Vlaams Belang kreeg bij de verkiezingen meer stemmen, maar werd toch niet de grootste partij. Tom Van Grieken, voorzitter van Vlaams Belang, reflecteert over wat er precies fout ging.
Van Grieken vertelt dat vermoeidheid hem parten speelde. Vlaams Belang ging op Vlaams niveau 4 procent vooruit en kreeg 8 zetels erbij in het Vlaams parlement, wat de partij op gelijke hoogte bracht met N-VA. Toch werd Vlaams Belang niet de grootste partij. Door de zetelverdeling kregen N-VA en Vlaams Belang geen meerderheid, waardoor Bart De Wever (N-VA) het initiatiefrecht kreeg en een coalitie vormt met cd&v en Vooruit, zonder Vlaams Belang.
Gebrek aan tact
Van Grieken erkent dat zijn harde toon tijdens debatten stemmen kostte. “Ik kan mijn mening niet veranderen, maar ik moet wel opletten dat ik geen mensen kwets. Dat is mij 10 jaar lang gelukt. Ik wijt het oprecht aan mijn vermoeidheid dat ik mijn tact ben verloren”, zegt hij.
Van Grieken begon een jaar geleden al met zijn campagne, met een wandeltocht van de kust naar Brussel. Deze lange campagneperiode zorgde voor vermoeidheid en een paar misstappen, volgens Van Grieken. Een van die fouten gebeurde twee weken voor de verkiezingen, toen het debat verschoof naar gender en hij in een debat met Groen-kopstuk Petra De Sutter de controle verloor en bitsig werd.
Van Grieken heeft zijn excuses aangeboden aan De Sutter. “Plots ging het debat over Petra als persoon, en dat heb ik nooit gewild”, zegt hij. Hij benadrukt dat hij meestal niet hard op de man speelt, maar dat hij “te eerlijk” was in zijn antwoorden. Zijn standpunt blijft echter hetzelfde: “Zolang een man geen kinderen kan baren, is een man een man en een vrouw een vrouw. Ik kan oprecht niks anders zeggen.”
Ambities en zelfkritiek
Hoewel Van Grieken zich een “gelukkig voorzitter” noemt, is hij niet tevreden. “Het was mijn ambitie om ook de grootste te zijn”, geeft hij toe. Hij betreurt dat migratie niet echt op de agenda kwam en neemt zichzelf kwalijk dat hij de twijfelende kiezer niet voldoende heeft kunnen overtuigen.