Shht is live al lang een soort publiek geheim, nu wordt ook hun eerste album ‘Love Love Love’ aan het hart gedrukt

Toen ze in 2016 meededen aan de preselecties van de Rock Rally heetten ze nog ‘De Pascal Deweze Fanclub’, nu gaan de vijf heren door het leven als het veel meer universele Shht. De vijf zijn nét terug van Spanje, zijn al langs Het Depot gepasseerd en bereiden een show in Trix voor. Drie van de vijf staan ons met veel goesting te woord: James de Graef, Michiel Randsome en de iets later binnengewaaide Mathijs Steels.

Shht leeft: debuutplaat ‘Love Love Love’ wordt bejubeld, het concert in Het Depot werd wegens groot succes verplaatst naar de grote zaal. 23 maart wordt helemaal een topper, want wie dan afzakt naar De Kreun krijgt op één en dezelfde avond Whispering Sons (lees hier onze interview met hen), Shht, El Yunque en ook nog It It Anita, waarmee Shht net terug is van een tournee door Spanje.

Mathijs: We zijn echt kapot. Maar ’t was goed, we hebben ons geamuseerd. Lekker eten. Goeie shows. En echt wel wat volk ook. It It Anita heeft daar echt al wel wat naam gemaakt.

James: We hebben een pentagram door Spanje gemaakt eigenlijk. Maar vanuit het busje hebben we ook wel gezien wat voor een mooi land Spanje eigenlijk is. Bij Spanje dacht ik altijd aan strand. Maar als je er zo eens doorheen rijdt, dan besef je dat het veel meer is dan dat. Maar goed, toeren, dat is vooral heel veel in een busje zitten is. En heel veel wachten. En tegelijkertijd top! Veel feesten én vroeg opstaan.

Jullie hebben al jullie ambitie uitgesproken om internationaal iets te gaan betekenen. Door de gemiddeld nogal nuchtere Vlaming kan je dan snel als arrogant bekeken worden. Al lijkt dat de laatste jaren wel te veranderen, steeds meer Belgische bands kondigen ineens een Europese tournee aan.

James: Ik denk dat het ook allemaal wat toegankelijker is dan vroeger. Er is veel meer een infrastructuur aanwezig om dat internationaal toeren mogelijk te maken. Vroeger was dat veel moeilijker voor kleinere bands.

Mathijs: En, niet onbelangrijk, er is GPS, waardoor we nu überhaupt kunnen vinden waar we moeten zijn. (lacht)

Niet alleen maar muziek

Ik zou een zinnetje uit het openingsnummer op de plaat, Soup, willen aanhalen: “Everything is digital and nothing is original.” Die AND daartussen is vreemd, dat impliceert een verband tussen die twee. Vreemd toch voor een band die graag speelt met stemvervormers, samples etc.

James: Ik zou denken dat er gewoon niet over is nagedacht, dat het gewoon iets met het ritme te maken had of zo. Ik denk dat het ook een beetje opsommend is,

Naar dit antwoord ben ik echt benieuwd: wie of wat zijn jullie invloeden? Het antwoord mag breder gaan dan alleen het puur muzikale.

Michiel: We luisteren heel veel muziek en er zijn heel veel artiesten waar we naar opkijken, maar dat wil niet zeggen dat we alleen maar met muziek bezig zijn. Film is ook heel belangrijk voor ons, performance art. In 67 gebruiken we bijvoorbeeld een deel van een interview van Eric Andre, een heel interessante figuur. Hij neemt zichzelf helemaal niet serieus en dat vinden we wel interessant. Hij maakt op een soort nihilistische manier televisie. Hij verwart zichzelf en probeert daar de schoonheid van in te zien.

James: Die laatste show van David Byrne ook, ik heb die op Rock Werchter gezien: waanzinnig goed en veel breder dan alleen maar muziek hé. Dat is het summum. We proberen sowieso altijd wel zo multimediaal mogelijk te gaan.

Michiel: En Mr. Oizo. Zijn muziek én zijn films.

Jullie zeggen dat nu, dat jezelf niet serieus nemen belangrijk is voor jullie en jullie humor wordt ook in elk interview en in elke recensie aangehaald. Maar dat wil niet zeggen dat er niks serieus te nemen valt. Vooral tekstueel wordt het af en toe toch heftig en dat is een stuk van jullie dat snel overschaduwd wordt.

Michiel: Hé, tof dat je naar de teksten hebt geluisterd! Want inderdaad, die sérieux bevindt zich niet aan de oppervlakte. Er zit een dubbelheid in ons die de meeste mensen niet meteen doorhebben.

Terwijl het soms wel heel duidelijk is. Het laatste zinnetje van Africa: “I feel alone/in a world of pain” is ook niet bepaald vrolijkmakend.

Michiel: Dat was er eentje van Mathijs, denk ik.

De synths doen in eerste instantie denken aan The Prodigy. De albumtitel ‘Love Love Love’ doet mij denken aan Lenny Kravitz, hij heeft ook een song die zo heet. Jullie muziek doet aan geen van beide denken, maar begrijp je waarom ik er eventjes wél aan dacht?

James: The Prodigy zit er niet specifiek in, maar wel zeker de esthetiek van die hele rave-cultuur uit de jaren 90. De rave-synths van Mathijs is naast de Autotune misschien wel het meest kenmerkende element in onze muziek. En die “love love love” hadden wij bedoeld als Beatles-referentie.

Mathijs: Maar ook wel op een soort ironische manier. En die ontbreekt bij Lenny Kravitz. Wij willen die “love love love” eigenlijk opblazen en uitvergroten, onderuithalen.

Omdat je in een wereld leeft die soms vierkant draait?

Mathijs: Dat denk ik wel.

James: Zonder al te pretentieus te willen klinken: we willen wel de oppervlakkigheid van het leven wat aankaarten.

Ego weggecijferd

Jullie schrijven als ik het goed begrepen heb alles samen, zowel teksten als muziek.

Michiel: Grosso modo, ja.

Dat lijkt me verschrikkelijk moeilijk als je met vijf bent.

Michiel: Er is veel tijd over gegaan. De plaat maken tot wat ze nu is heeft wel een tijdje geduurd, mede omdat we rekening moesten houden met vijf sterke meningen die ergens wel hetzelfde willen, maar toch ook weer niet helemaal.

James: Het kan soms moeilijk zijn om ons op elkaar af te stemmen. Het is niet zo dat ons ieder persoonlijkheid in de muziek terecht komt. Het is eerder zo dat ons ego wordt weggecijferd tot we iets hebben dat volgens ons de best mogelijke samensmelting van ons vijf is.

Michiel: We moeten alle vijf tevreden zijn, sowieso. Anders gaat het niet door.

James: (droog) En als het niet gaat, kloppen we gewoon op elkaars bakkes.

Michiel: Survival of the fittest. Meestal win ik dan. (lacht)

Gentle

Er zitten heel veel ideeën in elk nummer. Dat wil ofwel zeggen dat jullie heel ongecontroleerd werken. Ofwel dat jullie heel erg gecontroleerd werken en overal erg lang over nadenken. Welke van de twee is het?

Michiel: Beide. Soms, als je zo stukken op de plaat hebt die alle kanten opgaan, hoor je het resultaat van experiment. Proberen en geluidjes maken en vanalles samen gooien. In die dingen willen we ons eerder laten verrassen. Het geheel, de structuur, de sound: dat zit wel vast.

James: Dat experimenteren is het live-aspect dat in de plaat geslopen is. Het is een esthetiek die wij fijn vinden: heftig, chaotisch, druk en all over the place.

Er zitten ook wel rustpunten in de plaat.

Mathijs: Uit noodzaak. (lacht)

Humor en het tegen de schenen schoppen

In de tekst van Masterpiece zitten plots twee Nederlandse woorden, zijnde “kinesist” en “wijnvlek”. Ik vermoed dat ik me niet te veel vragen moet stellen over wat die woorden daar nu precies staan te doen?

James: Grappig, onverwacht en fonetisch leuk. Voor mij gaat het puur over de klank van die woorden. Een beetje zoals je bij de beat poets was: het gaat meer over de stroom van woorden en hoe die klank en ritmes van woorden zich verhouden tot elkaar en tot de muziek. Daar gaat die tekst vooral om.

Patti Smith deed dat met, denk ik, William S. Burroughs: jammen met woorden. Dat proberen wij ook soms. Niet dat wij Patti Smith of William S. Burroughs kunnen evenaren, maar we doen toch ons best. (lacht) We laten soms gewoon de woorden eruit komen die eruit komen. In de blues doen ze dat zelfs on the spot, op het podium.

Michiel: We proberen die vrijheid ook live te omarmen. Tegenwoordig kunnen we fijne spontane dingen doen op het podium zonder dat het geheel de mist in gaat.

James: Dat vinden we ook wel belangrijk, om in het musiceren zelf ook een zekere vrijheid te hebben, zoals in de jazz.

Michiel: Het is ook gewoon niet fijn om elke show exact hetzelfde te doen en te spelen, natuurlijk. Muziek is het menen en gevoelens overbrengen. En als je dan elke avond hetzelfde probeert te doen: het publiek merkt dat. We proberen liever in te spelen op de vibe van die avond. Je mag het jezelf niet te makkelijk maken, je moet altijd blijven zoeken naar intensiteit en oprechtheid.

Niet tegen onze goesting gaan werken

Nog eens over de humor waar jullie zo vaak mee geassocieerd worden: ik neem aan dat het zinnetje “Wish I could do what is wrong/Wish I was Mao Zedong” een grap is. Maar zijn jullie niet bezorgd voor kritiek in een tijdperk waarin er altijd wel ergens iemand over een grap struikelt?

James: We zijn ons er wel heel erg bewust van, dat je op alle vlakken in de samenleving steeds voorzichtiger moet zijn om alles wat je aan het zeggen bent. Het is een moeilijke tijd om grappen te maken, maar als wij vinden dat het kan dan deinzen we nergens voor terug. We zijn daar wel bewust mee bezig. We willen onszelf niet profileren als seksistisch, racistisch, xenofoob op fascistisch.

Michiel: We willen net zeggen: heb geen angst, alles is bespreekbaar. Tegen schenen schoppen is soms plezant, moet soms en schudt mensen wakker.

In een andere song, 67, gaat het van “We have to work till we’re 67/we have to work till we go to heaven”. Dat is ook een politieke discussie. En tegelijkertijd een beetje absurd om mee bezig te zijn als je nog zo jong bent, toch?

Michiel: Het is ook wel breder dan dat. We willen het ook hebben over het feit dat we in de westerse wereld werken tot we erbij neervallen.

“First the burnout, then fade away.”

Michiel: Exact!

James: De ene na de andere valt wel uit hé, het is wel een realiteit. Wij zijn nog studenten, maar we studeren bijna af en dan moeten wij ook in die arbeidsmarkt stappen, in dat systeem. En daar zijn we wel bang voor.

Je zou ook kunnen zeggen dat jullie nu met Shht al op die arbeidsmarkt zijn gestapt.

James: Dat zou je kunnen zeggen, alleen verdienen we er niks aan. (lacht) We willen gewoon niet tegen onze goesting aan het werken. Het is zeker niet de reden waarom we met de band begonnen zijn.

Michiel: We maken ook geen popmuziek hé. Het is nog altijd niet evident om je kost te verdienen met muziek in Vlaanderen.

Mathijs: Stap één is dat je zelf moet geloven in je muziek, denk ik. En de rest zien we wel. Niemand kan het voorspellen.

Over burn-outs gesproken, hoe digitaal vastgekleefd zijn jullie? Moet elke mail meteen beantwoord worden? Hebben jullie schrik om nieuws te missen of berichten te lang onbeantwoord te laten?

Michiel: Ik heb heel de tournee mijn gsm niet aangeraakt. En mijn laptop is gepikt. Ik ben volledig ontkoppeld en in het moment en in de band vinden ze dat heel tof dat ik zo onbereikbaar ben. (lacht)

James: Ik weet dat ik er persoonlijk heel vatbaar voor ben dus ik bouw ook heel bewust blokkades in. Ik heb geen Facebook, bijvoorbeeld. Ik ben ermee gestopt omdat ik er te veel aan dacht en het te veel een deel van mijn leven werd. En pas sinds kort heb ik een smartphone. Ik ben er zeker niet tegen, want het is makkelijk en het biedt voordelen.

Michiel: Too Good To Go, bijvoorbeeld. Heerlijke app. Alles wat de restaurants over hebben en dat te goed is om weg te gooien, verkopen ze dan aan een mindere prijs. Voor een armoezaaier als ik is dat een godsgeschenk. (lacht)

Dat doet me er trouwens aan denken: er staat nu een nieuw nummer op onze setlist, Morning Coffee. En dat is misschien toch wel ons beste nummer ooit.

Voorlopig.

Mathijs: Nee, ooit.

Dan hebben we het beste al gehad.

(lachen)

Michiel: De lichtshow is ongelooflijk! Creaties van Gilles Bouttens. Visuals én licht én tourmanager.

Joris: Hij heeft ons tien dagen kunnen uitstaan en ik zou niet in zijn plaats willen geweest zijn. Topkerel.Op donderdag 29 november speelt Shht in Trix. Voor dat concert zijn nog tickets beschikbaar. De andere concertdata zijn te checken op de Facebookpagina van de band.
Meer
Lees meer...