Een nieuw onderzoek van de Britse National Health Service (NHS) naar de symptomen van besmettingen met Omikron-variant van het coronavirus bevestigen eerdere studies. In vergelijking met de Delta-variant veroorzaakt Omikron veel vaker keelpijn, maar slecht een fractie zo vaak geur- en smaakverlies.
Dat de Omikron-variant de coronpandemie voor goed veranderd heeft, is een understatement. Deze nieuwste variant blijkt veel besmettelijker en heeft in zo goed als alle landen de besmettingscijfers naar recordhoogtes gestuwd. Toch was de Omikron-variant op heel wat vlakken ook goed nieuws. Deze nieuwe variatie blikt namelijk verhoudingsgewijs voor heel wat minder ziekenhuisopnames te hebben gezorgd, zeker bij wie gevaccineerd is tegen het coronavirus.
Britse, Japanse en Indiase onderzoekers ontdekten eerder al dat wijzigingen aan het stekeleiwit van het virus ervoor gezorgd hebben dat de Omikron-variant er minder goed in slaagt om de longcellen binnen te dringen en zich daar te ontwikkelen. Het virus zou zich daarentegen veel meer ontwikkelen in de bronchiën, de luchtwegvertakkingen onder de luchtpijp. Dat zorgt niet alleen voor minder zware gevallen, maar is ook de reden waarom Omikron besmettelijker is.
Vaker keelpijn
Uit een nieuw, recent onderzoek van de NHS is nogmaals gebleken dat Omikron een heel ander effect heeft op het menselijke lichaam dan de vorige grote variant, namelijk Delta. Dat verschil uit zich zeker en vast ook in de symptomen die besmette personen ondervinden.
Het meest kenmerkende verschil in symptomen is het voorkomen van keelpijn. In vergelijking met de Delta-variant zouden mensen die besmet zijn met de Omikron-variant bijna dubbel zo vaak last hebben van keelpijn. Ook koorts en hoesten komt vaker voor, respectievelijk 16 en 13 procent meer in vergelijking met Delta.
Veel minder geur- en smaakverlies
Waar mensen die besmet zijn met Omikron dan weer heel wat minder vaak last van hebben, is geur- en smaakverlies. In vergelijking met Delta-besmettingen zou dat amper één vijfde zo vaak voorkomen. Rode en geïrriteerde ogen komen dan weer 30 procent minder vaak voor en ook niezen (-19 procent), een loopneus (-18 procent), kortademigheid (-16 procent), verminderde eetlust (-15 procent), hoofdpijn (-9 procent) en duizeligheid (-9 procent) wordt minder vaak vastgesteld.