‘Under The Silver Lake’ en ‘On Chesil Beach’ zijn onze films van de week: de ene is compromisloos, de andere oerklassiek

Genoten hebben we deze week in de filmzaal. Jason Statham die de strijd aangaat met een haai hebben we stilletjes links laten liggen (dat stukje filmisch onbenul krijgt al aandacht genoeg) en we hebben met ‘Under The Silver Lake’ en ‘On Chesil Beach’ voor twee heel verschillende films gekozen. De ene is compromisloos en doet je in het beste geval dromen, de ander is oerklassiek doet je misschien wel nadenken over de beslissingen die je al gemaakt hebt in je leven.

Under The Silver Lake: wij hebben zitten smullen in onze stoel en dromen nu al van een tweede kijkbeurt

Er zijn zo van die films die compromisloos zijn: of je gaat erin mee of je blijft verdwaasd achter. Zo’n film is Under The Silver Lake. Andrew Garfield speelt Sam die zijn dagen vooral vult met nietsdoen in Los Angeles. Zijn bankrekening is dan ook niet zo vet gespijsd en hij staat op het punt om uit zijn appartement gezet te worden. Sam is niet écht bezig met de bui die ‘m boven het hoofd hangt, want hij is helemaal gebiologeerd door zijn overbuurvrouw.

Hij zoekt contact, het klikt tussen de twee en wanneer zij voorstelt om de volgende avond opnieuw af te spreken, gaat Sam naar huis. De volgende dag blijkt het meisje in kwestie samen met heel haar hebben en houden te zijn verdwenen en start Sam een queeste. Tegelijkertijd dwaalt er in Los Angeles een hondenmoordenaar rond en overlijdt één van de belangrijkste figuren uit de stad.

Under The Silver Lake is vooral zo’n plezier omdat het een film is die bomvol referenties zit, zonder daarbij zijn eigenheid te verliezen. Deze film, voor regisseur David Robert Mitchell de opvolger van indie-horrorhit It Follows van een paar jaar geleden, is nog het best te categoriseren als een film noir – Sam beweegt zich van de ene femme fatale naar de andere en onderneemt een gigantische zoektocht voor een blonde deerne die hij amper kent -, maar die film noir zit wel ingebed in een Hitchcockiaans mysterie (en heeft ook een heerlijke daarbij passende soundtrack!) dat de vreemdheid van een film van David Lynch heeft.

Zoals gezegd: Under The Silver Lake zit bomvol referenties. En soms wordt het wel heel erg vreemd. Zo is er een eekhoorn die zomaar uit zijn boom valt. Een sexy meisje (Grace Van Patten) dat overal een ballon met zich meesleurt. Een singer-songwriter (Jeremy Bobb) die beweert de hele muziekgeschiedenis bij elkaar te hebben geschreven, in opdracht. Een band die zichzelf Jesus & The Dracula Brides noemt. En ook een koning (David Yow) die een versleten kroon draagt en met hoge dringendheid eens een douche kan gebruiken. Da’s allemaal niet erg. Probeer het niet te begrijpen, maar laat je meevoeren door de waanzin. En eens dat je lukt denk je niet eens meer “what the fuck?”, maar vind je alles wat er gebeurt geheel logisch, ook al is het dat niet.

Deze film is bijna een ode aan mensen die naar complottheorieën zoeken. Of naar verborgen boodschappen in muziek, films en stripverhalen. “Soms lijkt het alsof een mysterie alleen voor jou is gemaakt”, klinkt het ergens. Zo één van die gekkerds die dat gelooft is Sam, maar hij twijfelt nooit aan de waarheid van het mysterie dat zich voor hem ontvouwt. Anderzijds is het ook een ode aan diegenen die hun mysterie buiten achterna jagen, in plaats van achter een computerscherm. Want het echte avontuur dat vind je niet als je binnen blijft, lijkt David Robert Mitchell te willen zeggen. En op het einde van de film krijgen we nog een dilemma voorgelegd over het eeuwige leven: wat maakt het leven het leven waard?

Tot slot zit de film ook nog vol vreemde feestjes waarop je steeds diezelfde paar mensen tegenkomt. Voor ons favoriete plekje twijfelen we nog tussen de kelder waarin de tafels grafstenen moeten verbeelden of het schaakfeestje waar de schakers bediend worden door mooie dames.

Under The Silver Lake is dus veel en dat allemaal tegelijkertijd. We herhalen: ofwel ga je erin mee, ofwel blijf je verdwaasd achter. Wij hebben zitten smullen in onze stoel en dromen nu al van een tweede kijkbeurt.

Score: 8/10

On Chesil Beach: Saoirse Ronan die zich stilaan aan het opwerken is tot de beste actrice van haar generatie

On Chesil Beach van Ian McEwan is één van onze favoriete boeken die we tot nu toe gelezen hebben. Het blijft altijd een worsteling om bij een verfilming van één van je favorieten boek en film los van elkaar te zien, want het zijn nu eenmaal andere media. In de verfilming genoten we bijvoorbeeld van de soundtrack, de panoramashots op het strand en Saoirse Ronan. Allemaal elementen die niet te bespeuren waren in het boek. Minpuntje: het had allemaal iets snediger gekund.

We krijgen het liefdesverhaal te zien van Florence (Saoirse Ronan) en Edward (Billy Howle), anno 1962. De twee hebben een totaal verschillende achtergrond en totaal verschillende interesses, maar net die verschillen lijken net te maken dat het goed gaat tussen hen. De twee zijn graag samen en lachen vaak als ze samen tijd doorbrengen en bovendien kan Florence ook wonderbaarlijk goed omgaan met de moeder van Edward (Anne-Marie Duff) die hersenschade heeft opgelopen bij een stom ongeval. Het klikt zo dat Edwards vader (Adrian Scarborough) hem subtiel “Trouw met dit meisje!” toefluistert.

En zo geschiedde. De twee trouwen en lijken aan het begin te staan van een rijk en gelukkig leven, maar wanneer ze nog maar net op huwelijksreis vertrokken zijn lijkt het al mis te lopen tussen de twee. Hun eerste poging tot vrijpartij verloopt zo ongemakkelijk dat geen van beide zich er goed bij voelen.

In 2018 weten we dat zoiets meer regel dan uitzondering is bij een eerste vrijpartij – voor zowel Florence als Edward is het een ontmaagding – maar in 1962 was seks en seksualiteit nog zo’n taboe dat je er een boek over moest lezen als je ietwat voorbereid aan de start wilde verschijnen. De twee zitten allebei met gevoelens die ze eigenlijk kwijt zouden moeten tegenover de ander, maar ook praten over je gevoelens ligt nogal moeilijk.

Het is niet toevallig dat On Chesil Beach zich begin jaren 60 afspeelt. Het is een moment in de tijd dat alles op het punt staat te veranderen, maar nog niet veranderd is. Chuck Berry op de radio horen is een zeldzaamheid en een vrouw die tegelijkertijd deel wil uitmaken van een strijkerskwartet én zich verloofd heeft is op zijn minst een rariteit. Vijf jaar later zijn de hippies aangekomen en wordt vrije liefde een ding, maar daar hebben Edward en Florence in 1962 – die ook in Groot-Brittannië wonen waar alles nog wat trager ging – nog nooit van gehoord.

Saoirse Ronan zagen we begin dit jaar al schitteren in Lady Bird en ze straalde niet minder in 2016 toen ze de perfecte hoofdrol vertolkte in Brooklyn. Het is duidelijk dat er hier eentje zich aan het opwerken is tot de beste actrice van haar generatie. In On Chesil Beach lijkt ze opnieuw alles smetteloos te doen, laat ze haar gezicht en haar fonkelende ogen spreken. Daartegenover vonden we tegenspeler Billy Howle nogal magertjes. Hij heeft ook te kampen met Grote Emoties, maar lijkt de omvang ervan nooit helemaal te kunnen overbrengen.

Het verschil met het boek is niet zo groot, maar wel heel ingrijpend. Het boek werkt naar een orgelpunt op Chesil Beach toe. De film doet dat ook, maar gaat daarna nog verder en toont ook de gevolgen van dat ene moment. Daar hebben we een dubbel gevoel bij: enerzijds is de manier waarop één en ander afgerond wordt best mooi, anderzijds denken we dat de gemiddelde kijker de conclusies die er nu in worden geramd ook zelf had kunnen trekken.

Het boek gaat meer over tijdsgeest, terwijl de film nu vooral een verhaal wordt dat je zal doen nadenken over gemaakte beslissingen en gemiste kansen. Hoe zou je leven eruit gezien hebben als je toen en daar voor die andere deur gekozen had? Zowel boek als film hebben hun eigenheid en dat is prima zo.

Score: 7/10

Meer
Lees meer...