Je kan in de cijfers de verkiezingen winnen, maar niet in de perceptie. Groen heeft voor een zoveelste keer niet gehaald waar ze in peilingen van droomden, na een belabberde campagne gevoerd. “We moeten nu écht durven een kritische analyse maken”, klinkt het bij kritische kopstukken. Want nu al doemt één vraag op: oppositie of regeringsdeelname? En Vlaams niet, en federaal wel?
“We hebben fouten gemaakt”, stelde Groen-voorzitter Meyrem Almaci bij Linda De Win in Villa Politica dinsdag, toen ze haar eed aflegde in het Vlaams parlement. Later die avond zou ze die uitspraak nog eens herhalen in Terzake, maar verder dan die bekentenis ging het niet. Ze kwam vooral met het nieuws “dat de partij daar intern mee bezig is”. Bedoeling is dat er voor de zomer een evaluatie in de diepte komt.
Maar vraag is of men scherp genoeg zal zijn, en diep genoeg zal durven de zaken in vraag stellen. Want de kater die na de verkiezingen blijft hangen, is groot. Dus komt er ook kritiek, al blijft die voorlopig in off the records.
Kritiek van diegenen die hun zitje niet haalden
De enigen die openlijk naar buiten komen met een aanval op de leiding, zijn de kandidaten die hoopten op een zetel, maar er niet (meer) bij zijn: Freya Piryns (Groen) haalde op 26 mei wel meer dan 14.000 stemmen op de Kamerlijst, na Kristof Calvo de tweede score, maar haalde geen zetel. En Wouter Van Besien, in 2018 nog de kandidaat-burgemeester, haalde met dik 8.000 stemmen pas de vijfde score op de Vlaamse lijst, en raakt ook niet meer in het parlement.
Piryns haalde in De Morgen al uit naar haar partij: “We waanden ons zegezeker en werden arrogant. Dat hebben we ook uitgestraald. Vanaf dan is het fout gegaan”. Van Besien zijn kritische interne nota lekt nu in De Standaard. Daarin maakt hij brandhout van de campagne. Volgens hem moet Groen kiezen tussen twee profielen: ‘een klimaatpartij’ of ‘een brede progressieve partij’, die op een ‘eigentijds-linkse manier’ ingevuld wordt. Van Besien kiest ronduit voor dat tweede model, en vond dat Groen veel te veel “uit misbegrepen plichtsbesef de rol van sfeerbederver op het feestje op zich heeft genomen.”
“Heeft Van Besien echt veel recht van spreken”, is bij andere groenen te horen. In 2018 lukte zijn gooi naar de Antwerpse sjerp niet, in 2019 was zijn opmerkelijkste wapenfeit een hallucinant filmpje waarbij hij een SUV-wagen hielp in gang te duwen. Dat laatste ging niet onopgemerkt voorbij in de partij.
De rol van Almaci en Calvo
Maar beiden, Piryns en Van Besien, delen wel één punt van kritiek dat steeds terugkomt: Meyrem Almaci en Kristof Calvo zogen alle aandacht naar zich, en er was geen plaats voor anderen in de campagne. Met Björn Rzoska hadden ze een sterke fractieleider, met Wouter De Vriendt en Stefaan Van Hecke twee sterkhouders in de Kamer. Maar veel airplay kregen die niet van de partij.
“De aandacht was onevenredig verdeeld, en vooral, er zijn cruciale fouten gemaakt aan de top”, zo klinkt het hard bij een insider. Op twee cruciale momenten in de campagne begon de top te zwalpen, en kon ze geen deftig antwoord bieden op de kritische vragen. Het eerste moment was in de studio’s bij Ivan De Vadder, toen Kristof Calvo daar vragen kreeg over de bedrijfswagens, die Groen wilde afschaffen. Hoe ging Groen dat precies doen, wilde de VRT-journalist weten. Calvo kreeg het niet coherent uitgelegd, en werd daarover later keihard aangepakt, onder meer door Rik Van Cauwelaert op diezelfde VRT.
Dat veroorzaakte grote schade, net als een artikel in Het Laatste Nieuws, over een taks op wijnkelders. Ook daar slaagde de partijtop er niet in om meteen en duidelijk te counteren, of gewoon openlijk te stellen dat het om een nieuwe taks zou gaan. “Door systematisch terug te trekken, in plaats van plannen voluit te verdedigen, kregen we slaag. Doodjammer, want de wind zat ontzettend mee deze keer”, zo stelt een topper.
Welke rol straks: oppositie in Vlaanderen en in de meerderheid federaal?
Niemand kan immers ontkennen dat in de groene fracties goed werk werd geleverd, dat toonden de verschillende rapporten en evaluaties in de media aan. Bovendien was er een maatschappelijke beweging rond klimaat, die heel actief was, en gigantische mediabudgetten kreeg via ‘Sign for my future’. Maar het goede werk van de fracties, lijkt verkwanseld door de campagne, en de tactische keuzes daarin, zo hoor je bij de parlementsleden van Groen.
Op het einde van de campagne viel de zaak zelfs helemaal stil, de groene motor draaide gewoon niet meer. Dat viel zelfs andere partijen op. “Wij hadden gehoopt dat Groen tot het eind onze sparring partner zouden zijn, daar hadden we allebei van kunnen winnen. Maar de boksmatch eindigde te vroeg, ze konden niet meer. Calvo kwam gewoon niet meer in de ring met ons. We moesten toen wel plots terug switchen naar Wallonië, naar PS en Ecolo “, zo maakt men bij N-VA de analyse van de campagne.
Het is afwachten hoe de kritische analyse intern nu gemaakt zal worden. Maar feit is dat Groen z’n wonden likt, na de verkiezingsuitslag. Bovendien vielen de kaarten zo dat de kans miniem is dat Groen in een Vlaamse regering terecht komt. Vlaams is N-VA immers aan zet, en de liefde tussen beiden is niet groot. Maar tegelijk bakt Ecolo wel zoete broodjes met de PS, en is de kans dus veel groter dat de fractie Ecolo-Groen federaal wél in een regering terecht komt.
Dat is voor velen in de partij een gevaarlijke situatie: Vlaams in oppositie, federaal wel in de meerderheid. Dan kan je niet meteen een coherent klimaatbeleid gaan voeren, een prioriteit volgens de achterban. “Als het is om federaal de zaak gewoon te gaan depaneren, dan moeten we ‘neen’ zeggen”, zo is te horen.
Er wacht de beschadigde groene partij dus nog een bijzonder fel strategisch debat, dat de houding van de partij de komende jaren in een plooi zal leggen. Meteen is de kritische analyse van de verkiezingen ook niet al te vrijblijvend: het moet meteen toestaan te leren uit fouten, en coherent de komende vijf jaar aan te vatten.