De verkiezingsuitslag splijt meer dan ooit België in twee delen: in Vlaanderen halen de rechtse en extreemrechtse Vlaams-nationalisten bijna een meerderheid, in Franstalig België winnen de communisten en de groenen. Straks zullen relatief eenvoudig deelstaatregeringen gemaakt kunnen worden. Federaal wordt het één grote kladderadatsch.
“De koning zal Dafalgans nodig hebben. Die van één milligram, die zware.” Bart De Wever (N-VA) herhaalde vanmorgen nog eens zijn grapje over de federale regeringsvorming. Maar achter die grap schuilt de verbittering van de nederlaag, in combinatie met een morele winst: niet zijn partij, maar wel zijn analyse won gisteren.
“Wij zijn en blijven de grootste”
N-VA verloor de verkiezingen. De Wever stak zich daar ook niet achter weg. Hij had gehoopt op 30 procent, maar klokte flink lager af. De euforie van 2014 maakte plaats voor de koele rekenkunde van 2019 bij de N-VA: “Wij zijn en blijven de grootste”, zo maakte De Wever meteen duidelijk aan z’n collega-voorzitters. Het initiatief ligt bij hen, om een Vlaamse regering te gaan vormen.
Snel zal dat niet verlopen, want eerst is een obligaat rondje gesprekken met Vlaams Belang nodig. De discussie of het cordon sanitaire door N-VA zal gebroken worden of niet, is daarbij zonder voorwerp. De N-VA bestaat maar sinds 2001, het cordon dateert van 1991. De Wever onderschreef het nooit, hij kan het dan ook moeilijk ‘breken’.
Maar wie de geschiedenis van N-VA kent, weet dat die partij sinds haar bestaan in een bittere, harde strijd met Vlaams Belang zit. Inhoudelijk én persoonlijk botst het al jaren met Vlaams Belang: een cordon is dan niet nodig om te weten dat het water veel te diep is. Bovendien is er ook op het niveau van de Vlaamse regeringsvorming een harde mathematische logica: N-VA en Vlaams Belang hebben samen nét geen meerderheid. En dus kan N-VA perfect na een tijdje te hebben gepraat “vaststellen dat er geen enkele andere Vlaamse partij bereid is om met het Belang in zee te gaan”. CD&V en Open Vld deden gisterenavond immers al keihard de deur dicht voor Van Grieken en co.
De Waalse ruk naar links
De Wever verloor dan wel, maar zijn analyse won gisteren op spectaculaire wijze. In Vlaanderen halen separatistische en Vlaams-nationale partijen samen dus net geen meerderheid, in Wallonië en Brussel geeft de kiezer nog een ruk naar links aan het geheel. De communisten winnen fors, en ook het erg linkse Ecolo rukt op. Een totaal ander beeld aan beide kanten van de taalgrens dus.
Laat in de nacht bleek ook duidelijk dat de schade voor de enige centrumrechtse partij in Franstalig België, de MR, toch behoorlijk groot is. De liberale partij verliest overal, in de Kamer zelfs 6 zetels. De liberale familie van Charles Michel en Gwendolyn Rutten is niet langer de grootste: het is de PS van Elio Di Rupo die opnieuw de grootste familie aanvoert. De PS verloor maar drie zetels en heeft er nog 20 over. De kansen van Elio Di Rupo om straks opnieuw premier te worden, stegen plots tot spectaculaire hoogte.
Een Olijfboom in Wallonië en Brussel
Het Belgische federale niveau lijkt zo een complete kladderadatsch, het prachtige Duitse woord voor het geluid van een vallend en in stukken brekend voorwerp. Want Di Rupo mag dan terug ambities hebben, het is zeer onduidelijk met wie hij dan in godsnaam federaal een coalitie zal maken. Voor Wallonië en Brussel lijkt het spel gespeeld: een combinatie van PS-Ecolo-cdH ligt voor de hand, een Olijfboom zoals dat soort coalitie heet.
Maar een normale coalitie lijkt onwerkbaar op het federale niveau. Een Olijfboom of zelfs een klassieke tripartite halen geen meerderheid. De enige werkbare coalitie lijkt die van het Vlinderakkoord, de zesde Staatshervorming die er kwam onder Di Rupo: socialisten, christendemocraten, liberalen én groenen. Een linkse coalitie, op moment dat Vlaanderen massaal rechts stemt: een scenario dat er enkel na maanden diepe crisis kan komen. Want voor zowel Open Vld als CD&V is dergelijke combinatie een nachtmerrie: na een nederlaag in een door links gedomineerde regering Di Rupo moeten stappen.
Het spel moet federaal uiteraard eerst wel nog gespeeld worden. Op het Koninklijk Paleis staan ze daarbij voor enkele cruciale uren. Eén grote, politiek geladen vraag ligt meteen op het bord van de koning: nodigt hij de voorzitter van de grote winnaar van de verkiezingen, Tom Van Grieken, uit op de koffie? In het verleden heeft het Paleis een lange traditie van het Vlaams Blok, en later het Belang, negeren. En dat is niet zomaar symbolisch.
Het is immers de koning die het spel federaal verdeelt op dit moment. Hij ‘erkent’ de winnaars, en geeft het initiatiefrecht straks door, via een informateur, om regeringen te vormen. Al bij de val van Michel I nam het Paleis daarbij een straf standpunt in: Peter Mertens, leider van de PTB/PVDA werd wél ontvangen toen, het Belang niet. De redenering was op het Paleis dat “Vlaams Belang in een cordon sanitaire zit, en PVDA niet”.
Alleen die redenering klopt niet: de N-VA, nog steeds de grootste in Vlaanderen, sprak nooit zo’n cordon uit over het Belang. En net zo goed stellen N-VA, CD&V en Open Vld wel expliciet een veto tegen de communisten van PVDA.
De oefening die de komende weken moet volgen, is er een waarbij de andere Vlaamse partijen minstens een stukje theater opvoeren en ‘luisteren’ naar wat Vlaams Belang wil. Maar of de koning daar in meespeelt, valt nog af te wachten.
De Wever zet druk
“Hoe lang gaan we dit nog verder zetten, hoe lang gaan we dit nog verder zetten?” Wie vanmorgen een bedrukte De Wever beluisterde op Radio 1, kon moeilijk anders de knipoog naar Cicero en zijn “Quousque tandem abutere patientia nostra” zien. Een vleugje retoriek is nooit ver weg bij de N-VA-voorzitter. Maar het spel dat hij speelt, is hard: hoewel hij verloren heeft, wil hij z’n winnende analyse van de twee landen doorduwen, zeker federaal.
Daarbij wordt hij deze keer zelfs geholpen door Van Grieken. Die laatste heeft het discours van N-VA al naadloos overgenomen, de Vlaams-nationalistische partijen zitten mooi op één lijn: Vlaamse onafhankelijkheid is niet meteen nodig, zo laat Van Grieken weten. “De kaarten liggen zo moeilijk dat onafhankelijkheid niet bovenaan ligt.” En ook: op het federale niveau is iets anders nodig, zo zegt Van Grieken. “Het is een optelsom van twee democratieën. Iedere keer regeren partijen zich kapot op dat Belgische systeem.” Van Grieken had het niet mooier kunnen formuleren, geheel in lijn met wat de N-VA al jaren zegt.
Zowel N-VA als Vlaams Belang willen het federale niveau in de snelkookpot houden. “Een regering zonder een meerderheid aan Vlaamse kant, is voor ons een ‘majeur probleem'”, zo dreigde De Wever. Met andere woorden, een coalitie zonder N-VA is haast niet mogelijk. Maar tegelijk zet hij ook een veto: “Wij gaan na deze uitslag absoluut niet regeren met links.” Alleen, een regering op rechts is onmogelijk: de Zweedse coalitie is weggevaagd.
De Wever zet zo heel het federale spel in een catch-22-situatie, met de hulp van Vlaams Belang: een paradoxale situatie die onoplosbaar blijkt. En laat die onbestuurbaarheid op het federale niveau nu net de essentie zijn van De Wever zijn analyse: het systeem moet zelf op de schop. We vrezen dat de koning meer dan een stevige doos Dafalgans nodig zal hebben, de komende maanden.