‘tick, tick…BOOM!’ is een ode van het ene musicalgenie aan het andere en heeft alles om een Oscarsucces te worden

In het najaar beginnen de streamingdiensten en filmstudio’s met het lanceren van die films, die ze graag een rol van betekenis zouden zien spelen in het awardseizoen. Bij Netflix staan nog The Power Of The Dog (nu in de bioscoop, vanaf 1 december op Netflix) en Don’t Look Up (24 december) op het programma, maar nu is er al tick, tick,…BOOM!, het regiedebuut van Lin-Manuel Miranda in de filmwereld.

De film is gebaseerd op een Broadway-musical die gepend werd door Jonathan Larson, de musicalschrijver en componist die tick, tick…BOOM! op zijn eigen leven baseerde. In de film leren we Larson kennen in de vorm van Andrew Garfield. Jon schrijft al enkele jaren aan Superbia, een futuristische rockmusical, maar er is bitter weinig interesse voor zijn project. Intussen lonkt ook zijn 30e verjaardag en daarmee ook de druk om iets van zijn leven te maken.

Zijn huisgenoot Michael (Robin de Jesus), die acteur was, heeft gekozen voor de zekerheid van een job in de marketing en trekt in zijn eigen appartement. Tegelijkertijd voert ook zijn vriendin Susan (Alexandra Shipp) de druk op: zij wil uit New York wegtrekken omdat ze een voltijdse betrekking als danseres aangeboden heeft gekregen. Jon van zijn kant wordt helemaal in beslag genomen door de voorbereiding van een workshop waarin hij zijn musical aan enkele Broadwayproducers kan voorstellen.

Andrew Garfield kan zingen

Dat is het in se eenvoudige uitgangspunt van tick, tick…BOOM! Een creatief genie dat worstelt om gezien te worden en intussen maar in een koffiebar werkt om de eindjes aan elkaar te knopen: het is niet iets dat we niet eerder gezien hebben, maar het geheel wordt hier uitstekend gebracht. Daarvoor moest in de eerste plaats de figuur van Jon geloofwaardig worden neergezet en Andrew Garfield – die hier voor het eerst zingt en een jaar zangtraining heeft gevolgd –  doet het hier uitstekend. Hij speelt de schrijver die de voortdurende drang voelt om alles wat hij denkt en voelt in liedjes te vatten, maar daarbij de wereld om ‘m heen helemaal vergeet.

© Netflix/Macall Polay

Het is duidelijk druk in Jons hoofd, hij voelt de druk van de tikkende klok, die je als kijker ook letterlijk hoort. De oorspronkelijke titel van de musical tick, tick…BOOM! was overigens 30/90, een musical die als monoloog gebracht werd. Daaraan wordt gerefereerd in de film in de scènes waarin Andrew Garfield als Jon over zijn eigen leven vertelt aan een publiek in een stand-up show.

De klok van het leven

Het personage Jon is een compleet en geloofwaardig personage. Hij is niet alleen duidelijk een genie, het wordt ook heel erg duidelijk gemaakt dat hij geen andere keuze had dan schrijven. Zijn talent maakt hem het leven ook moeilijker, want na een jaar of acht gewerkt te hebben aan Superbia en eindelijk zijn grote werk te hebben afgerond, krijgt hij te horen dat het project te ingewikkeld is voor het grote publiek van Broadway en te duur om in de kleinere zalen te laten renderen. Acht jaar werk weg. “Begin maar aan een volgend project”, krijgt hij te horen, waarna de grond onder zijn voeten wegzakt. Het is de harde realiteit van een creatief beroep: als niemand je project wil, moet je ’t in een schuif stoppen en opnieuw de moed verzamelen om aan een nieuw wit blad te gaan zitten en die eerste letter te schrijven van wat misschien een nieuw project kan worden.

© Netflix/Macall Polay

tick, tick, BOOM! is geplaatst in het New York van begin jaren 90 en dat is een setting, die naast het persoonlijke verhaal van Jon, ook voor een extra emotionele verhaallijn zorgt. Het is immers niet alleen zo dat Jon de klok voelt tikken als hij ervan uitgaat dat hij ongeveer negentig jaar te leven heeft en dus op één derde van zijn leven zit. Hij ziet ook rondom hem zijn vrienden sterven aan AIDS. Vrienden die de dertig veelal niet gehaald hebben. Dat versterkt het gevoel van Jon dat zijn doorbraak nu moet gebeuren, nu hij er nog is. Dat Jonathan Larson zelf maar 35 werd – hij stierf in 1996 op de dag van de première van zijn musical Rent onverwacht aan een aortadissectie – is nog maar eens een herinnering aan de tikkende klok die het leven is.

Ode aan alle schrijvers en scenaristen

Lin-Manuel Miranda regisseert hier voor het eerst een langspeelfilm en brengt het er meer dan aardig vanaf. Dat net hij tick, tick…BOOM! regisseert is een mooi iets, want net zoals Jonathan Larson de musical in de jaren negentig een nieuw geluid gaf, deed Miranda dat zelf zo’n vijf jaar geleden ook toen hij met zijn musical Hamilton een nieuw ijkpunt in het genre lanceerde.

© Netflix/Macall Polay

Om terug op het aankomende awardseizoen te komen: tick, tick,…BOOM! tikt enkele vakjes aan: het is een biopic gezet in een historisch interessant tijdperk, het is een musical – een genre dat ideaal is om het publiek in zware tijden als deze verstrooiing te bieden – en een kans om Andrew Garfield te bekronen voor de gedurfde keuzes die hij al heeft gemaakt in zijn carrière tot nu toe. Maar het meest nog is de film een ode aan creativiteit en aan alle schrijvers en scenaristen die de moeite nemen om de werelden in hun hoofd te vertalen naar papier, zodat wij als publiek kunnen genieten van hun verhalen. Zo zou het Oscarsucces van deze film ook kunnen gelden als een bedankje naar alle scenaristen toe.

Kortom: tick, tick,…BOOM! heeft een aanzienlijke kans om een rol van betekenis te spelen bij de volgende Oscaruitreiking, maar is los daarvan ook één van de leukere films van het jaar.

Score: 8/10tick, tick,…BOOM! is nu op Netflix te zien.

Meer
Lees meer...