Rijke mensen verbruiken meer energie en zijn daardoor verantwoordelijk voor meer uitstoot van broeikasgassen dan minder rijke mensen. En aangezien de inkomens- en vermogensongelijkheid de afgelopen 40 jaar over de hele wereld is toegenomen, hebben de rijken steeds meer geconsumeerd in verhouding tot hun aantal. De energie-ongelijkheid is toegenomen, naast de inkomensongelijkheid.

Maar de precieze aard van de relatie tussen inkomen en energie-ongelijkheid is enigszins vaag gebleven, met veel studies die binnen landen of tussen landen zijn gedaan, maar weinig studies die zijn gebaseerd op een uitgebreide wereldwijde dataset. Zonder dat brede internationale overzicht was het moeilijk om een ​​duidelijk beeld te krijgen van energie-ongelijkheid, en daarmee een effectief klimaat- en energiebeleid te ontwikkelen.

Een nieuw artikel in Nature Energy van onderzoekers van de Universiteit van Leeds heeft die leemte opgevuld, gebruikmakend van twee grote gegevensbronnen: de wereldwijde consumptiedatabank (GCD) van de Wereldbank en Eurostat-enquêtes over de gezinsbudgetten. Ze voerden die gegevens in een model in en trokken verschillende fascinerende conclusies.

Energiekloof

Kortom, naarmate mensen rijker worden, besteden ze meer aan vervoer (auto’s, boten, vliegtuigen, vakanties), een van de meest energie-intensieve consumentencategorieën. Omdat rijkere mensen zich tot energie-intensievere goederen wenden, neemt de energiekloof nog sneller toe dan de inkomenskloof.

De top 10 procent van het wereldwijde inkomensspectrum verbruikt 20 keer zoveel eindenergie als de onderste 10 procent.