Is het invoeren van een taks op ongezond eten een goed idee? Afgaande op de resultaten van wat er wereldwijd is geprobeerd wellicht niet. Er is één land waar er wel iets lijkt te werken, maar het gaat je niet aanstaan …
Uit een onderzoek van de Universiteit Gent blijkt dat een belasting op vetrijke snacks, snoep en suikerhoudende dranken de consumptie zou doen dalen, en ons zo over een periode van 20 jaar een besparing van 2,2 miljard zou opleveren in de gezondheidszorg.
Finland en rokers
De onderzoekers wijzen naar Finland als een goed voorbeeld. Alleen: het is enigszins voorbarig om te stellen of het invoeren van de taks een succes was – zo’n dingen moeten over een langere periode bekeken worden. Dat blijkt bijvoorbeeld uit taksen op roken. Zo blijkt altijd dat er initieel een afname van het gebruik is, maar na verloop van tijd valt dat dik tegen.
Zo werd bijvoorbeeld geclaimd dat de verhoging van de prijs van sigaretten met 10 procent zou leiden tot 15 procent minder rokers. In de praktijk – en dit is data uit verschillende landen – eindigt het na een jaar of twee op drie procent. Op dat vlak zijn researchers nu realistischer geworden. Voor sigaretten geldt nu dat een verhoging van de prijs met minstens vijftig procent zal misschien zal leiden tot 20 procent minder rokers.
Shock-taksen zijn dat: spectaculaire verhogingen. Alleen, zoiets met voedsel doen is uiteraard compleet onhaalbaar.
Finland en alcohol
Alcohol is ook een mooi voorbeeld van hoe ingewikkeld de dingen soms kunnen zijn. Zo blijkt dat landen die hun taksen op alcohol zwaar verhogen, misschien zelfs hun kosten qua gezondheidszorg omhoog jagen. Finland is trouwens zo’n voorbeeld: het strikt aan banden leggen van alcohol heeft er niet geleid tot minder consumptie, wel tot een veranderend consumptiepatroon. In casu: er wordt minder regelmatig gedronken, maar als er gedronken wordt dan is het ineens wel serieus zuipen. Tot je er bij neervalt. Bijna nergens sterven zoveel mensen door alcohol dan in Finland, en het wordt er niet beter op.
Denemarken, de flop
In Denemarken hebben ze het ook geprobeerd, zo’n vet- en suikertaks invoeren. Het werd een complete mislukking die al na amper een jaar werd afgeblazen. Denemarken is opmerkelijk vergelijkbaar met België wat het obesitaspatroon betreft. 13 procent, en iets minder dan de helft van de mensen tout court te dik. In Denemarken verloren 1.300 mensen hun job, steeg de inflatie en ontstond er een nieuw begrip: cookie runs. Naar bijvoorbeeld Duitsland rijden en er je koffer vol laden. Dat laatste is wat ons land betreft iets wat sowieso makkelijker is dan in Denemarken. Frankrijk of Nederland zijn nooit zo ver weg.
Geen effect
Op andere plaatsen in de wereld gelden er al extra taksen bijvoorbeeld suikerrijke frisdranken. Het resultaat is bijzonder pover. Ofwel bleken mensen hun eigen suikerrijke dranken te gaan maken, ofwel veranderden ze hun gewoontes gewoon niet. En als er al mensen stopten met suikerrijke drank te drinken dan bleken het die te zijn die niet echt een probleem hadden om mee te beginnen. Obesitaspatiënten en dikke mensen veranderden amper (lees: minder dan 5 procent) hun gewoontes.
Lage inkomens
Ook een andere beoogde groep, die van de lage inkomens, veranderde haar gewoontes niet. Het idee is dat mensen met weinig geld als eersten zo’n taksen voelen, en zich zullen aanpassen, wat een goeie zaak zou zijn want het is net in de lage inkomensgroepen dat nu de meeste problemen met obesitas zijn. Het klinkt fantastisch in theorie, maar het blijkt in drie gevallen in de praktijk niet te kloppen: ongezond eten (vet en suiker), alcohol en roken. Mensen blijken in de praktijk bereid te zijn om andere offers te brengen. Op zich moet ons dat eigenlijk niet verbazen: we weten ondertussen dat al die dingen spelen op onze hersenen, ons een geluksgevoel geven en eigenlijk gewoon drugs zijn. “Verslavingen los je jammer genoeg niet op met taksen, hoe leuk dat ook klinkt”, lazen we ergens.
Leuk om leeglopende staatskassen te vullen
Bottomline is dat het heffen van taksen uit gezondheidsoverwegingen misschien wel leuke vullertjes zijn voor leeglopende staatskassen, maar dat er geen enkel echt bewijs is dat het in de praktijk werkt. Integendeel. Wat uiteraard niet wegneemt dat we met een probleem zitten, en dat niks doen niet echt een optie is.
Japan: de metabo-wet die werkt
In Japan hebben ze een andere aanpak sinds 2008. We hebben het hier over een land waar 3 procent van de bevolking aan obesitas leidt, en daar mag je nog een pak sumoworstelaars bijtellen ook. Het aantal daalt trouwens. Ondanks de aanwezigheid van 3.600 McDonald-restaurants in het land (er zijn er alleen in de VS meer). De metabo-wet zoals ze genoemd wordt, had als doel om zelfs die weinige mensen met overgewicht te verminderen met 25 procent tegen 2015, en het ziet ernaar uit dat het gaat lukken. Hoe werkt het?
De Japanse overheid heeft bepaald hoe dik elke werknemer van boven de 40 mag zijn. De buikomtrek is vastgelegd op 90 centimeter voor vrouwen en 85 centimeter voor mannen. Elke werknemer boven de 40 moet jaarlijks op zijn werk zijn buikomvang laten meten. Als hij of zij te dik is, moet hij of zijn naar een diëtist, maar volgen er ook andere motiverende maatregelen zoals opvolging via telefoon, mail etc.
Boetes voor bedrijven
Bedrijven die niet meedoen of niet genoeg doen, krijgen een boete van 10 procent verhoging van hun sociale lasten. Bedrijven of overheidsinstellingen die de doelstelling niet halen van een vermindering van een kwart van het aantal te dikke mensen op hun payroll tegen 2015 zullen extra geld moeten stort in een soort zilverfonds om de gezondheidszorg bij gepensioneerden te betalen.
Het is niet alleen een kwestie van de verantwoordelijkheid bij de werkgevers te leggen, het is ook een poging om die bij de collega’s te leggen, die er alle belang bij hebben een te dikke werkmakker te motiveren om af te vallen. Want als het bedrijf boetes krijgt, vertaalt dat zich in kleinere bonussen voor iedereen. Bij ons zou zoiets wellicht leiden tot het ontslaan of laten afvloeien van te dikke mensen. In Japan blijkt dat in de praktijk alvast niet zo.