In Luxemburg heeft Groothertog Henri officieel afstand gedaan van de troon ten gunste van zijn zoon, Prins Guillaume. Daarmee komt een einde aan een regeerperiode van ruim twee decennia, waarin Henri het groothertogdom door politieke en maatschappelijke veranderingen loodste. Guillaume, nu de zevende groothertog sinds 1890, neemt het roer over in een land dat zelden in de schijnwerpers staat, maar waar de monarchie nog altijd een belangrijke symbolische rol speelt.
De overgang roept vooral belangstelling op vanwege de omvangrijke rijkdom van de Luxemburgse vorstenfamilie. Het vermogen van Henri wordt geschat op zo’n 4 miljard dollar, wat hem tot een van de rijkste Europese vorsten maakt. Toch is het onderscheid tussen privébezit en staatseigendom vaak onduidelijk. Officiële residenties zoals het Groothertogelijk Paleis en Kasteel Berg behoren tot de staat, terwijl Kasteel Fischbach eigendom is van de familie zelf. Daar zullen Henri en groothertogin Maria Teresa zich terugtrekken na de troonsafstand.
Een modern gezicht voor een oude monarchie
Prins Guillaume, opgeleid in Frankrijk, Zwitserland en aan de militaire academie van Sandhurst, vertegenwoordigt een nieuwe generatie binnen de Luxemburgse monarchie. Hij werkte eerder in het buitenland en staat bekend om zijn diplomatieke en zakelijke interesse. Met zijn aantreden wil hij de relevantie van de monarchie behouden in een tijd waarin transparantie en maatschappelijke betrokkenheid steeds belangrijker worden.
