Films van de week: ‘Crip Camp’, over hoe mensen met een beperking zelf vochten voor hun rechten en ‘Curtiz’, een snoepje over de opnames van de klassieker ‘Casablanca’

Ook deze week hebben we onze injectie nieuwe films buiten de cinema moeten zoeken. Het voordeel is dat we nu wel bij films uitkomen waar we anders geen tijd voor zouden vinden. Deze week vonden we ons soelaas op Netflix, met de documentaire Crip Camp en de speelfilm Curtiz, een snoepje voor cinefielen.

Crip Camp: strijden voor de eigen onafhankelijkheid

Crip Camp is na het Oscarwinnende American Factory de tweede door de Obama’s mede geproduceerde documentaire die op Netflix verschijnt. Ook nu begrijpen we weer waarom, want Crip Camp heeft heel wat te vertellen over hoe we als maatschappij omgaan met mensen die ‘anders’ zijn, en over inclusie.

Het Crip Camp uit de titel heet eigenlijk Camp Jened. Het was een zomerkamp voor mensen met een beperking dat georganiseerd werd tussen 1951 en 1977 en daarna opgedoekt werd omdat er geen geld meer was. Deze film zoomt in op het jaar 1971. In dat jaar waren er immers een aantal kampeerders op Camp Jened die later een cruciale rol zouden spelen in het activisme dat mensen met een handicap gelijke rechten zou bezorgen in de Verenigde Staten met de Disability Act in 1990. Zo laat pas, inderdaad.

Netflix

De documentaire duidt een directe link aan tussen het kamp en het activisme later. Verschillende mensen getuigen over hoe ze zich in het dagdagelijkse leven altijd als “de andere zagen”. Dat niet-gehandicapte mensen personen met een beperking zagen als iemand met een ziekte en niet als een persoon. Op het kamp was het anders: de begeleiders hadden niet bepaald ervaring met het omgaan met personen met een handicap, maar net daardoor keken ze niet anders naar hen. “Bij ons mocht iedereen alles uitproberen wat ze maar wilden uitproberen”, zegt één van de begeleiders en dat staat in schril contrast met de discussie die de jongeren voeren over hoe hun ouders met hen omgaan: beschermend en overbezorgd, vooruit gedreven door angst.

Camp Jened werd daardoor vooral een gewoon jongerenkamp. Een kamp waar muziek werd gemaakt en werd gezongen. Een kamp waar ook vriendjes en vriendinnetjes werden gevonden, waar jongeren hun eerste kus beleefden. Waar ze jong mochten zijn.

Dat gevoel was van zo’n groot belang dat iedereen het erg vond om weer naar huis te moeten, de maatschappij in. Denise, één van de kampeerders, gebruikt het woord “utopia”: het was een droomwereld. Er was geen schaamte, geen gevoel er niet bij te horen. “Heilige grond” noemt Jim Lebrecht het kamp.

Netflix

Dat gevoel namen de kampeerders mee naar huis. Het gevoel van er ook mogen te zijn én vooral ook de bewustwording dat dat in de maatschappij waar ze tot op die dag in geleefd hadden niet echt kon. Het zette een activisme in gang bij de personen met een beperking, waarbij enkele van de voortrekkers een directe band hebben met Crip Camp. Ze namen het heft in eigen handen, zetten het Center For Independent Living op (dat het werk deed dat een sociaal werker eigenlijk voor hen zou moeten doen) en streden voor recht op onderwijs, toegang tot de arbeidsmarkt, publieke gebouwen, overheidsgebouwen en openbaar vervoer. Uiteindelijk werden die rechten verkregen na een lange strijd toen de Disability Act in 1990 werd ingevoerd.

Netflix

Het is mooi om te zien hoe de personen met een beperking strijden voor hun eigen leven. Voor hun onafhankelijkheid. En het is mooi om te zien hoe een ogenschijnlijk kleine goede daad – het organiseren van een zomerkamp voor enkele jongeren – hele grote gevolgen kan hebben. Gevolgen die het leven van heel veel personen met een beperking heeft veranderd.

Score: 8/10

Curtiz: sfeervol zwart-wit, een streepje jazzmuziek, kringelende sigarettenrook en ook nog wat #MeToo

Het is ons soms heel onduidelijk wat maakt dat films onze zalen halen of niet, wat maakt dat ze aandacht krijgen of niet. Neem nu Curtiz, weggestopt op Netflix om nooit meer teruggevonden te worden terwijl het in onze rangschikking van het filmjaar 2020 toch één van de betere films is.

Curtiz draait rond de Hongaarse filmregisseur Michael Curtiz die filmliefhebbers nu vooral nog kennen van Casablanca, de filmklassieker uit 1942 waarvoor hij een Oscar won. Deze film draait vooral rond het productieproces van die filmklassieker, rond de filmindustrie in volle oorlogstijd en rond de figuur Michael Curtiz.

Netflix

Michael Curtiz maakte films in Hongarije en Oostenrijk, maar bouwde nadien ook een carrière uit in Hollywood. Vanaf 1926 werd hij werkzaam bij Warner Bros in een Hollywood dat toen nog volop in het studiosysteem zat. Dat wil zeggen dat een regisseur vast aan een studio verbonden was en dus enkel voor die studio films maakte. In de 15 jaar die er tussen zijn eerste contract bij Warner Bros. en het draaien van Casablanca (1942) zaten, maakte Curtiz meer dan 60 (!) films voor Warner Bros.

Netflix

Een film was dus bandwerk, maar door de Tweede Wereldoorlog maakte Warner Bros. in dat jaar 1942 ‘amper’ 20 films. Casablanca moest dus een hit worden, maar er was meer: film was ook een milde vorm van propaganda. Zo moest Casablanca vooral hoop uitstralen en moest de nazi in de film toch vooral afgeknald worden. Om dat te bewaken hield er ook een regeringsafgevaardigde van het Bureau voor Oorlogsinformatie toezicht op de opnames.

Netflix

Dat botste natuurlijk met de artistieke ziel van Curtiz (Ferenc Lengyel) die zelf al voldoende worstelde met de opnames zonder dat er ook nog eens op zijn vingers werd gekeken. Casablanca had namelijk geen einde tot ver in de opnames, een historisch feit. De film Curtiz schetst zijn hoofdfiguur als tiran, vooral bezeten van mooie vrouwen en drank. Het hele #MeToo-gegeven komt nogal expliciet aan bod in de film, ook in de vorm van de figuur van de mysterieuze Kitty (Evelin Dobos) die nogal wat ongewenste aandacht krijgt van de regeringscommissaris.

In hoeverre het allemaal ook historisch klopt, is moeilijk na te gaan, maar dat kan ons eerlijk gezegd weinig schelen. De sfeervolle zwart-wit-fotografie, de schets van het tijdsbeeld, de degelijke performances, de sfeervolle jazzmuziek op de soundtrack en de altijd cirkelende sigarettenrook maken van Curtiz wel een erg aangename thuiszitfilm. Vooral voor de mensen die Casablanca al gezien hebben. En anders is dat de volgende activiteit om in quarantaine uit te voeren.

Score: 7/10

Meer
Lees meer...