9 mensen die succesvol werden door zotte dingen te doen

Hoe komt het dat sommige mensen zo’n briljante ideeën hebben en andere niet? Volgens een psycholoog van Harvard, Shelley Carson, heeft dat te maken met het feit dat ze er vreemde gewoontes op nahouden. In tegenstelling tot veel van ons hebben ze geen filter op hun gedachten en acties. Alles kan, alles mag. En zo gedragen ze zich ook in het dagelijkse leven. Deze negen beroemde mensen kunnen je misschien op ideeën brengen.

 1. De uitvinder van karaoke houdt van verdrinken

Yoshiro Nakamatsu (85) is één van de grootste uitvinders die Japan ooit gekend heeft. Hij bezit liefst 3.300 patenten van dingen die hij ooit heeft uitgevonden, waaronder de floppy disk (zo beweert hij althans zelf), de karaokemachine, het pompje om ketchup of mayonaise op je frieten te spuiten, de tijdmeter in taxi’s en het digitale uurwerk. En dat hebben we misschien allemaal te danken aan een erg vreemde gewoonte: Nakamatsu liet zijn hersenen af en toe bijna sterven. Zo ging hij regelmatig zwemmen en daarbij hield hij zijn hoofd zo lang onder water tot hij bijna verdronken was. “Om de toevoer van zuurstof naar de hersenen te stoppen, moet je diep duiken en de druk van het water toelaten om de bloedtoevoer stop te zetten”, legt hij uit. “Op een halve seconde voor mijn dood zie ik een uitvinding.”

Getty Images

2. Topauteur schrijft zijn boeken geblinddoekt

De Amerikaanse schrijver Jonathan Franzen (54) won al veel prijzen met zijn boeken. Vier jaar geleden vroeg president Barack Obama hem zelfs om zijn nieuwste boek Freedom voor dat in de winkels lag, zodat hij het tijdens zijn zomervakantie kon lezen. Maar om briljante romans van honderden pagina’s te schrijven, volstaat het bij Franzen niet om achter zijn computer te gaan zitten. Hij sluit zichzelf volledig af van de buitenwereld: met oordopjes en een blinddoek, zodat hij niet kan worden afgeleid. Zijn uitgever zal zijn boeken dus best goed nalezen op typfouten.

Getty Images

3. Beethoven componeerde in bad

Ludwig von Beethoven is wereldberoemd, omdat hij doof werd en toch formidabele muziekstukken wist te componeren. Maar er is nog iets vreemds aan deze man: hij vond zijn inspiratie in de badkamer. Volgens notities van zijn student Anton Schindler stond hij vaak aan zijn wastafel waar hij water over zijn handen goot en intussen vreemde geluiden slaakte. Vervolgens wandelde hij door de kamer en schreef hij een paar noten op. Daarna begon hij weer water uit te gieten en te zingen. De buren vonden dat niet zo aangenaam, maar die waterpret in de badkamer was doorgaans een positief signaal bij Beethoven. En eigenlijk valt dat nog te begrijpen, want ook wij kunnen toch goed nadenken terwijl we onder de douche staan?

Getty Images

4. Edison sliep nooit wanneer er een lichtje ging branden

Thomas Edison is één van de grootste uitvinders van de vorige eeuw en die roem verwierf hij door zo weinig mogelijk te slapen. Een power nap was voldoende, Edison sliep slechts drie uur per nacht. Hoe kan je dan nog helder nadenken? Bij Edison werkte het in elk geval en hij vond slaap een “erfenis uit de tijd dat we nog in grotten woonden”. Soms werkte hij 72 uren aan één stuk voor hij zijn ogen eventjes sloot. Slapen was geen optie wanneer hij een goed idee aan het uitwerken was. En dat leidde tot de uitvinding van de fonograaf, de alkalinebatterij, een betere gloeilamp en nog 1.093 andere dingen.

Getty Images

5. Slapen bij Google om geen tijd te verliezen

Marissa Mayer is tegenwoordig de CEO van Yahoo, maar ze heeft ook een verleden bij Google. Toen wou ze zo weinig mogelijk tijd verliezen en dus ging ze vaak gewoon niet naar huis door op haar bureau te slapen en enkel op strategische momenten te douchen. Op die manier kon ze 130 uren per week aan haar werk besteden en men zag haar zelden of nooit zonder een laptop. En toch had ze nooit last van een burnout. Hoe ze dat deed? Naar eigen zeggen door iedere vier maanden een week vakantie te nemen.

Getty Images

6. Inspiratie zoeken in een mortuarium

Charles Dickens is één van de allergrootste Britse schrijvers, maar ook hij had vreemde gewoontes. In Parijs trok hij wel eens naar het mortuarium om er dode lichamen te bestuderen. Er schuilde wel een detective in Dickens, want hij bezocht ook vaak plaatsen waar misdaden gepleegd zijn. Hij vond er mogelijk de inspiratie voor zijn geweldige literatuur.

Getty Images

7. Werken in een hotelkamer met een fles sherry

Maya Angelou (85) is een succesvolle Amerikaanse schrijfster die een pak autobiografieën, poëzieboeken, films en televisieprogramma’s produceerde. Ze ontving zelfs de Presidential Medal of Freedom, de hoogste beloning die een Amerikaanse burger kan krijgen. Haar geheim was misschien wel haar werkruimte: tussen 7 uur ’s ochtends en 2 uur in de namiddag trok ze naar een kleine hotelkamer met een woordenboek, een Bijbel, een bos kaarten en een fles sherry. “Ik blijf er zolang het goed gaat”, zei ze in een interview. “Het is er eenzaam en fantastisch.”

Getty Images

8. Het aantal woorden per dag tellen

Psycholoog B.F. Skinner was geobsedeerd door zijn productiviteit. Hij stond mee aan de basis van het behaviorisme en geloofde dat al onze acties kunnen worden gemeten, geoefend en veranderd als we aandacht hebben voor de inputs en outputs. Concreet begon hij zijn werkdag door een timer in te drukken. Hij hield ook het aantal woorden bij dat hij produceerde voordat hij de timer op het einde van de dag stopzette.

Wikimedia Commons

9. Er gaat niets boven een goede kater

Francis Bacon had een nogal buitensporige levensstijl. Flessen wijn, bier in de pub en drankjes in privéclubs waren voor hem dagelijkse routine. Terwijl wij met een kater in bed zouden blijven liggen, had dat bij Bacon een positief effect. “Ik werk graag met een ‘hangover’, want dan voel ik de energie in mijn hersenen en kan ik helder denken”, zei hij ooit. Het perfecte excuus voor wie na het werk graag nog even doorzakt.

Thinkstock
(Bron: Business Insider)