Een nieuwe bananenschimmel verspreidt zich snel over de wereld. Het probleem werd tien jaar geleden voor het eerst in Afrika opgemerkt en de opmars van de ziekte vormt een bedreiging voor de voedselzekerheid van het continent. Dat blijkt uit een onderzoek van wetenschappers aan de Universiteit Wageningen en de Universiteit Utrecht.
De Nederlandse wetenschappers verwijzen daarbij naar een fusarium-schimmel die tien jaar geleden in Mozambique werd aangetroffen De schimmel zou zich vanuit Azië naar Zuid-Amerika en Afrika hebben verspreid.
“Na de eerste waarschuwingen in Mozambique negen jaar geleden, werden er jarenlang geen meldingen meer ontvangen”, stipt onderzoeksleider Gert Kema, hoofd van het Phytopathologisch Laboratorium van Wageningen Universiteit, aan. “Het leek erop dat de ziekte in Afrika onder controle was. Nu blijkt echter dat dit niet het geval was.”
Verspreiding
“De ziekte breidt zich nog steeds uit, ook bij kleine boeren en gezinnen die in hun tuin bananenplanten houden”, benadrukken de onderzoekers. “Deze groepen hebben echter meestal niet de kennis om de ziekte te herkennen.”
“Daardoor zijn ze ook niet in staat om het probleem adequaat te behandelen. Het is dan ook nagenoeg onvermijdelijk dat de ziekte zich ook naar andere Afrikaanse landen zal verspreiden. Dat kan bijzonder zware consequenties hebben.”
De wetenschappers wijzen er daarbij op dat bananen in landen zoals Tanzania, Malawi, Oeganda en Rwanda voor miljoenen mensen het belangrijkste voedingsmiddel zijn. “De bevolking teelt er vaak de Cavendish-banaan die in supermarkten over de hele wereld wordt verkocht, maar in veel gevallen ook lokale bananensoorten.
“Het is momenteel niet bekend welke bananensoorten voor de schimmel vatbaar zouden zijn”, betogen de onderzoekers. “Dit betekent echter dat de voedselzekerheid in deze landen door de ziekte wordt bedreigd.”
Panamaziekte
Kema wijst erop dat de fusarium-schimmel in de wereld van bananentelers een bekend verschijnsel is. “In de jaren twintig, dertig en veertig van de vorige eeuw heeft de Panamaziekte aan de bananenteelt in heel Latijns-Amerika grote schade aangericht”, voert hij aan.
“Die ziekte werd veroorzaakt door verschillende fusarium-schimmels. Er kon pas een einde aan de bedreiging worden gemaakt nadat de boeren massaal de resistente Cavendish-banaan begonnen te telen.”
De Cavendish-banaan domineert momenteel de wereldmarkt. De plant is echter niet immuun voor de nieuwe fusarium-soort, die vele bananensoorten aantast. “Met plantages die allemaal dezelfde banaan telen, kan de ziekte zich snel verspreiden”, voert Kema aan.
“We hebben hier te maken met een bodemschimmel. De verspreiding van de bedreiging wordt onder meer door overstromingen bevorderd. Bovendien kan de schimmel worden overgedragen langs besmet gereedschap, grond die op schoenen en autobanden. Er is veel verkeer op plantages en de bananen worden met de hand geplukt. Dat maakt het moeilijk om de schimmel te bestrijden.”
“Bij de epidemie van de voorbije eeuw bleek geen enkele inspanningen in staat om de verspreiding van de ziekte te voorkomen”, merken de Nederlandse onderzoekers nog op. “Er moet nu in eerste instantie worden uitgezocht welke rassen al dan niet voor de schimmel vatbaar zijn.”
“Dat is een proactieve aanpak. Zodra de bedreigende fusarium-soort ergens opduikt, moet alles in het werk worden gesteld om de uitbraak in te dammen. Bovendien moet bekend worden gemaakt welke rassen er nog kunnen worden geteeld. De ultieme oplossing ligt in de creatie van nieuwe, resistente rassen. Dat is echter een tijdrovend proces.”
Immuunrespons
Een aantal onderzoekers zeggen inmiddels echter wel te hebben ontdekt op welke manier een immuunrespons in de Cavendish-banaan kan worden opgemerkt. Daarbij zou gebruik worden gemaakt van een verzwakte fusarium-stam. “Er is nog meer onderzoek nodig om de mogelijkheden van deze aanpak te analyseren, maar dit kan wel bijdragen tot een toekomstige oplossing.”
Kema wijst erop niet voor de bevoorrading van de Europese markt te vrezen. “Op termijn zullen op die markten ook andere bananen worden afgezet”, benadrukt hij. “Het is ook niet onze grootste zorg om ervoor te zorgen dat westerse consumenten in de toekomst nog bananen zullen kunnen eten.”
“Het gaat hier vooral om de Afrikaanse voedselzekerheid. De snelle verspreiding van de schimmel kan daar voor grote problemen zorgen.”
(jvdh)