Dinsdag kondigden de farmaceutische bedrijven Biogen en Eisai de resultaten aan van een groot onderzoek naar hun Alzheimer-geneesmiddel lecanemab. Het medicijn zou de snelheid van achteruitgang in geheugen en denken bij mensen in een vroeg stadium van de ziekte vertragen. Dat zou het het eerste middel ooit maken dat effectief een impact op Alzheimer zou hebben. En met wereldwijd 55 miljoen patiënten – elke drie seconden komt er eentje bij – zou dat een doorbraak vanjewelste zijn. Maar is dat zo?
De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie. De symptomen zijn onder meer verergering van geheugenverlies, verwarring, concentratieproblemen en taalproblemen. Al in 1906 ontdekte Alois Alzheimer dat de ziekte begint met het samenklonteren van eiwitten tussen de hersencellen. Deze ophopingen noemen we “plaques”. Wetenschappers weten inmiddels dat deze plaques worden veroorzaakt door samenklonteringen van het eiwit amyloïde.
Halverwege de jaren tachtig werden voor het eerst amyloïde-plaques uit de hersenen van een Alzheimer-patiënt geïsoleerd. Toen bleek dat de belangrijkste component in de amyloïde-plaques een klein eiwit is dat bekend staat als bèta-amyloïde. Vergelijk beta-amyloïde met cholesterol. Te veel cholesterol leidt tot hartaandoeningen, terwijl een overmatige ophoping van bèta-amyloïde een bijdragende factor is voor de ziekte van Alzheimer. Geneesmiddelen die het cholesterol verlagen, verminderen het risico op hart- en vaatziekten en hartaanvallen. Geneesmiddelen die bèta-amyloïde verlagen, is de theorie, zouden het risico kunnen verminderen en de symptomen van de ziekte van Alzheimer kunnen vertragen.
Sindsdien – we zijn nu bijna 30 jaar verder – proberen farmaceutische bedrijven een anti-amyloïde-medicijn te maken. En faalden. Twintig jaar geleden leek er een doorbraak bereikt. Bij proeven waarbij vaccinatiebewijs bèta-amyloïde in muizen werd geïnjecteerd om antilichamen tegen bèta-amyloïde te genereren werden spectaculaire resultaten gezien. Maar toen het bij mensen werd geprobeerd, leidde dat tot ernstige bijwerkingen en de proef werd in 2003 voortijdig stopgezet.
De illustere voorganger: aducanumab
Daaropvolgende onderzoeken met middelen die gedeeltelijk door Pfizer en Janssen werden ontwikkeld, gebruikten gewijzigde versies van het medicijn. Resultaten gepubliceerd in 2014 toonden een significante vermindering van bijwerkingen. Maar het vermogen om bèta-amyloïde uit de hersenen te verwijderen bleek minimaal. In 2019 kwamen het Amerikaanse Biogen en het Japanse Eisai met een andere versie, nu bekend als aducanumab. De eerste studies suggereerden dat het medicijn de bèta-amyloïdespiegels in de hersenen met succes en aanzienlijk kon verlagen. Maar in maart 2019 stopte Biogen wereldwijd alle trials met aducanumab, omdat tussentijdse data-analyses lieten zien dat het middel toch niet het gewenste effect had. Zes maanden later maakte Biogen echter bekend dat nieuwe analyses van dezelfde trials, maar met meer data, toch het gewenste resultaat lieten zien.
Patiënten die het middel toegediend kregen, lieten minder snelle achteruitgang zien dan de patiënten die een placebo kregen, vooral bij mensen die een hogere dosering van het middel kregen, claimde Biogen. Maar een andere proef toonde dat aducanumab geen effect had op het verbeteren van geheugen en gedrag. Het Europees Geneesmiddelenbureau heeft aducanumab op 16 december 2021 op de Europese markt afgewezen voor de behandeling van milde cognitieve stoornissen als gevolg van de ziekte van Alzheimer. Als belangrijkste onderbouwing voor de afwijzing noemt het Geneesmiddelenbureau dat de relatie tussen afname van amyloïd en verbetering van cognitie niet voldoende is onderbouwd.
Een ander probleem: aducanumab, of Aduhelm (de merknaam) was niet echt goedkoop. Een behandeling kostte naar schatting 60.000 euro per jaar, en de CEO van Biogen verklaarde dat ze deze prijs gedurende ten minste vier jaar zouden handhaven. De Kaiser Family Foundation (KFF) maakte een conservatieve schatting van de kosten voor Medicare, het sociaal verzekeringsprogramma van de Amerikaanse overheid. Die zouden in één jaar 29 miljard dollar bedragen. Om dat in perspectief te plaatsen: in 2019 waren de totale uitgaven voor Medicare voor alle door artsen toegediende medicijnen 37 miljard dollar. Het medicijn kreeg uiteindelijk slechts een zeer beperkte dekking door Medicare en draaide voor Biogen uit op een commerciële mislukking.
“De eerste definitief positieve grote klinische proef die toont dat je de ziekte van Alzheimer inderdaad kunt vertragen”
Maar nu is er dus lecanemab. Biogen en Eisai zeiden dinsdag dat hun nieuwe medicijn de snelheid van cognitieve achteruitgang heeft vertraagd in een groot klinisch onderzoek in een laat stadium bij patiënten met Alzheimer. Cognitieve achteruitgang in de groep vrijwilligers die lecanemab kregen, was met 27% verminderd in vergelijking met de groep die een placebo kreeg in de klinische proef, waaraan bijna 1.800 deelnemers deelnamen met milde cognitieve stoornissen of milde ziekte van Alzheimer, aldus de bedrijven.
In een briefing voor verslaggevers dinsdagavond zei Ivan Cheung, de voorzitter en chief executive van Eisai, dat de resultaten “de eerste definitief positieve grote klinische proef waren om aan te tonen dat je de ziekte van Alzheimer inderdaad kunt vertragen in dit zeer vroege symptomatische stadium.” Hij zei dat het medicijn na ongeveer zes maanden een voordeel begon te vertonen voor patiënten en dat het voordeel toenam tot het einde van de proef, 18 maanden nadat de patiënten met het medicijn begonnen. De bedrijven zijn van plan om in november meer gedetailleerde resultaten te presenteren.
Het onderzoek naar lecanemab, dat wordt toegediend via intraveneuze infusie, toonde wel dat, net als bij eerdere anti-amyloïde geneesmiddelen, sommige patiënten die lecanemab gebruikten, hersenzwellingen of hersenbloedingen kregen. Ongeveer een vijfde van de patiënten kreeg die bijwerkingen, die zichtbaar waren op PET-scans, en ongeveer 3% van die patiënten kreeg symptomatische bijwerkingen. Maar de prevalentie van deze bijwerkingen is wel een stuk lager dan bij Aduhelm en andere experimentele medicijnen.
“De vraag blijft wat mensen met de ziekte van Alzheimer er in de praktijk aan hebben”
Er zijn echter enkele kanttekeningen te maken. Het vermogen van het medicijn om cognitieve achteruitgang te vertragen – met 0,45 op een schaal van 18 punten – is op zijn best bescheiden. Het is een verschil dat patiënten in de milde vroege stadia van de ziekte wellicht niet eens zouden opmerken. Lon Schneider, directeur van het California Alzheimer’s Disease Center aan de University of Southern California, zei tegen de New York Times dat het effect “klein is en door velen niet als een minimaal klinisch belangrijk verschil zou worden beschouwd.”
Professor Yolande Pijnenburg van het Alzheimer Centrum Amsterdam bevestigt dit: “De deelnemers aan het onderzoek gingen niet vooruit, maar minder snel achteruit. De vraag blijft wat mensen met de ziekte van Alzheimer er in de praktijk aan hebben als ze iets beter scoren op zo’n test.”
Anderen zijn positiever. “Dit is een historisch moment voor onderzoek naar dementie, aangezien dit de eerste fase 3-studie is van een medicijn tegen de ziekte van Alzheimer in een generatie die de cognitieve achteruitgang met succes afremt”, zei dr. Susan Kohlhaas, onderzoeksdirecteur bij Alzheimer’s Research UK in The Guardian .
Er zullen moeilijke beslissingen moeten worden genomen
Eisai en Biogen zullen naar verwachting tegen het einde van het jaar de wettelijke goedkeuring aanvragen in de VS en Europa. Dat is een proces dat in Europa gemiddeld anderhalf jaar in beslag neemt. Indien goedgekeurd, zullen moeilijke beslissingen moeten worden genomen over het al dan niet financieren van het medicijn, waarvoor elke twee weken infusies nodig zijn, en wie ervoor in aanmerking komen omdat de klinische verbeteringen die door patiënten worden waargenomen net onder een algemeen aanvaarde benchmark vallen.
Uit de meeste recente studies blijkt dat het aantal personen met dementie in België gestegen is tot 200.000, onder wie 140.000 Alzheimerpatiënten. Voor wie in een gevorderd stadium van de ziekte van Alzheimer zit, komt dit middel te laat. Eerdere onderzoeken lieten al zien dat anti-amyloïde-medicijnen in gevorderde stadia van de ziekte geen effect meer hebben.