Stroperij is in heel Afrika toegenomen tijdens de pandemie. Dit dreigt de vooruitgang teniet te doen die werd geboekt door regeringen die de illegale jacht hebben aangepakt. The Economist benoemde twee zaken die aanleiding geven tot het veelvuldig voorkomen van het misdrijf.
- De verdwijning van het toerisme
De eerste reden waarom de stroperij toeneemt, is dat de toeristen zijn verdwenen. Uit een recent onderzoek blijkt dat 90 procent van de touroperators in Afrika op z’n minst 75 procent minder boekingen heeft gemaakt. Sommigen hebben helemaal geen reserveringen meer.
Zoals Kim Young-Overton van Panthera, een groep die zich inzet voor het behoud van de wilde kat, het stelt: hordes bezoekers met verrekijkers en camera’s zorgen voor ‘extra ogen en oren op de grond’ om stroperij te verhinderen.
Wildlife toerisme bekostigt ook voor natuurbehoud. De sector levert in heel Afrika jaarlijks zo’n 29 miljard dollar op en biedt werk aan 3,6 miljoen mensen.
Als er weinig geld is, wordt er bespaard op veiligheid. Op sommige plaatsen bestrijken rangers veel minder terrein. Zo zijn er in de Mara-driehoek in Kenia minder nachtelijke patrouilles en hinderlagen, vooral op plekken waar men stroperij kan verwachten. - Jacht om het gezin te voeden
De tweede reden voor toegenomen stroperij is dat de mensen die in de buurt van beschermde gebieden wonen het moeilijk hebben. Banen die afhankelijk zijn van toerisme zijn verdwenen. Veel mensen die wel nog werk hebben, ontvangen dan weer een lager loon, dus sturen ze minder geld naar huis. Dorpelingen jagen misschien om hun gezin te voeden, niet alleen om trofeeën te oogsten.
Van olifantenkarkassen die vorig jaar in beschermde gebieden werden gevonden, waren niet alleen de slagtanden afgehakt. “Ook hun lichamen waren gestript voor het vlees”, weet Nikita Iyengar van Conservation Lower Zambezi, een ngo.
Geroutineerde locals zijn gemakkelijk in te huren voor internationale stroperijsyndicaten. Deze hebben mensen nodig die bekend zijn met het terrein om hun vuile werk op te knappen.
Zorgwekkende gegevens
Er verschijnen maar weinig gegevens over illegale jacht in Afrika. Maar rapporten van individuele beschermde gebieden zijn zorgwekkend te noemen.
In het enorme Kafue National Park in West-Zambia meldden rangers een toename met 170 procent van het aantal strikken dat ze in 2020 tijdens hun patrouilles aantroffen (meestal lussen van ijzerdraad, die zonder onderscheid zowel gewone impala’s als zeldzame katten verstrikken). In 2020 werden twee leeuwen gedood, terwijl er het jaar daarvoor niet één was gedood. Veel van de illegale activiteit vond plaats aan de randen van het beschermde gebied, waar de patrouilles zijn teruggebracht.
In de Game Management Area in de buurt van het Lower Zambezi National Park, ook in Zambia, werd in 2020 een toename van 200 procent van de strikactiviteiten geregistreerd vergeleken met 2019.
(tb)