Kippen zijn groter, eten minder, wegen meer en leven minder lang dan 100 jaar geleden. Genetische manipulatie en kweekprogramma’s, maar ook de consumenten zijn daarvan de oorzaak. Nu zijn er bedrijven in de Verenigde Staten die “ethische kippen” willen kweken.
In de jaren 1920 in de Verenigde Staten (VS) kostte het meer dan drie maanden en bijna 6 kg voer om een kip op te brengen tot verkoopbare grootte. Dat was destijds ongeveer anderhalve kilo. Tegenwoordig kunnen fokkers dankzij genetische modificaties en industriële houderijmethoden een kip in slechts de helft van tijd tot bijna het dubbele van het gewicht opbrengen. Het kost zeven weken en net iets minder voer om een kip van bijna 3 kilo te kweken.
Toch komt die efficiëntie met een prijs. De meeste kippen worden gefokt in schrijnende omstandigheden. Ze zitten in krappe ruimten, zijn zo groot dat ze nauwelijks rechtop kunnen staan en hun vlees kan doorzeefd zijn met witte reepjes vet.
Ethische kippenproductie
Nu wil een opkomend segment van de kippensector het compleet anders gaan doen: kleinere kippen kweken en ze langzamer laten opgroeien. Daarbij willen ze zowel ethiek als eetgewoonten in het achterhoofd houden. Naar eigen zeggen willen deze producenten een beter evenwicht vinden tussen dierenwelzijn, efficiëntie en de smaak en malsheid van het vlees. Ze mijden de snelgroeiende genetische eigenschap en selecteren dieren waarvan de nakomelingen gezond zijn. Dat betekent dat ze een robuust immuunsysteem hebben en sterke poten om te springen en te rennen.
De producenten willen er zeker van zijn dat de dieren gelukkig zijn in vogeltermen. Ze moeten dus kunnen pikken en in de modder kunnen krabben. Een van de fokkers van deze beweging, Cooks Venture, meent dat de grote vraag en de concurrentie voor goedkoper vlees de kwaliteit van de kip naar beneden hebben gehaald. “De industrie zit op een op hol geslagen trein.”
Patent op genetica
Toch zal het niet makkelijk zijn voor nicheproducenten om “ethische” kippen te fokken. Bijna alle kippen zijn van een snelgroeiende stam, en die is in handen van twee fokkers. Aviagen Group en Cobb-Vantress, onderdelen van respectievelijk EW Group en de Amerikaanse reus Tyson Foods . Fokkers die nieuwe lijnen willen ontwikkelen, moeten dus voorzichtig zijn. De kans is groot dat de genetica gepatenteerd is of dat er intellectueel eigendom op rust.
Hoewel er een groot dierenwelzijns- en kwaliteitsprobleem is bij de massaproductie van kippen, blijft het het populairste stuk vlees in de VS. Zelfs rundvlees en varkensvlees moet onderdoen voor de kip, waarvan de gemiddelde consumptie op bijna 58 kg per persoon ligt. In het afgelopen jaar hebben supermarkten en restaurantketens als KFC gemeld dat ze niet voldoende kip kunnen krijgen.
Langer leven
Toch menen sommige bedrijven dat ze kippen kunnen kweken die een gelukkiger leven leiden en beter smaken. Maar het fokken van die kippen is een moeizaam en duur proces. Scott Sechler, eigenaar van het kippenbedrijf Bell & Evans, zegt dat het moeilijk is om een smakelijk dier te kweken dat ook langer kan leven. Het bedrijf heeft 75 miljoen dollar (65 miljoen euro) geïnvesteerd in een nieuwe kippensoort dat langzamer groeit. Maar nog geen enkele vogel had vlees dat mals genoeg was. “Elk ouder dier heeft meer smaak maar wordt taaier”, zegt hij. “Consumenten houden daar niet van.”
Voorstanders van die langzamere aanpak, zeggen echter dat smaken veranderen. Global Animal Partnership, een ngo voor voedseletikettering, beaamt dat. De groep is van plan een herziene lijst van goedgekeurde rassen uit te brengen. In eerste instantie zal die lijst enkele van de grotere rassen uitsluiten en een paar nieuwe rassen toevoegen. “Het is misschien een iets kleiner stuk kip op je bord voor dezelfde prijs”, zegt Anne Malleau, uitvoerend directeur van de groep. “Maar het is beter voor de kip, en we hopen dat de consument daar de waarde van inziet.”
(NS)