Ik heb een afspraak met Jan Leyers, een man die een licentiaat in de filosofie heeft behaald, muzikant, songschrijver en schrijver is, maar ook presentator en televisiemaker. Leyers is niet in een hokje te duwen, maar heeft nu dat van performer weer wijd open getrokken. Op zijn nieuwe tournee speelt hij liedjes uit heel zijn oeuvre en nummers van zijn aankomende tweede album vol Nederlandstalige liedjes waarvan Je Weet Me Te Vinden de voorloper is.
Jan Leyers: Heel mijn leven heeft zich uitgetekend als het voor me uit schuiven van het moment waarop ik moet beslissen wat ik nu echt wil worden. In mijn kern voel ik me muzikant. Muzikant worden is ook de enige echte ambitie geweest die ik ooit gekoesterd heb. Al de rest waren treinen die voorbij kwamen waar ik opgestapt ben.
En ik denk dat mij nergens op laten vastpinnen misschien wel een onbewuste drang is die ik in me heb. Dat was ook een angst, vroeger. Dat ik aan iets zou beginnen en dat tot mijn 65e zou moeten doen. Werkzekerheid was voor mij een schrikbeeld. “Morgen zien we wel”, mijn geestesgenoten en ik zagen daar de charme wel van in. We zagen “het burgerlijke” iets dat perfect samenvatte wat je moest mijden. We wilden blijven dwalen.
Weet je, even belangrijk zijn de treinen kiezen waar je niet op springt. Toen ik 23 was kreeg ik het aanbod om politiek secretaris te worden van een Antwerps schepen. We waren begin jaren 80, de werkloosheid woedde enorm, jobs waren heel schaars en iedereen, mijn vader voorop, zei “Dat ga je toch doen?” Maar ik voelde gewoon dat die wereld niets voor mij was. Voor ik het goed en wel zou beseffen zou ik de hele dag een das moeten dragen en mijn tijd moeten zitten verdoen in vergaderingen. Nee, bedankt.
Het woensdagnamiddaggevoel
Je nieuwe single Je Weet Me Te Vinden deed me ook denken aan je passage in Het Zomert Met…met Bruno Wynendaele. Je was de gast van Bart Peeters en jullie hadden het over vriendschap en over dat mannen niet altijd alles tegenover elkaar hoeven uit te spreken. Bruno vond hoe Bart en jij dat deden blijkbaar vreemd.
Leyers: Ik heb er achteraf ook veel reacties op gekregen en ik denk dat Bart en ik helemaal geen uitzondering zijn. Mijn nieuwe band bestaat ook allemaal uit mannen. We hadden een week gerepeteerd voor de nieuwe tournee en het einde van de laatste dag besefte ik dat we het geen enkele keer hadden gehad over één van onze kinderen. Wel over Trump en de brexit, over België-Brazilië en over Lukaku, maar niet over de dingen ‘die er écht toe doen’.
En waaraan ligt dat? Ik weet het niet. We kwamen ook met allemaal samen om letterlijk te “spelen” met elkaar. Spelplezier. Dat hebben we toch nog altijd: een woensdagnamiddaggevoel. Wat me ook opvalt als we gaan optreden: ik kijk nooit naar de klok om af te tellen. Dat is toch vooral het gevoel dat me bijblijft van enkele vroegere jobs, zoals het vullen van rekken in de GB, bijvoorbeeld. Je zou ook kunnen zeggen dat dat escapisme is. Maar wat is daar mis mee?
Je componeerde, arrangeerde en produceerde alle tracks zelf voor je album ‘Helder’ zelf. Doe je dat nu weer voor het aankomende album?
Leyers: Ja, het blijft tuinhuisgepruts. (lacht) Maar de nieuwe nummers die we spelen wil ik bewust anders doen groeien. Eerst het podium en dan de plaat. Voor de eerste plaat heb ik dat niet zo gedaan omdat ik toen niet zomaar even een tournee kon bestellen. Nu kon ik dat wel. Bij Soulsister was het omgekeerd: de eerste plaat bestond uit nummers die we al lang live speelden. De tweede plaat moest er vrij snel komen en bestaat uit nummers die we opgenomen hebben zonder ze ooit eerst live te spelen.
Elke plaat heeft zijn eigen ontstaansgeschiedenis. Je moet altijd een plan hebben én de bereidheid om op elk moment dat plan te laten vallen of om te gooien.
Onlangs heb ik Boudewijn De Groot op Radio 1 horen vertellen dat hij zichzelf één keer heeft proberen produceren en daar nooit meer aan begint. Niet iedereen kan het dus. Wat moet je kunnen om jezelf te produceren?
Leyers: Dat is een moeilijke vraag… Ik denk dat het altijd makkelijker is om te zien of horen dat er iets mis is of verbeterd kan worden aan iets dat buiten jezelf ligt dan iets bij jezelf. Dat is één aspect.
(stilte) Ik weet het eigenlijk niet. Producen is elke dag twaalf beslissingkjes nemen die je ergens doen uitkomen. En maak je drie andere keuzes dan beland je ergens totaal anders. Ik denk dat ‘Helder’, mijn vorige plaat, in die zin geproduceerd is door heel veel mensen. Huisgenoten, buren, …
Ik denk dat ik de producer in iedereen naar boven haal door gewoon te vragen “Wat vind jij ervan?” En iedereen zegt altijd wel iets waar je iets aan hebt. Ik heb er nog nooit over nagedacht, maar eigenlijk is het wel zo: ik laat me producen door de mensen in mijn omgeving. En dat kan ook de pizzajongen zijn. Ieders input neem ik even au sérieux.
Een Nederlandstalige tekst schrijven is moeilijk omdat iedereen elk woordje begrijpt. Ik wil je daarom extra complimenteren met Dat Ze De Mooiste Is dat je ooit schreef voor Clouseau, dat vind ik de perfectie benaderen. Klopt het dat dat je allereerste Nederlandstalige liedjestekst was?
Leyers: Het klopt in die zin dat het de eerste Nederlandstalige liedjestekst was die ik schreef voor een popnummer. Voordien had ik al met Bart Peeters musicals voor het jeugdtheater en NT Gent geschreven dus daarvoor had ik ook al liedjesteksten geschreven, maar dat was dus specifiek voor musicals.
Het doet me veel plezier dat je zegt dat je die tekst zo mooi vind. Ik speel het nu ook op de tournee. Die tekst beviel Clouseau ook en dan heb ik samen met Frank Vander linden nog wel teksten voor Clouseau geschreven. Maar om voor mezelf in het Nederlands te schrijven, die klik is pas drie, vier jaar geleden gekomen.
Ik heb er heel lang over nagedacht vooraleer ik het geprobeerd heb. Het is oneindig veel genadelozer en moeilijker, want iedereen begrijpt elk woord. Een Engelse tekst, met alle respect, maar een Belgisch artiest kan in het Engels gewoon zingen wat hij wil. Ik heb nooit één vraag gekregen over mijn teksten voor ik ze in het Nederlands begon te schrijven. Dan is het gewoon een onderdeel van het geheel: je hebt drum, bas en tekst.
Naïef, maar aangenamer
Je hebt ‘Helder’ destijds uitgebracht in eigen beheer. Ik heb ook een interview met jou gelezen op de website van Psychologies waarin je stelt dat niemand nog iets uit overtuiging doet of omdat het een roeping is. Alles moet geld opbrengen tegenwoordig, alles draait om cijfers. Ik denk dat jij dat wel doet, luisteren naar je overtuiging.
Leyers: Om een
voorbeeld te geven: vroeger kon je ten rade gaan bij de priester. De priester
luisterde naar waar je mee zat, gaf zijn advies en dat kostte niks. Nu maken we met zijn allen een afspraak bij een therapeut. Na een uurtje betaal je vijftig euro en ‘moet je zelf aan de slag.’ Ik geloof dat er maar weinig wezenlijk nieuwe dingen ontstaan. Alles krijgt gewoon een nieuw jasje aangemeten, en hoe langer hoe meer geprofessionaliseerd. Als iets uitgedrukt wordt in fancy Engelse woorden, dan weet je: het kost geld.
Vandaag studeer je omdat je de grondstof bent van de economie van morgen. Ik ben geen wijsbegeerte gaan studeren omdat ik dat diploma ooit ten gelde wilde maken. Dat was het laatste waar ik mee bezig was. Ik heb volgens mij het woord “pensioen” nooit uitgesproken voor mijn 40e. Nu zijn er mensen die op hun 18e starten met pensioensparen. Dat maakt het zo klein.
Ik doe regelmatig vrijwilligerswerk. Daar krijg ik ook wel eens de reactie “Waarom doe je dat? Daar verdien je toch niks mee?” op. Je zong het destijds ook in Alles Komt In Orde: “Wat je geeft, dat krijg je terug.”
Leyers: Grappig dat je dat zegt, want dat is iets wat mij de laatste tijd wel eens door het hoofd schiet om ook te gaan doen. Iets waarvan je gegarandeerd weet dat het geen flauwekul is. De laatste regels van ‘Abbey Road’ van The Beatles waren ook: “And in the end, the love you take is equal to the love you make.”
Uiteindelijk komen we toch altijd terug bij The Beatles hé.
Leyers: Ja, The Beatles: hoe langer dat geleden is hoe onbegrijpelijker en fascinerender ik het vind wat ze gepresteerd hebben. Je moet er eens bij nadenken: toen The Beatles uit elkaar gingen, de facto in de zomer van 1969, was George Harrison nog maar 26 jaar. Dat is onvoorstelbaar.
Allah in Europa
Ik wil even weg van de muziek. Op ‘Helder’ stond een nummer Alles Komt In Orde. Ik heb ook naar Allah in Europa gekeken – waarvoor mijn felicitaties – en ik weet toch niet of je daar nu zelf ook nog in gelooft.
Leyers: De
volledige zin is: “Alles komt in orde/nu nog de rest” dus die dubbelheid zit
daar ook al wel in. Toevallig heb ik nu terug contact met mijn intussen extreem
hoogbejaarde professor filosofie van aan de Universiteit van Gent. We hebben
een paar keer gebeld en dat heeft me doen terugdenken aan de lessen die ik van
hem heb gehad in de jaren 70. De boeken die we hebben gelezen. En wat me
daaraan opvalt: buiten Europa was er toen niks, eigenlijk. Voor ons toch niet. Alle
verklaringen voor alle problemen vonden we op dit continent. Heel erg
eurocentrisch. Mede daarom ben ik beginnen reizen: om te weten hoe ze elders over de dingen denken.
En dat is soms heel erg anders. Toen
ik ‘De weg naar Mekka’ (2007) aan het maken was, in volle hoofddoekendebat, zei
onze gids Rachid: “Geef nu toe: als je een mooie vrouw hebt, dan wil je toch
niet dat een andere man haar schoonheid kan zien?” Ik legde
hem uit dat bij ons een vrouw die naar een feest gaat zich mooi maakt
voor zichzelf, voor haar man en alle andere
aanwezigen op het feest. Rachid dacht dat ik hem
in de mailing nam. En toen had ik het gevoel dat
er een scheidingslijn tussen ons liep die ik nooit eerder had ervaren, zelfs niet tijdens discussies met overtuigde trotskisten of maoïsten in de jaren zeventig.
Ben je optimistisch? Gaan we elkaar ooit ergens in het midden vinden, begrijpen of accepteren?
Leyers: Sommige mensen zeggen dat we de islam tijd moeten geven, dat hij later ontstaan is dan het christendom en nog niet dezelfde ontwikkeling heeft doorgemaakt. Maar dan ga je er impliciet van uit dat wij de koers trekken en dat iedereen vroeg of laat ons parcours wel zal volgen. Niet dus hé. Niet de hele wereld zal evolueren naar het westerse model.
Kijk, we moeten daar niet flauw over doen: onze eigen overtuigingen vinden we beter. Dat geldt voor iedereen. Anders zouden we voor het andere kiezen. Een katholiek vindt zijn katholiek geloof het hoogste dat er is, voor een moslim geldt hetzelfde. Alleen: bij ons kan je vrij voor je overtuiging kiezen. Ervoor kiezen om te veranderen of om helemaal niet met religie bezig te zijn. Dat is heel individualistisch westers. Er komen in Egypte behoorlijk weinig Egyptenaren op televisie die betogen dat elke Egyptenaar vanaf zijn 15e moet kunnen kiezen welke religie hij aanhangt. De ideologie van de individuele zelfbeschikking is een westerse vinding.
Nog iets totaal anders om mee af te ronden: je bent er 60 geworden dit jaar. Ik ben er – ook in mei – 32 geworden en ik vind dat absurd.
Leyers: Wacht maar af. (lacht) Vroeger stond een mens van 60 in zijn stofjas op de duiven te roepen. Nu niet meer, maar die 60 heeft effectief wel iets absurds. We gaan maar gewoon vooruit blijven gaan, zeker?
Nu moet ik denken aan Lied Voor Leon, waarin je zingt “Koester de dag/want hij gaat zo vlug.”
Leyers: Absoluut, daar drinken we nog eentje op!
De tournee van Jan Leyers kende afgelopen vrijdag zijn aftrap. Bekijk alle tourdata op de site van Rumoer.be!