Een inenting met het Janssen-vaccin of dat van AstraZeneca zou in zeer zeldzame gevallen het Guillain-Barré-syndroom kunnen veroorzaken, een aandoening waarbij het auto-immuunsysteem het zenuwstelsel aantast, wat tot plotse spierverlammingen kan leiden.
Daar is het Guillain-Barré-syndroom weer. Bijwerking Janssen- en Astra-prik dook al op in verschillende andere vaccins
Waarom is dit belangrijk?
Het is niet de eerste keer dat een vaccin in verband wordt gebracht met de ziekte.Het Amerikaanse Centers for Disease Control (CDC) maakte gisteren bekend dat in de VS op bijna 13 miljoen Janssen-prikken zo’n 100 mogelijke gevallen van Guillain-Barré zijn ontdekt, meestal bij mannen van boven de 50, zo’n twee weken na de inenting. Volgens de gezondheidswaakhond is het risico op deze bijwerking “zeer laag” en wegen de voordelen van een inenting met Janssen nog altijd op tegen de nadelen. Maar als mensen die met Janssen (Johnson & Johnson) zijn ingeënt last krijgen van bijvoorbeeld tintelingen of moeite hebben met lopen, moeten ze snel medische hulp zoeken.
Wat is het Guillain-Barré-syndroom? Het is een zeldzame aandoening waarbij het immuunsysteem van het lichaam zenuwcellen aanvalt. Het kan spierzwakte en verlamming veroorzaken. Hoewel de symptomen vaak binnen enkele weken overgaan, kan de aandoening in sommige gevallen permanente zenuwbeschadiging veroorzaken. In Vlaanderen krijgen 1,5 op 100.000 mensen er ooit mee te maken. Het komt het meest voor bij volwassenen boven de 50.
Niet eerste keer en ook bij griepvaccins
De precieze oorzaak van het syndroom is onbekend, maar in veel gevallen volgt de aandoening op een andere ziekte of infectie, zoals griep. In 2016 werd ook een verband tussen het zikavirus en het syndroom vastgesteld. De aandoening is ook gemeld bij mensen met Covid-19. Er zijn eveneens verbanden gelegd tussen een voorafgaande infectie met varicella-zoster virus, herpes simplex virus, hepatitis A, B, C, en E virus, en de bacteriën Haemophilus influenzae en Escherichia coli.
De Janssen- en Astra-vaccins tegen het coronavirus zijn niet de eerste vaccins die in verband wordt gebracht met Guillain-Barré. Een grote vaccinatiecampagne tegen de varkensgriep in 1976 in de VS leidde tot een kleine stijging van de incidentie van het syndroom: het vaccin veroorzaakte ongeveer één extra geval van Guillain-Barré voor elke 100.000 gevaccineerde mensen. De seizoensgriepprik wordt geassocieerd met ongeveer één tot twee extra gevallen voor elke miljoen toegediende vaccins. Het gordelroosvaccin Shingrix kan ook het risico op de aandoening verhogen.
Het is niet helemaal duidelijk waarom sommige vaccins Guillain-Barré kunnen veroorzaken. Er zijn honderd meldingen van het syndroom na vaccinatie met de Johnson & Johnson-injectie ingediend bij het Amerikaanse Vaccine Adverse Event Reporting System (VAERS). Daarvan leidden 95 gevallen tot ziekenhuisopname en één met dodelijke afloop.
Voornamelijk mannen ouder dan 50
Het syndroom werd over het algemeen ongeveer twee weken na vaccinatie gemeld, voornamelijk bij mannen, van wie velen 50 jaar of ouder waren. Eerder werden er ook al (erg zeldzame) gevallen gemeld in Engeland, India en Australië.
Er is een mogelijke verklaring – hoewel het belangrijk is om te benadrukken dat dit bij gebrek aan empirisch bewijs momenteel slechts speculatie is. Het adenovirus – dat is de virale vector die wordt gebruikt in het Janssen- en AstraZeneca-vaccin – bevat zoals veel virussen eiwitten die zijn gekoppeld aan suikerstructuren (glycoproteïnen). Sommige van de antilichamen die na vaccinatie tegen de vector worden gegenereerd, zouden deze glycoproteïnen herkennen en kruisreageren met suikerstructuren op zenuwcellen.
Er zijn nog geen gegevens die een verband suggereren tussen de aandoening en Covid-19-vaccins gemaakt door Pfizer-BioNTech of door Moderna, die beide afhankelijk zijn van een andere technologie.
(evb)
Lees ook: Straks alleen nog op café en restaurant met coronapaspoort?
Lees ook: Hoe corona oplichting, complotten, criminaliteit en zelfs ons metabolisme beïnvloedde