Steeds meer mensen drinken hun rode wijn niet meer op kamertemperatuur maar wel gekoeld. Volgens sommeliers smaakt je glas rode wijn op die manier fijner en lekkerder. Ze raden aan om vooral jonge, fruitige wijnen even in een ijsemmer of de frigo te steken.
Witte wijn en roséwijn drink je waarschijnlijk al langer gekoeld, maar op rode wijn staat meestal dat je hem op kamertemperatuur moet drinken. Toch is dat volgens kenners niet aan te raden.
Het probleem is dat de wijnproducenten met kamertemperatuur op het etiket eigenlijk verwijzen naar honderd jaar geleden. Toen was het in huizen kouder dan nu.
18 graden …
“Als de wijnmaker de wijn maakt, dan maakt hij hem op zo’n manier dat hij het beste smaakt op 18 graden. Nu is de kamertemperatuur al snel 22 graden. Als een rode wijn op die temperatuur wordt uitgeserveerd, wordt hij alcoholischer en logger”, legt een wijnhandelaar uit in het programma Editie NL.
Als je rode wijn te warm is wanneer je hem drinkt, kan hij al na één glaasje zwaar aanvoelen. Met een koudere wijn is dat veel minder het geval.
… of 14 graden?
Hoewel rode wijn nog altijd het vaakst gewoon aan 18 graden geschonken wordt, maken sommeliers tegenwoordig hun wijn soms nog kouder. “Door wijn terug te koelen benader je veel meer de elegantie van de wijn. Vooral jonge, fruitige wijnen zijn hiervoor geschikt”, verklaart Lendl Mijnhijmer, de beste sommelier van Nederland 2018.
Om je fles rode wijn af te koelen tot 14 graden kan je hem gewoon een half uur op voorhand in de frigo leggen. Dat zou moeten volstaan om de temperatuur enkele graden te doen dalen. Als je niet direct de volledige fles uitschenkt, hou je ze aan tafel best koel in een ijsemmer.