar instappen gaan we er alleen maar miserie mee hebben. Het is een fuck you die kan tellen.
Hoe IJsland uit het dal kroop na bankroet te zijn gegaan in 2008 is een spectaculair verhaal, maar eentje dat weinig werd gehoord, wellicht omdat er een pak elementen inzitten die compleet haaks staan met de manier waarop wij en de andere landen in de Europese Unie omgaan met de recessie. Het toont ook hoe, als een land dat wil, het perfect “nee” kan zeggen zonder dat moet leiden tot doemscenario’s.
Toen de IJslandse banken ineentrapten, sloeg dat een financiële put die ongeveer 11 keer het Bruto Binnenlands Product (BBP) bedroeg. IJslandse gezinnen zaten ineens met schulden die ze niet konden terugbetalen. De economie viel volledig stil. De inflatie steeg tot 18 procent. De munt devalueerde.
Al 26 bankiers de cel in
Maar de IJslanders besloten niet bij de pakken te blijven zitten. Om te beginnen staken ze een hoop bankiers in de gevangenis. “Why should we have a part of our society that is not being policed or without responsibility?” zei een IJslandse rechter enkele weken geleden nog, toen ze het beroep afwees van een aantal bankiers. In totaal 26 verantwoordelijken van IJslandse banken zullen effectieve celstraffen moeten uitzitten die gaan tot zes jaar. Het is het enige land dat effectief bankiers in de cel heeft gestoken, zuiver voor het veroorzaken van de bankencrisis.
Ook werden de banken genationaliseerd. IJsland “kreeg” 2,1 miljard steun van het IMF. Al bij al peanuts, en het heeft dat bedrag ondertussen al bijna terugbetaald. En het verloor z’n hoofd niet. Er kwam geen bloedbad bij ambtenaren, iets wat het IMF had geëist, want, was de nuchtere redenering van de IJslanders, als je die mensen ontslaat gaan ze zeker geen geld meer opdoen.
Birgitta
Zeven jaar later is IJsland er weer bovenop. Het doet het economisch uitstekend. Maar het lijkt de ingeslagen weg van politieke hervorming niet te willen verlaten. Dat blijkt uit het succes van de Piratenpartij, die nu de grootste is in het land.
De partij bestaat amper twee jaar. Ze werd opgericht door Birgitta Jónsdóttir en diverse prominente internetactivisten. Enkele maanden later haalde ze al drie zetels in het parlement. En nu is, de eerste partij in de geschiedenis van IJsland die groter is dan de centrumrechtse Onafhankelijkheidspartij. 23,9 procent van de IJslanders zegt op de partij te zullen stemmen bij de volgende verkiezingen.
Programma en business plan
De Piratenpartij is geen karnavalsgrap. Ze heeft een echt politiek programma, en het werk van haar leden wordt hoog ingeschat door de IJslanders. De partij wil meer gelijkheid – nog meer gelijkheid, want de kloof tussen arm en rijk is in weinig landen zo klein als in IJsland, ze wil burgers rechtstreekser een zeg geven in de politiek (bijvoorbeeld door burgemeesters rechtsreeks te laten verkiezen), en ze wil van IJsland een vrijhaven maken voor digitale data en een land waar mensen op het internet vrijheid genieten. Met respect voor privacy en waar de vrijheid van meningsuiting totaal en ongecensureerd is.
De Piratenpartij heeft daar trouwens een goed plan voor, eentje dat al volop aan het werken is, en wellicht de echte reden waarom de partij een breder publiek aanspreekt: door van IJsland het “Zwitserland van de bits” te maken, begint er flink wat geld binnen te stromen en worden er veel jobs gecreëerd. Het idee is dat je in IJsland als bedrijf of organisatie veilig je data kan opslaan, en dat je zelfs door de wet beschermd wordt daarin.
Safe haven
Van het moment dat ze verkozen werd, begon Jónsdóttir er de resolutie door te drukken die leidde tot het International Modern Media Institute (IMMI), waarin IJsland zich op weg zette om ’s werelds safe haven voor dataprivacy, source protection en vrijheid van meningsuiting te worden. Gekoppeld aan het feit dat IJsland spotgoedkoop is qua energie – en datacenters verslinden veel energie – plus dat het land een hoog onderwijsniveau heeft en een koel klimaat (wat het alweer goedkoper maakt), maakt dat data storage booming is op het eiland. Dat het land weigert zich aan te sluiten bij onder meer de EU, helpt alleen maar: het heeft de IJslanders een reputatie van betrouwbaarheid opgeleverd.