Het tiende seizoen van Liefde voor Muziek gaat op 12 maart van start. Voor dit jubileum brengt de show negen sterren van alle voorgaande seizoenen samen. De artiesten trokken hiervoor naar Frankrijk en brachten in totaal 81 nummers uit. Wij spraken met Johannes Genard, frontman van School is Cool, over hoe hij het seizoen beleefde.

Door Victor Peeters en Runa Swiggers

Hoe is jouw liefde voor muziek ontstaan?

Johannes Genard: “Als kind luisterde ik voornamelijk naar klassieke en volksmuziek. Mijn interesse begon te groeien, vooral door mijn fascinatie voor piraten en cowboys. Ik ontwikkelde een voorliefde voor Ierse folk, dat een piratenachtige sfeer had. Ik had eigenlijk nooit echt interesse om zelf muziek te maken, tot ik op mijn 16de mijn eerste elektrische gitaar cadeau kreeg van mijn moeder. Dat opende de deur naar metal met Linkin Park en Korn, wat nu raar genoeg terugkomt. Ik dacht: ‘Hier kan ik meer mee doen en nieuwe muziek ontdekken zoals Nirvana, de Pixies en veel alternatieve bands.’ Op een gegeven moment weet je het: ik wil muziek maken.”

Beschouw je jezelf ook als een alternatief persoon?

“Ik sta dan wel op tv liedjes te coveren van Regi, dus super elitair indie ben ik niet. Maar in mijn hart ben ik zeker een indie-persoon. Ik bezoek kleine zaaloptredens, breng mijn muziek zonder label uit, kijk naar indiefilms en mijn favoriete artiesten zijn misschien wereldbekend maar hebben toch een eigenzinnig randje. Denk maar aan Björk, Vampire Weekend, Arcade Fire en Kate Bush. Het is vreemd en leuk om deel te nemen aan Liefde voor Muziek omdat het een totaal andere wereld is waar ik even op vakantie mag gaan.”

Je hebt acht jaar geleden al meegedaan. Welke cover van 2016, die jij gemaakt hebt, is voor jou blijven hangen?

“Naast de nummers die ik al duizend keer heb gespeeld en dat ik ook met heel veel plezier nog speel, ben ik heel trots op die van Sioen, Hope for This Land. Ook die van Ian Thomas, Till The Morning, was een nummer waar ik eerst niet goed wist wat ik moest doen. Uiteindelijk heb ik er een bluesnummer van gemaakt. Die cover was geweldig om met de band te spelen en zelfs Paul Michiels deed een mondharmonica solo tijdens mijn optreden. Sioen wist niet dat dat de bedoeling was en dacht: ‘Ja, we mogen gewoon gaan meedoen’. Hij sprong naar de piano en speelde mee. Dus dat was een hele leuke en levendige sfeer.”

Stap je dit seizoen weg van het Engels?

“Ik heb meerdere nummers in het Nederlands gezongen. Ondanks dat ik niet blij ben met mijn accent, heb ik me er toch aan gewaagd. Ik ben heel zelfbewust over mijn accent omdat ik mijn Antwerps tussentaaltje niet zo mooi vind. Tourist LeMC is ook van Antwerpen maar heeft een heel apart accent. Ik vroeg me altijd af uit welke buurt hij komt, maar die spreekt eigenlijk met een Franse hiphop-cadans.”

Voelde jouw eerste deelname aan Liefde voor Muziek voor jou als een doorbraak voor een breder publiek?

“Ik heb een doorbraakprijs van de Zomerhit gewonnen dat jaar, dus ja ergens wel. Het was zeker een doorbraak, maar mijn voornaamste intentie is niet om een beroemdheid te zijn. Ik wil gewoon muziek maken zolang ik kan en zolang mensen mij kansen geven, grijp ik die. Liefde voor Muziek voelde als een leuke vakantie, een uitstap naar een andere wereld waar ik even in de schijnwerpers sta. Daarna duik ik weer de studio in.”

Hoe was de sfeer achter de schermen en worden er onverwachte vriendschappen gesmeed voor lange duur in dit avontuur?

“De sfeer was geweldig! Het is grappig hoe je, ondanks de constante aanwezigheid van camera’s, binnen enkele dagen al filosofische gesprekken voert en zielsontblotende verhalen vertelt. Dat is heel speciaal, dat je eigenlijk heel snel vriendschappen smeedt. Ik kon het zelf goed vinden met Stan Van Samang, Kris Wauters en de K3-leden. Figuren zoals K3 zijn wel wat ‘larger than life‘. Ze moeten omgaan met heel andere zaken dan ik. Mijn leven is vrij rustig, terwijl dat van K3 dat niet is. Ik heb respect en bewondering voor hoe ze dat aanpakken.”

Is er iemand die jou helpt bij het coveren van muziek?

“Ik sta erop om het idee helemaal zelf uit te werken, maar ik moet wel zeggen dat Jeroen Swinnen, de componist, niet genoeg lof krijgt. Bij mijn eigen groepje, School is Cool, is dat heel gemakkelijk want die kennen al mijn referenties en weten exact wat ik bedoel. Maar bij een volledig andere band, die een heel ander muzikaal universum heeft, was dat veel moeilijker om dat gecommuniceerd te krijgen en Jeroen heeft daar heel hard bij geholpen. De cover van K3 was de grootste uitdaging. Ik heb die tekst volledig omgedraaid en heel zelfkritisch op mezelf gekeerd.”

Is er een bepaalde muziekstijl die jij graag hoort, die anders is dan jullie brengen met School is Cool?

“Ik ben niet per se een musicalfan maar ik vind dat soms wel heel mooi en ontroerend. Ik heb een musicalnummer gekozen bij iemand, wat hatelijk was om te zingen. Ik heb zoveel respect voor musicalartiesten. Voor de rest heb ik eigenlijk geprobeerd om het wel naar mijn universum te trekken. Waarom ik voor musical heb gekozen? Het moest van mijn familie.”

Welke artiest gaat volgens jou het meest verrassen deze editie?

“Goh, dat is moeilijk want iedereen heeft al meegedaan en heeft al veel mensen verrast. Ik was heel verrast bij de cover van K3, die een heel knappe versie van mijn liedje hebben gebracht. Maar ik denk dat Laura Tesoro het eigenlijk ook heel goed gaat doen. Die heeft heel veel muzikaal inzicht tentoongesteld en gewoon fantastisch gezongen ook. Maar ja, het is ook altijd schokkend om een Jasper Steverlinck bezig te zien. Ik ben er altijd slecht van als ik die hoor zingen. Iedereen heeft altijd wel een moment gehad. Mijn aflevering was een van de mooiste avonden van mijn leven, echt prachtig.”

Mooier dan jouw deelname in 2016?

“Nu wist ik hoe speciaal dat kon worden en het heeft het wel echt overtroffen. Het verschil met een ander seizoen is dat je alle strevers van alle seizoenen samenzet en die loslaat op elkaar. Wat echt insane is. In plaats van zes covers zijn het er nu negen, dus dat is gigantisch veel meer muziek. Hoe meer muziek, hoe meer liefde voor muziek!”