Rapport: Strijd tegen klimaatverandering moet ook ongelijkheid bekampen

Het aanpakken van de ongelijkheid in de wereld is de sleutel om uitzicht te krijgen op de publieke steun die noodzakelijk is om de wereldeconomie te revitaliseren en de klimaatverandering om te keren. Dat staat in een rapport van wetenschappers achter het model Earth4All, dat een update vertegenwoordigt van een studie die vijftig jaar geleden door medewerkers van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) in opdracht van de Club van Rome over milieustress werd gepubliceerd.

In de studie ‘Limits to Growth’ waarschuwde de Club van Rome vijftig jaar geleden voor een wereld die door een toenemende consumptie ontwricht geraakt. De conclusies van het rapport werden door een groep kritische stemmen aangevochten, maar werden door anderen bejubeld als een vooruitziende analyse over de versnelling van de planetaire stress.

Verder bouwend op dat oorspronkelijke model, heeft een nieuwe groep wetenschappers nu een analyse gemaakt van de extra impact die door de evoluties de voorbije vier decennia zou moeten worden geregistreerd.

Gebrek aan vertrouwen

Indien er niet wordt ingegrepen en alles in dezelfde richting blijft evolueren, zal de wereldwijde ongelijkheid volgens de onderzoekers verder toenemen. “Daardoor zal het vertrouwen in regeringen en andere instellingen verder afzwakken”, merkt Per Espen Stoknes, een van de auteurs van het nieuwe rapport, op.

“Daardoor zal een samenwerking om de klimaatverandering en andere bedreigingen het hoofd te bieden, veel moeilijker kunnen worden gerealiseerd. Wanneer het sociale vertrouwen afneemt, wordt de snelheid van het overheidsbeleid afgeremd. Hierdoor zullen er veel minder wetten en subsidies voor de vergroening van de economie en het energiesysteem kunnen worden gerealiseerd.”

Wanneer er geen actie wordt ondernomen om het tij te keren, zou het welzijn van de gemiddelde werknemer – die op jaarbasis nagenoeg evenveel uitgeeft als verdient – volgens de studie rond het begin van deze eeuw een hoogtepunt hebben bereikt.

“Vervolgens zou tot het midden van deze eeuw een daling moeten worden vastgesteld, gevolgd door een afvlakking de daaropvolgende vijftig jaar, ondanks de aanhoudende groei van de wereldeconomie tijdens dezelfde periode”, luidt het.

Extra rijkentaks

“Indien echter veranderingen zouden kunnen worden doorgedrukt, zou een scenario kunnen worden gecreëerd waarin het wereldwijde menselijk welzijn daarentegen verder zou kunnen blijven toenemen”, stippen de onderzoekers anderzijds aan.

Daarbij wijzen de auteurs onder meer op maatregelen zoals het geleidelijk afschaffen van het gebruik van fossiele brandstoffen, het voorzien van adequate pensioenen, het belasten van de rijkste bevolkingsgroepen met een extra heffing van 10 procent en het kwijtschelden van de schulden van landen met lage inkomens.

Wanneer men tegen het midden van deze eeuw een wereldwijde temperatuur wil hebben die minder dan 2 graden Celsius boven de niveaus van het industriële tijdperk uitstijgt en tegelijkertijd ook een einde wil maken aan de armoede, zal volgens het rapport tussen 2 procent en 4 procent van de wereldwijde productie moeten worden opgeofferd. Dat zou een jaarlijks bedrag tussen 2.000 miljard dollar en 4.000 miljard dollar kosten.

“We moeten sociale, ecologische en economische factoren op gelijke voet behandelen,” merkte Sandrine Dixson-Decleve, een andere auteur van het rapport en mede-voorzitter van de Club van Rome, op. “Ongelijkheid en armoede kunnen op nieuwe ontwikkelingen een grote impact hebben. Het uitroeien van de armoede is dan ook even belangrijk als het elimineren van de emissies van broeikasgassen.”

Meer
Lees meer...