Hoe goed ben je beschermd tegen zorgwekkende Delta-variant na een of twee prikken?

De Delta-variant van het coronavirus – die we vooral kennen als de Indiase variant – wint snel meer terrein in ons land – een op zes besmettingen zijn nu al van dat type. De variant is een stuk besmettelijker dan de andere varianten van het coronavirus. Dat is een groot probleem voor wie niet gevaccineerd is. Maar hoe zit het voor wie wel geprikt is? Hoe goed werken de vaccins van Pfizer, AstraZeneca, Moderna ertegen na respectievelijk een en twee prikken? En hoe zit het met Johnson & Johnson?

Ondertussen zijn 15,7 procent van alle bevestigde besmettingen in België Delta’s. Vorige week was dat nog 6 procent. In het Verenigd Koninkrijk worden de grote versoepelingen uitgesteld omdat de bewuste variant aan terrein wint en de meeste mensen nog niet volledig gevaccineerd zijn. Delta is gemeld in tachtig landen. Het is nu de meest voorkomende variant in India en Groot-Brittannië, waar het goed is voor meer dan 90 procent van de gevallen.

Waarom maken experts zich zorgen over de Delta-variant?

Delta, voorheen bekend als B.1.617.2, wordt beschouwd als de meest overdraagbare variant tot nu toe, en verspreidt zich gemakkelijker dan zowel de oorspronkelijke stam van het virus als de Alpha-variant die voor het eerst in Groot-Brittannië werd geïdentificeerd. Volksgezondheidsfunctionarissen daar hebben gezegd dat Delta 50 procent besmettelijker kan zijn dan Alpha, hoewel precieze schattingen van de besmettelijkheid variëren.

Ander bewijs suggereert dat de variant mogelijk in staat is om de antilichamen die door het lichaam zijn gemaakt na een coronavirusinfectie of vaccinatie gedeeltelijk te ontwijken. En de variant kan ook bepaalde monoklonale antilichaambehandelingen minder effectief maken.

Delta zou je ook ernstiger ziek kunnen maken, hoewel dat momenteel niet echt bewezen is.

Wat betekent vaccineffectiviteit?

Vaccineffectiviteit verwijst naar hoe goed een vaccin in de echte wereld werkt. Het percentage wordt gegeven met betrekking tot bepaalde uitkomsten, zoals infectie, symptomatische ziekte, ziekenhuisopname of overlijden.

Als een Covid-19-vaccin “90 procent effectief” is tegen symptomatische ziekten, betekent dit dat gevaccineerde mensen een 90 procent lager risico hebben om de ziekte te ontwikkelen dan degenen die niet zijn gevaccineerd. Dat wil zeggen dat van 100 niet-gevaccineerde mensen die symptomatische Covid ontwikkelden, er naar verwachting slechts 10 ziek zouden zijn geworden als ze waren gevaccineerd.

Het is echter belangrijk op te merken dat de cijfers over de effectiviteit van vaccins schattingen zijn die binnen een reeks mogelijke waarden liggen.

Dat gezegd zijnde, hoe effectief zijn de vaccins tegen de Delta-variant in vergelijking met de Alpha-variant?

Over het algemeen zijn Covid-prikken het meest effectief tegen de meest ernstige gevolgen, zoals overlijden, en minder effectief tegen minder ernstige, zoals asymptomatische infectie. Dat lijkt te worden bevestigd door – overigens erg goeie – gegevens die zijn verzameld voor de twee belangrijkste Covid-prikken die in het Verenigd Koninkrijk tegen beide varianten worden gebruikt: Pfizer en AstraZeneca.

Volgens cijfers verzameld door Public Health Scotland en gepubliceerd in het vakblad Lancet, daalde de bescherming tegen infectie ten minste twee weken na de tweede dosis Covid-prikken van 92 procent voor de Alpha-variant naar 79 procent voor de Delta-variant voor het Pfizer/BioNTech-vaccin. Voor het AstraZeneca-vaccin daalde de bescherming van respectievelijk 73 procent naar 60 procent.

Of: die twee vaccins (en ga ervan uit dat Moderna in de lijn van Pfizer ligt zoals blijkt uit eerste indicaties) werken minder goed tegen besmetting, zelfs na twee prikken. Maar ze werken nog altijd goed.

Maar hoe zit het met bescherming tegen symptomatische ziekte?

Ook die blijkt per variant te verschillen. Volgens de laatste cijfers van Public Health England (PHE) bood elk vaccin vier weken na één dosis bijna 50 procent bescherming tegen de Alpha-variant. Voor de Delta-variant was deze bescherming echter lager, waarbij één dosis van de Pfizer-prik ongeveer 36 procent bescherming bood tegen symptomatische ziekte. Voor één dosis van het Oxford/AstraZeneca-vaccin was dat ongeveer 30 procent.

Twee weken na de tweede dosis waren de verschillen in vaccineffectiviteit per variant bescheidener. Pfizer bood 88 procent bescherming tegen symptomatische ziekte met de Delta-variant (vergeleken met 94 procent) bescherming tegen de Alpha-variant. Voor het AstraZeneca-vaccin waren de cijfers respectievelijk 67 en 74 procent.

Het verschil in effectiviteit tussen de vaccins na twee doses kan worden verklaard door het feit dat de introductie van de tweede doses AstraZeneca later was dan voor het Pfizer-vaccin, en ook andere gegevens over antilichaamprofielen laten zien dat het langer duurt om maximale effectiviteit te bereiken met de AstraZeneca.

Of: zelfs als je één prik hebt gehad, blijkt wel degelijk dat de kans dat je ziek wordt wanneer besmet met de Delta-variant hoger is. Maar na twee prikken is dat verschil zo goed als weg.

En wat met de kans om in het ziekenhuis te belanden?

Bescherming tegen ernstige ziekten is de meest cruciale maatstaf uiteraard, niet in de laatste plaats voor het beoordelen van de potentiële druk die een nieuwe golf van infecties op de gezondheidsdiensten zou kunnen uitoefenen. Het goede nieuws is dat voor dit resultaat de prikken vergelijkbare bescherming lijken te bieden tegen beide varianten.

En hier is nog goed nieuws, ook voor wie nog maar één prik heeft gehad. Volgens de analyse van PHE was de Pfizer-prik 94 procent effectief tegen ziekenhuisopname met de Delta-variant na één dosis en 96 procent na twee doses. Voor AstraZeneca is dat 71 procent na één prik en 92 procent na twee prikken.

Deze bescherming tegen ziekenhuisopname is vergelijkbaar met die voor de Alpha-variant, waarvoor de Pfizer-cijfers respectievelijk 83 en 95 procent waren na de eerste en tweede prik, en respectievelijk 76 en 86 procent voor de AstraZeneca-prik.

En het zit het met Johnson & Johnson?

De goede data die we hebben voor de vaccins van Pfizer en AstraZeneca in verband met de Delta-variant, hebben we (voorlopig) niet voor het Janssen-vaccin. Maar vroeg onderzoek in de Verenigde Staten wijst uit dat het Johnson & Johnson-vaccin iets minder effectief is dan Pfizer en Moderna tegen B.1.617.2 (Delta-variant).

Uit Amerikaanse schattingen blijkt dat het Johnson & Johnson-vaccin ongeveer 60 procent effectief lijkt te zijn tegen symptomatische ziekte na besmetting met de Delta-variant, vier weken na te zijn gevaccineerd.

(am)

Lees ook:

Meer
Lees meer...