Twee weken ver in de “speciale militaire operatie”, en de Russische luchtmacht is amper te bespeuren in het Oekraïense luchtruim. Nochtans beschikken de Russen over relatief veel en nieuwe vliegtuigen. Wat is er aan de hand?
De Russische luchtmacht heeft de laatste jaren een transformatie ondergaan. Veel oudere vliegtuigen gingen eruit werden vervangen door splinternieuwe Mikoyan MiG’s en Sukhoi’s, waarvan de nieuwste modellen zelfs uit 2019 en 2020 dateren.
Het Russisch leger kan naar schatting rekenen op zo’n 1.500 gevechtsvliegtuigen, geschikt voor bombardementen, raketaanvallen en dog fights in de lucht. Zo’n 300 tot 350 daarvan werden in de dagen, weken, maanden voorafgaand aan de Russische invasie gesignaleerd aan de grens met Oekraïne.
De invasie begon vrij traditioneel voor hedendaagse oorlogsvoering. Kruisraketten en ballistische raketten schakelden gronddoelen, voornamelijk militaire infrastructuur en vliegvelden, uit. Het doel? De Oekraïense luchtmacht verblinden en verlammen, zodat er in de lucht niet al te veel weerstand kon zijn. De VS paste diezelfde strategie meermaals toe na de Koude Oorlog.
Volgens de geschiedenis sinds 1938, zouden hierna luchtaanvallen moeten volgen, waarbij de Russische Sukhoi Su-34’s Su-30’s, respectievelijk met geleide en ongeleide raketten, de Oekraïense militaire infrastructuur helemaal platleggen. Su-35’s en Su-30’s, vliegtuigen die multi-inzetbaar zijn, kunnen dan de overige grondtroepen een voor een uitschakelen. Deze stap bleef echter, raar maar waar, uit.
Dit heeft, twee weken na de invasie, kwalijke gevolgen voor Rusland. De Oekraïense luchtmacht werd ineens weer de mogelijkheid geboden te vliegen. De Oekraïense vliegtuigen waren regelmatig betrokken bij het neerhalen van Russische vliegtuigen (die enkelingen die zich toch boven Oekraïense grond waagden) en helikopters, waarbij ze regelmatig geassisteerd werden door luchtdoelraketten, zoals Stingers.
Ook de Russische konvooien, die tijdens hun tocht richting onder meer Kiev buiten bereik van de eigen luchtdefensie reden, waren slachtoffers van Oekraïense luchtaanvallen. Dit is ook één van de verklaringen waarom de Turkse Bayraktar TB2-drones zo’n succes hebben als “tankkillers”. Waarom Rusland de luchtmacht niet stuurt, daar hebben we het raden naar. Toch spelen er enkele mogelijke theorieën mee.
1. Geen collateral damage
In de eerste dagen van de invasie leek Rusland nog ietwat voorzichtig: het nam enkel militaire doelwitten in het vizier, en was redelijk voorzichtig met burgerdoelwitten en grootschalige bombardementen. De luchtmacht zou dan ook niet geschikt geweest zijn, aangezien het (geleide projectielen niet meegerekend) vrij moeilijk is om precies raak te schieten. Met de artilleriebeschietingen van onder meer Charkov, Marioepol en Kiev verdween deze strategie, en daarmee ook dit argument, als sneeuw voor de zon.
2. Weinig ervaring
De Russische piloot krijgt ieder jaar gemiddeld 100 tot 120 vlieguren. Bekend is dat piloten van een transportvliegtuig of helikopter meer tijd doorbrengen, waardoor het gemiddelde voor de gevechtspiloot waarschijnlijk onder de 100 uren ligt.
Ter vergelijking: piloten van de Britse Royal Air Force en de United States Air Force brengen ieder jaar 180 tot 240 uur door in de lucht. Dit wordt aangevuld met heel wat uren in flight simulators. Die piloten klagen zelfs over te weinig ervaring, dus aan Russische kant ontbreekt dit zeker. Komt daar nog bij dat verschillende vliegtuigen, zoals de Sukhoi Su-27, Su-30 en Su-35 en Mikoyan MiG-29’s, waarvan Rusland er in totaal zo’n 650 heeft, multi-inzetbaar zijn. Dit vereist in principe nog meer vlieguren, zodat de piloten in alle verschillende disciplines kunnen trainen.
3. Te weinig precisie-munitie
Rusland kampt met een tekort aan PGM’s, zogenaamde precision-guided munitions. Die worden vooral door de Su-34 gebruikt, en worden na het afschieten richting hun doel geleid. In Syrië maakt de Russische Su-34’s hier veelvuldig gebruik van, maar ook daar werden ze regelmatig uitgerust met gewone, ongeleide munitie en raketten.
De voorraad PGM’s was sowieso al beperkt, maar de Syrische oorlog heeft nog wat aan de reserves gevreten. Daardoor is bij het grootste deel van de 300 Russische jets rond Oekraïne niet de juiste munitie voorradig. Komt daar nog bij dat de piloten ook weinig ervaring hebben met deze munitie, aangezien er niet genoeg is om regelmatig schietoefeningen mee uit te voeren.
4. Geld
Gevechtsvliegtuigen zijn duur. De nieuwste versie van de Sukhoi Su-57, waarvan Rusland er drie bezit en nog 71 extra heeft besteld, kosten zo’n 100 miljoen dollar per exemplaar. Dat Rusland dus liever geen dure jets laat neerknallen, spreekt voor zich. Echter is de massaal inzet (en het verlies) van tanks, pantserwagens, artillerie, troepen en elite-parachutisten en speciale eenheden niet veel goedkoper.
Door de economische sancties die de laatste maanden werden getroffen tegen Rusland, moet het land natuurlijk enigszins voorzichtig zijn met het verlies van gevechtsvliegtuigen (lees: kapitaal), maar in ruil dan maar soldaten en tanks opofferen houdt weinig steek.
5. De echte reden
Het ontbreekt de Russische luchtmacht simpelweg aan de planningscapaciteiten om een operatie van deze schaal tot een goed eind te kunnen brengen. De piloten hebben te weinig ervaring, de luchtmacht als instituut heeft amper ervaring bij een grootschalige operatie, de coördinatie tussen de verschillende legeronderdelen in Rusland laat te wensen over.
De Russische luchtmacht kon de afgelopen jaren heel wat ervaring opdoen in de oorlog in Syrië. Daar vochten de gevechtspiloten echter vooral in kleinere groepen, vaak met maximum vier vliegtuigen samen. Zeker een combinatie tussen verschillende type vliegtuigen, werd bijna enkel gezien op vliegshows en nationale parades.
Argument 2 (hierboven) speelt zeker ook een grote rol. De NAVO-luchtmacht traint dubbel zo veel uren in de lucht, en heeft ook de beste vliegsimulators ter beschikking. Ook trainen RAF- en USAF-piloten op vliegen in barre omstandigheden en het schieten op doelwitten op de grond en in de lucht. Op dat vlak laten ze de Russische luchtmacht, die vooral navigatietraining krijgt en af en toe een schiettraining, een poepje ruiken.
Tot slot worden de Russen in Oekraïne verrast. Ze verwachtten een eenvoudige en snelle blitzkrieg, waarbij de lucht meteen na de eerste stappen op Oekraïense grond van hen zou zijn. Door de heroïsche Oekraïners, die, gesteund door westerse Stinger-luchtdoelraketten, vol overgave de strijd aangaan, is dit Rusland niet gelukt. Hoe langer het twijfelt en de luchtmacht achter de hand houdt, hoe meer westerse hulp aankomt in Oekraïne, waardoor een verovering van het luchtruim met de dag moeilijker wordt.
(lb)