Het veldrijden heeft afgelopen weekend een nieuwe stap gezet in zijn poging om ooit erkend te worden als olympische sport. Dat deed het door de wereldbekerwedstrijd in het Italiaanse Val di Sole te laten doorgaan op een besneeuwde ondergrond, een vereiste voor sporten op het programma van de Olympische Winterspelen. Toch lijkt de kans dat we in de toekomst veldrijders zien strijden voor olympische medailles nog steeds zeer klein.
Hoewel veldrijden in Vlaanderen nog steeds razend populair is, is het geen geheim dat de sport in het buitenland op heel wat minder belangstelling kan rekenen. Terwijl het deelnemersveld bij jeugdwedstrijden vaak nog relatief internationaal is, worden cyclocrossen bij de profs meestal gedomineerd door Vlaamse (en Nederlandse) veldrijders.
Olympische Winterspelen
Een van de belangrijkste redenen voor dit gebrek aan buitenlandse belangstelling is het feit dat talentvolle renners bij de profs meestal kiezen voor het wegrennen of mountainbiken. In die eerste discipline valt namelijk heel wat meer geld te verdienen, terwijl die tweede een olympische zomersport is.
De veldritwereld beseft dan ook zeer goed dat een plaatsje op het programma van de Olympische Winterspelen kan zorgen voor de internationalisering van de sport. Het grote probleem daarbij is dat het olympisch charter op de Winterspelen enkel sporten toelaat die worden beoefend op sneeuw of op ijs, iets wat in de cyclocross uiteraard niet altijd het geval is. Mede daardoor stuitte een campagne uit 2014 om veldrijden toe te voegen aan het programma van de Olympische Winterspelen van 2018 op een “njet” van het IOC.
Van Aert en Van Empel
Dit jaar lijken de Internationale Wielerunie (UCI) en de rest van de veldritwereld echter nieuwe moed te hebben gevat. Om te tonen hoe veldrijden op de Olympische Spelen eruit zou kunnen zien in de toekomst besloot Flanders Classics, organisator van de wereldbeker, een wedstrijd te organiseren in het Italiaanse Val di Sole. Deze locatie op een hoogte van 1.261 meter wordt normaal gebruikt als langlaufcentrum. Om ervoor te zorgen dat het parcours zeker bedekt was onder een laag sneeuw, hield de organisatie zelfs een sneeuwkanon achter de hand. Dat bleek uiteindelijk niet nodig, want enkele forse sneeuwbuien de voorbije weken zorgden voor een laag sneeuw van zo’n 40 centimeter.
Wout van Aert en Fem Van Empel toonden zich zondag uiteindelijk de sterksten op het besneeuwde parcours. De organisatie kreeg wel af te rekenen met enkele belangrijke afzeggingen. Zo koos de ploeg van manager Sven Nys, Baloise Trek Lions, met onder andere Lars Van der Haar, Lucinda Brand en Thibau Nys voor een trainingskamp in plaats van de verplaatsing te maken naar Italië. De vrouwenwedstrijd moest het verder ook doen zonder wereldtoppers Marianne Vos en Ceylin del Carmen Alvarado.
Tomas Van den Spiegel, CEO van Flanders Classics, uitte daarover zijn ontgoocheling. “Zeer jammer. Dit is het meest vernieuwende wat de veldritsport de voorbije jaren gekend heeft. Dus hoopten we dat iedereen zijn steentje wilde bijdrage”, zei hij aan de website Wielerflits. Volgens Nys heeft de afzegging van zijn ploeg echter niets met de sneeuw te maken. “We houden ieder jaar op deze datum onze stage”, zei hij in een reactie.
Olympische Winterspelen in 2030?
“Er is een discussie bezig binnen het Internationaal Olympisch Comité (IOC) over de mogelijkheid om cyclocross naar de Olympische Spelen te brengen. Deze wedstrijd is erg belangrijk, maar we moeten niet denken dat we er al zijn”, zei Tomas Van den Spiegel aan de website InsideTheGames. “De wedstrijd in Val di Sole is ook voor ons een belangrijke test: we hebben een duidelijk doel voor ogen, maar er is nog een lange weg te bewandelen.”
Het veldrijden heeft gelukkig nog wel even tijd om die weg te bewandelen aangezien het ten vroegste in 2030 zou kunnen toegevoegd worden aan het programma van de Olympische Winterspelen.