De Nederlandse regering onderzoekt een controversieel plan om uitgeprocedeerde asielzoekers naar Oeganda te sturen. Het voorstel, dat financiële compensatie aan Oeganda inhoudt, is al snel onderwerp van kritiek geworden door zowel oppositiepartijen als mensenrechtenorganisaties.
De Nederlandse regering, waarin extreemrechtse partijen een belangrijke rol spelen, bekijkt de mogelijkheid om uitgeprocedeerde asielzoekers uit Afrikaanse landen over te plaatsen naar Oeganda. Dit werd aangekondigd door Reinette Klever, de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, tijdens een diplomatiek bezoek aan Oeganda. Volgens Klever staat de Oegandese regering open voor samenwerking, mits er financiële compensatie volgt.
Het plan, dat nog in de beginfase verkeert, zou gecoördineerd worden door minister van Migratie en Asiel, Marjolein Faber. Het idee is om asielzoekers, die in Nederland geen verblijfsstatus hebben gekregen, tijdelijk in Oeganda onder te brengen alvorens zij terugkeren naar hun land van herkomst. Hiermee wil de regering de instroom van migranten naar Nederland beperken.
Hoe moet het plan werken?
In het voorstel worden asielzoekers uit Afrikaanse landen, die in Nederland hun procedure hebben doorlopen maar geen verblijfsrecht hebben, naar Oeganda gestuurd. Ze zouden daar in opvangcentra verblijven, terwijl de Nederlandse overheid samen met Oeganda werkt aan hun terugkeer naar hun thuislanden.
De Nederlandse regering benadrukt dat dit plan een manier is om migratiestromen beter te reguleren en ervoor te zorgen dat mensen zonder verblijfsvergunning daadwerkelijk terugkeren. Minister Klever gaf aan dat het doel is om de illegale migratie tegen te gaan, maar concrete details over de uitvoering zijn nog niet bekendgemaakt.
Kritiek en zorgen over mensenrechten
Het plan stuit echter op forse kritiek. Oeganda is al gastland voor meer dan 1,5 miljoen vluchtelingen, vooral uit Zuid-Soedan en Congo. De leefomstandigheden in Oegandese vluchtelingenkampen worden door mensenrechtenorganisaties als problematisch beschouwd, met tekorten aan voedsel, water en medische voorzieningen.
Bovendien is er bezorgdheid over de veiligheid van kwetsbare groepen, zoals LHBTQ+-personen. Oeganda heeft strenge wetten tegen homoseksualiteit, en het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft eerder gewaarschuwd voor het gevaar van zware straffen in het land, waaronder de doodstraf.
Reacties binnen de coalitie
Binnen de regeringscoalitie verschillen de meningen. De extreemrechtse PVV van Geert Wilders, die een belangrijk deel van de coalitie vormt, ziet het plan als een manier om de druk op het Nederlandse asielsysteem te verlichten. “We moeten het aantal asielzoekers in Nederland verminderen, en dit is een praktische oplossing,” aldus Wilders.
Aan de andere kant pleit Diederik Boomsma van de Christendemocratische partij NSC voor terughoudendheid. Hij benadrukt dat de uitvoering van het plan gebonden moet zijn aan strikte mensenrechtenstandaarden. Boomsma erkende dat de reputatie van Oeganda op het gebied van mensenrechten problematisch is en dat dit de steun voor het plan kan ondermijnen.
Oppositie: “Afleidingsmanoeuvre”
De oppositie is unaniem kritisch. Jesse Klaver van GroenLinks beschreef het plan als een “afleidingsmanoeuvre” van de regering. Volgens Klaver zou de focus moeten liggen op binnenlandse problemen zoals woningnood en de toegankelijkheid van de gezondheidszorg. Hij bekritiseerde vooral de rol van de extreemrechtse ministers in het kabinet, die volgens hem symbolische politiek bedrijven in plaats van met structurele oplossingen te komen.
Ook D66 uitte hun zorgen. Zij wijzen erop dat eerdere initiatieven in Denemarken en het Verenigd Koninkrijk om migranten naar Afrika te sturen niet succesvol zijn gebleken. “Dit plan is symbolisch en onwerkbaar”, zegt een woordvoerder van de partij.