Op 6 augustus 1945 lieten de Verenigde Staten een atoombom vallen op Hiroshima. Drie dagen later werd die gevolgd door eentje op Nagasaki. Door die twee bommen kwamen zeker 150.000 Japanners om. Het was de eerste en voorlopig laatste keer dat de atoombom in oorlog werd gebruikt. Maar dat betekent niet dat sindsdien atoomwapens geen levens hebben geëist. We beginnen nu pas zicht te krijgen op wat de tol is van meer dan 2.000 aan testexplosies in de 77 jaar sindsdien. En die is veel hoger dan je zou vermoeden – hij loopt in de miljoenen.
In de decennia sinds 1945 hebben de Verenigde Staten, de Sovjet-Unie en ten minste zes andere landen in totaal meer dan 2.000 nucleaire testexplosies gedaan die niet alleen tienduizenden levens kostten maar ook massale, gedwongen verhuizingen veroorzaakte en een erg zware impact hadden op het milieu.
Al tijdens de Tweede Wereldoorlog begonnen de Sovjets het nucleaire wapenprogramma van de VS te bespioneren en na de oorlog kreeg een nucleaire wapenwedloop dan ook snel vorm. Bij de concurrentie om krachtigere nucleaire wapens te ontwikkelen werd niet nauw gekeken naar de menselijke tol. Beide regeringen onderwierpen daarbij mensen in hun eigen land maar ook in het buitenland aan hoge stralingsniveaus, doorgaans met een onwaarschijnlijke onverschilligheid. Onwetendheid is zeker geen excuus; wetenschappers in de jaren vijftig waren zich wel degelijk bewust van de risico’s, iets wat de jongste jaren ook zwart op wit naar voren is gekomen door historisch onderzoek. Maar de Koude Oorlog – de angst en haat die de twee supermachten voor elkaar koesterden – vormde een rechtvaardiging voor het blootstellen van grote aantallen mensen aan straling. En zorgde ervoor dat het gebeurde onder een sluier van geheimhouding.
Schattingen van het aantal mensen dat stierf door tests in de Stille Oceaan variëren van minstens 10.000 tot honderdduizenden
Geen enkel land heeft meer kernproeven uitgevoerd dan de Verenigde Staten, die enkele weken voor Hiroshima hun eerste atoombom hadden laten ontploffen in een test met de codenaam Trinity, in New Mexico. Het spervuur van de daaropvolgende tests leidde tot een spoor van vernietiging dat zich uitstrekte over continenten en decennia. De Verenigde Staten voerden initieel vooral tests uit in Nevada, waar bijna duizend kernproeven plaatsvonden, en op de Marshalleilanden (gelegen tussen Hawaï en de Filippijnen), waar er 67 waren. De effecten van die tests manifesteerden zich vaak als een toename van het aantal kankergevallen. Schattingen van het aantal mensen dat is gestorven als gevolg van van die tests in de Stille Oceaan variëren van minstens meer dan 10.000 tot honderdduizenden.
Toen in juli 1946 tests begonnen op de Marshalleilanden, dwongen Amerikaanse functionarissen de inwoners tot verhuizen, weliswaar met de belofte dat ze snel zouden kunnen terugkeren. Voor velen van hen was dat nooit mogelijk. Sommige eilandbewoners werden blootgesteld aan enorm hoge niveaus van straling. Het meest tot de verbeelding spreekt het Castle Bravo-experiment van maart 1954. Castle Bravo was de codenaam van een waterstofbom met een kracht van 15 megaton die tot ontploffing werd gebracht op Bikini Atoll, en het is nog steeds het krachtigste kernwapen dat ooit door de VS tot ontploffing is gebracht. De test zorgde ook voor de grootste radioactieve besmetting die de Verenigde Staten ooit hebben veroorzaakt met één enkele kernproef. Amerikaanse ingenieurs hadden de impact van de thermonucleaire explosie die duizend (!) keer sterker was dan de bom op Hiroshima enorm onderschat.
Explosie zichtbaar tot op 400 kilometer, lichtflits zelfs 4.000 km!
Op het moment dat Castle Bravo tot ontploffing werd gebracht, ontstond er binnen één seconde een vuurbal van ruim 7 kilometer doorsnede. De enorme explosie was zelf duidelijk zichtbaar vanaf het Kwajalein-atol dat 400 kilometer verderop lag, de lichtflits die ze veroorzaakte werd gezien in Okinawa, meer dan 4.000 kilometer verder. De schokgolf en explosie veroorzaakten een krater met een diameter van ongeveer 2 kilometer en diepte van 75 meter. De paddenstoelwolk die als gevolg van de explosie ontstond, bereikte binnen een minuut een hoogte van 14 kilometer en had een diameter van 11 kilometer. Uiteindelijk bereikte de wolk een hoogte van 40 kilometer en een diameter van 100 kilometer in minder dan 10 minuten en breidde zich uit met een snelheid van 360 kilometer per uur. Als gevolg van de radioactieve wolk raakte meer dan 7.000 vierkante kilometer van de Stille Oceaan, waaronder verschillende eilanden, besmet met radioactieve fall-out.
De Marshalleilanden werden 12 jaar lang dagelijks blootgesteld aan het equivalent van 1,6 Hiroshima-formaat explosies, als je de impact gelijkmatig zou verdelen van al die tests. Castle Bravo was maar één van de 67 kernproeven die de VS uitvoerden op de Marshalleilanden tussen 1946 tot 1958. Vorig jaar ontdekte een studie van de Columbia University dat de stralingsniveaus in sommige gebieden nog steeds ‘veel hoger zijn dan in gebieden die zijn getroffen door de kernrampen in Tsjernobyl en Fukushima’.
Zelfs in de VS ten minste 340.000 doden tussen 1952 en 1988
Over de gevolgen van die tests voor henzelf en het milieu werden de bewoners van de Marshalleilanden decennia lang in het duister gehouden. Er was nauwelijks compensatie door de VS en er werden pak beloftes gedaan die nooit zijn nagekomen. De Verenigde Staten hebben bijvoorbeeld geweigerd 2,3 miljard dollar aan schadevergoeding te betalen aan de Marshall-eilandbewoners.
Ook de tests die in Nevada tot en met 1962 plaatsvonden, hebben op het Amerikaanse vasteland voor duizenden doden gezorgd volgens een rapport van de Centers for Disease Control and Prevention en het National Cancer Institute. Volgens onderzoek van Keith Andrew Meyers, een economisch historicus, hebben de atmosferische tests mogelijk een groter gebied getroffen dan aanvankelijk werd aangenomen, waarbij radioactieve deeltjes over een veel bredere strook van de Verenigde Staten neerkwamen en sterftepatronen op grote schaal werden beïnvloed, met ten minste 340.000 en misschien zelfs 460.000 doden tot gevolg gehad tussen 1952 en 1988.
Semipalatinsk (nu Semey): 1,5 miljoen mensen radioactief besmet
De Sovjet-Unie koos Semipalatinsk in Kazachstan als haar belangrijkste testlocatie. De wetenschappelijke gebouwen voor de nucleaire tests waren gevestigd op 150 kilometer ten westen van de stad Semipalatinsk (nu Semey) terwijl de meeste atoomproeven plaatsvonden op verschillende locaties ten zuiden en westen daarvan, maar vaak op amper 100 kilometer van Semey zelf.
Nergens werden zoveel atoomproeven gedaan binnen 100 kilometer van een stad. De gevolgen waren en zijn rampzalig. Er zijn door die tests ongeveer 1,5 miljoen mensen radioactief besmet geraakt.
De locatie werd in 1947 geselecteerd door Lavrenti Beria, het politieke hoofd van het atoomproject van de Sovjet-Unie. Hij beweerde dat het gebied ‘niet werd bewoond’. Gevangenen uit de goelag werden ingezet om de primitieve testfaciliteiten te bouwen, waaronder het laboratoriumcomplex in de noordoostelijke hoek op de zuidelijke oever van de Irtysj. De eerste Sovjet-atoombom, operatie Eerste Bliksem, werd uitgevoerd in 1949. De fall-out raakte verspreid over nabijgelegen dorpen van Kazachse nomaden, die Beria had verzuimd te ontruimen. Hetzelfde gebied op ongeveer 60 kilometer ten westen van de stad Koertsjatov werd gebruikt voor meer dan honderd achtereenvolgende bovengrondse wapentesten.
Sovjets moedigden bevolking aan om de paddenstoelen in de open lucht te komen bekijken bij elke atoomproef
Tussen 1949 en de onderbreking van atoomproeven in 1989, werden 468 kernproeven gedaan op de testlocatie Semipalatinsk, waaronder 346 ondergronds (via boorgaten en tunnels), 87 atmosferische en 26 bovengrondse (ofwel gedropt vanuit de lucht of vanaf een toren op het complex). De totale kracht hiervan is vergelijkbaar met ongeveer 2.600 keer de atoombom die op Hiroshima werd geworpen. Nergens werden zoveel atoomproeven gedaan binnen 100 kilometer van een stad. De gevolgen waren en zijn rampzalig. Er zijn door die tests ongeveer 1,5 miljoen mensen radioactief besmet geraakt. Net als bij de ramp met Tsjernobyl werd ook hier het DNA van de lokale bevolking aangetast en worden er nog steeds veel misvormde kinderen geboren. De volledige impact is nog niet duidelijk. volledig begrepen. Onderzoek geciteerd door het tijdschrift Nature suggereert bijvoorbeeld dat nadelige cardiovasculaire effecten worden doorgegeven aan toekomstige generaties.
Al die miserie werd niet alleen veroorzaakt door nalatigheid. De Sovjets wilden er namelijk achter komen wat de effecten waren van radioactiviteit op de bevolking en moedigden de plaatselijke bevolking aan om de paddenstoelen in de open lucht te komen bekijken na elke atoomproef. Bovendien stelden ze hun proeven vaak uit tot er een wind stond in de richting van de stad, zodat de radioactieve wolken daarheen dreven.
Er werden ook proeven uitgevoerd op soldaten; in 1954 werd een regiment van 45.000 soldaten kort na een ontploffing op oefening in het gebied gestuurd en 2 jaar later werden 272 parachutisten gedropt kort na een kernproef. Vrijwel allemaal stierven zij binnen enkele dagen.
Algerije, Frans-Polynesië, Australië, Christmas Island
In Semey bevond zich een geheim militair instituut dat de medische dossiers bijhield van 20.000 inwoners van zwaar radioactieve nederzettingen. Critici werden bedreigd met de goelag. Veel testen mislukten en hadden soms desastreuze gevolgen. Toen in 1956 een 1.600 kiloton waterstofbom werd afgeworpen bij een verkeerde wind, dreef de radioactieve wolk tot over de grens met de Volksrepubliek China, waarna dit type bommen voortaan alleen nog werd getest op Nova Zembla. Er werden ook proeven uitgevoerd op soldaten; in 1954 werd een regiment van 45.000 soldaten kort na een ontploffing op oefening in het gebied gestuurd en 2 jaar later werden 272 parachutisten gedropt kort na een kernproef. Vrijwel allemaal stierven zij binnen enkele dagen.
Andere landen met nucleaire capaciteiten veroorzaakten soortgelijke problemen. Activisten in Algerije en Frans-Polynesië blijven Parijs de schuld geven van radioactief afval dat na tests is achtergelaten, samen met aanhoudende gevolgen voor de gezondheid. Groot-Brittannië voerde zijn eerste kernproeven uit in Australië. Een parlementaire commissie concludeerde dat ze inwoners in gevaar brachten. Groot-Brittannië verplaatste zijn tests later naar Malden Island en Kiritimati (ook bekend als Christmas Island) in de Stille Oceaan, waar Britse en Amerikaanse explosies enorme ecologische schade veroorzaakten en de gezondheid van de lokale bevolking bedreigden.
Partial Nuclear Test Ban Treaty
In 1963 verbood het Partial Nuclear Test Ban Treaty – ondertekend door de Sovjet-Unie, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en later meer dan 100 andere landen – alles behalve ondergrondse ontploffingen, maar Frankrijk en China voerden atmosferische tests uit voor meer dan een decennium daarna. China heeft een aantal tests uitgevoerd in Xinjiang, de thuisbasis van de onderdrukte Oeigoerse moslimminderheid van het land. In de Verenigde Staten kwam er begin jaren negentig een einde aan de ondergrondse tests, nadat de val van de Berlijnse muur het einde van de Koude Oorlog betekende, en andere landen volgden snel. In 1996 ondertekende president Bill Clinton het Alomvattend Kernstopverdrag, dat inmiddels door 183 andere landen is ondertekend. Hoewel de Amerikaanse Senaat later weigerde het verdrag te ratificeren, zijn er sindsdien geen bekende kernwapentests uitgevoerd door de Verenigde Staten. Ook China, India en Pakistan stopten eind jaren negentig met hun kernproeven. Maar ondertussen neemt de angst voor een heropleving toe. Noord-Korea heeft bijvoorbeeld al een handvol ondergrondse kernproeven uitgevoerd.
(kg)