Obesitas is een groter wordend probleem en ook steeds meer kinderen zijn zwaarlijvig. Een studie toont nu aan dat YouTubers en hun posts op sociale media een negatieve invloed kunnen hebben op de eetgewoonten van kinderen.
Wat kinderen zien op sociale media heeft invloed op wat ze eten. Dat is een conclusie die je kan halen uit een studie die werd voorgesteld tijdens het European Congress on Obesity. Voor de studie werden de eetgewoontes van 176 kinderen onderzocht door hen verschillende sociale media posts te laten zien.
Ongezonde snacks
De 176 kinderen die deelnamen aan het onderzoek werden in drie groepen verdeeld, dat schrijft BBC. De verschillende groepen kregen ofwel foto’s te zien van influencers die ongezonde snacks aan het eten waren, ofwel zagen ze foto’s van influencers die iets gezond aten, ofwel kregen ze foto’s te zien die helemaal niks met voeding te maken hadden.
Daarna kregen de kinderen een heleboel snacks voorgeschoteld, zowel gezonde als ongezonde. Daaruit konden de onderzoekers besluiten dat kinderen die foto’s van influencers met ongezonde voeding zagen zo’n 26 procent meer calorieën aten dan de andere kinderen.
De onderzoekers gebruiken posts van Zoella, die een kleine 11 miljoen volgers heeft op Instagram en Alfie Deyes die er 4,5 miljoen heeft.
Strengere regels
De onderzoekers riepen tijdens de voorstelling van studie ook op voor strengere regels, want vaak is het verschil tussen reclame en een gewone post niet duidelijk. Volgens Dr. Emma Boyland van de universiteit van Liverpool, die meewerkte aan de studie, zien kinderen vloggers en influencers als gewone mensen, als één van hen en moeten de influencers zich daar van bewust zijn.
Maar ook gewone reclame op tv kan kinderen aansporen om ongezonder te gaan eten. Op tv is het wel duidelijk wat reclame is, maar ook daar moeten er meer regels zijn. “Overheden moeten nadenken over meer maatregels om obesitas bij kinderen tegen te gaan”, zegt prof Russell Viner. “Het geldt niet alleen voor reclame op tv, maar ook voor online platform waar kinderen steeds meer tijd aan spenderen”.