In de Europese Unie kan 84,8 procent van de badplaatsen een uitstekende waterkwaliteit melden. In Oostenrijk, Duitsland, Malta, Griekenland, Denemarken, Kroatië en Cyprus loopt dat cijfer zelfs op tot meer dan 90 procent. Dat zegt een rapport van het European Environmental Agency (EEA).
Vooral de positie van Oostenrijk is daarbij opmerkelijk, rekening gehouden met de verhoudingen in de andere lidstaten van de Europese Unie.
Kuststeden
“Dit rapport betekent goed nieuws voor burgers die een zomervakantie in een Europese badplaats plannen”, benadrukt Virginijus Sinkevičius, Europees commissaris voor Leefmilieu, in een commentaar op het rapport. “Reizigers kunnen er zeker van zijn dat de overgrote meerderheid van de Europese zwemwateren van uitstekende kwaliteit zijn.”
Toch toont het rapport een aantal opmerkelijke kwaliteitsverschillen. Daarbij moet immers een grote afwijking tussen de kustgebieden en het binnenland worden opgemerkt. “In het binnenland kan slechts 78,2 procent van de badplaatsen in de Europese Unie een uitstekende waterkwaliteit melden”, voert het rapport aan. “In kustgebieden loopt dat cijfer echter op tot 88 procent.”
Dit gegeven maakt de positie van Oostenrijk volgens de onderzoekers des te opmerkelijk. “Oostenrijk is immers volledig door land omgeven, wat in de Europese Unie voor de waterkwaliteit van de badplaatsen niet optimaal blijkt”, merken de analisten op. “Oostenrijk laat echter met een score van 97,7 procent het beste resultaat van de hele Europese Unie optekenen. Alle andere landen met een score van meer dan 90 procent beschikken over een kustlijn.”
Anderzijds wijzen de analisten naar Polen, waar 35 procent van de badplaatsen niet in de rapport konden worden opgenomen. “Die categorie omvat onder meer nieuwe badplaatsen of locaties waar belangrijke wijzigingen zijn doorgevoerd, maar een aantal andere sites bleken onvoldoende monsters te hebben geleverd om een evaluatie mogelijk te maken.”
Polen toont daarbij een opvallend groot gebrek aan evaluaties. Op de tweede plaats volgt immers Hongarije, waar ongeveer 13 procent van de badplaatsen geen evaluatie toelieten.
Polen
Polen staat in de waterkwaliteit van de badplaatsen in de Europese Unie op de laatste plaats. Slechts 44,5 procent van de Poolse locaties kunnen een uitstekende waterkwaliteit voorleggen. Slowakije staat met een score van 50 procent op de voorlaatste plaats. “Ook dit is echter verontrustend, want Slowakije bood veel meer badplaatsen voor evaluatie aan dan Polen”, stippen de analisten nog aan.
De huidige zwemwaterrichtlijn van de Europese Unie dateert van ruim vijftien jaar geleden en kwam in de plaats van een oudere regelgeving uit de jaren zeventig van de voorbije eeuw. Momenteel heeft nog steeds 1,5 procent van de badplaatsen in de Europese Unie een slechte waterkwaliteit.
De beoordeling van een locatie wordt bepaald door de hoeveelheid fecale bacteriën die in het zwemwater wordt aangetroffen. Locaties met een slechte waterkwaliteit moeten aanvullende maatregelen nemen. Er moeten in dat geval initiatieven worden genomen om de kwaliteit te verbeteren of moeten waarschuwingen worden gegeven om het baden te ontraden.
Een aantal actievoerders is echter van mening dat de Europese regelgeving niet ver genoeg gaan. Volgens hen moet het water bij de evaluatie ook worden onderzocht op de aanwezigheid van onder meer chemicaliën, plastic, ander afval en algen.
(fjc)