In het kort
- Californië beschouwt de filmindustrie als vanzelfsprekend, volgens Ben Affleck.
- Het huidige steunniveau van de staat is onvoldoende vergeleken met dat van andere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk.
- Andere staten en landen vormen aantrekkelijkere filmlocaties vanwege concurrerende belastingvoordelen.
Ben Affleck vindt dat Californië zijn film- en televisie-industrie als vanzelfsprekend beschouwt, meldt Deadline. Tijdens zijn toespraak op de rode loper van The Accountant 2 gaf Affleck, die niet alleen acteur maar ook producent is, kritiek op het belastingvoordelenprogramma voor film- en televisieproducties in de staat. Hij stelde dat Californische ambtenaren zelfgenoegzaam zijn geworden over het belang van deze vitale industrie.
Afflecks verklaring volgt op een recent rapport van FilmLA, waaruit blijkt dat het aantal filmdagen in Groot-Los Angeles in het eerste kwartaal van dit jaar aanzienlijk is gedaald. Deze trend roept zorgen op over de toekomst van de filmindustrie in de staat. Hoewel Affleck het voorstel van gouverneur Gavin Newsom om het belastingkrediet voor film en televisie in Californië aanzienlijk te verhogen erkende, stelde hij dat het huidige steunniveau nog steeds onvoldoende is in vergelijking met andere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk.
De concurrentie
Als voorbeeld noemde Affleck de aantrekkingskracht van het Verenigd Koninkrijk als filmlocatie voor grote producties, dankzij de concurrerende belastingvoordelen. Ook verwees hij naar andere Amerikaanse staten, zoals Georgia, New Jersey en Louisiana, die filmmakers aantrekkelijkere financiële prikkels bieden.
Afflecks opmerkingen komen op een cruciaal moment, nu de Californische wetgevende macht zich voorbereidt op de bespreking van wetsvoorstellen die gericht zijn op het verbeteren van stimuleringsmaatregelen voor filmproducties. Deze voorstellen beogen het beschikbare belastingkrediet per individueel project te verhogen en de California Film Commission meer flexibiliteit te geven bij het aanpassen van kredietpercentages, met name in economisch achtergestelde gebieden.