William Boeva is de tweede gast in het huidige seizoen van Het Huis. De comedian vertelt daarin openhartig tegen presentator Eric Goens zijn opmerkelijke levensverhaal, een verhaal waarin hij veel moeilijkheden moest overwinnen, maar gelukkig ook veel kansen kreeg.
Eén presentator en één gast per aflevering in een groot huis … het concept gaat ondertussen al enkele jaren mee. Enkele weken geleden kwamen we al te weten wie de nieuwe gasten van dit seizoen zullen zijn. Komende maandagavond is het, na Hugo Sigal, aan William Boeva. Later volgen ook nog Mathias Vergels, Stephanie Planckaert, Coely, Herman Brusselmans, Riadh Bahri en Alexander De Croo.
William Boeva
William Boeva zorgt alvast voor een opvallende entree, want hij rijdt met zijn Maserati naar het huis. “Ik denk dat ik de enige gehandicapte in België ben die met een Maserati rijdt. Voor mij is dat een sociaal statement. Het is precies alsof ik enkel met een Renault Kangoo zou mogen rijden”, legt hij uit aan Eric Goens.
In het huis trekt William meteen naar de fotokamer, waar het vooral gaat over de foto van zijn overleden vader. “Mijn vader schopte tegen de dingen waartegen je niet zou mogen schoppen. Eeuwig in het verzet en ik doe hetzelfde met mijn comedy. Ik was zijn jongste zoon en was ook de enige zoon naar wie hij luisterde. Op zijn sterfbed zei hij dat ik een show over hem moest maken en vooral de slechte dingen moest vertellen, omdat de mensen daar het meest mee lachen. Toen besefte ik dat hij heel goed wist wat ik deed. Er vielen toen heel veel puzzelstukjes in elkaar voor mij”, vertelt William.
Jeugd
In Het Huis blikt William uiteraard ook terug op zijn jeugd. Daarin onderging hij in totaal maar liefst 24 operaties. Daarbij werd telkens een arm of een been werd gebroken in de hoop dat zijn ledematen zo langer zouden worden. “Zonder die operaties had ik alles in mijn leven moeten aanpassen. Nu gaat het soms gewoon moeilijk. Ik ben dankbaar dat die behandelingen bestonden. Maar deugd deden ze niet”, legt William uit. Hij bewijst dat meteen ook door zoveel mogelijk oefeningen in de sportkamer ook effectief te doen.
Zijn jeugd doet William Boeva ook terugdenken aan het feit dat velen hem niet naar een gewone school wilden laten gaan. “We sturen veel meer kinderen naar het buitengewoon onderwijs dan eigenlijk nodig is. En dat is ook niet goed voor kinderen zonder een beperking. Want hoe moeten zij leren omgaan met kinderen met een beperking als ze hen nooit zien? We hebben er al heel veel kinderen mee vergooid. Ik heb geluk gehad dat ik niet ben vergooid”, klinkt het.