Netflix maakte vandaag bekend dat One Piece een tweede seizoen zal krijgen. De manga waarop de serie gebaseerd is bevat echter meer dan genoeg verhalen voor nog veel meer seizoenen. Fans hopen dan ook nog lang van One Piece te kunnen genieten, en ook de producers zijn daar voorstander van. Voor hen mag de reeks nog heel lang blijven duren.
One Piece is dé hit van het moment op Netflix. Die reeks is een live-actionbewerking van de gelijknamige manga. Die Japanse graphic novel van Eiichiro Oda verscheen voor het eerst in 1997 en ondertussen zijn er al 106 volumes van uitgebracht. In totaal zijn 516,6 miljoen exemplaren verkocht van One Piece in 61 landen wereldwijd. Daarmee is het met voorsprong de populairste manga aller tijden. Die trouwe fanbase kijkt ook massaal naar de live-actionremake op Netflix, want die reeks kent een van de beste starts ooit op de streamingdienst.
Hoeveel seizoenen?
Door dat succes begonnen veel fans al snel te vragen naar een tweede seizoen. Het eerste seizoen van One Piece behandelt iets meer dan 90 hoofdstukken van de mangareeks. Ondertussen zijn er echter al meer dan 1.000 hoofdstukken, waardoor er nog genoeg content is voor minstens een tweede seizoen, en zelfs nog veel meer.
De bevestiging van dat tweede seizoen kwam er vrijdag eindelijk, maar nu rest nog de vraag hoeveel seizoenen One Piece uiteindelijk zal krijgen? “Ik denk dat als we zes seizoenen maken, we waarschijnlijk maar de helft van de hoofdstukken behandeld hebben. Ik kan makkelijk zes seizoenen maken”, zegt Becky Clements van productiebedrijf Tomorrow Studios daarover aan Deadline. Haar collega Marty Adelstein klinkt zelfs nog ambitieuzer: “We hopen op twaalf seizoenen, want er is zoveel materiaal”.
Eiichiro Oda
“We hebben met Shueisha (de uitgeverij van de manga’s, red.) en Eiichiro Oda (de schrijver van de manga’s, red.) al diepgaande gesprekken gehad over seizoen 2. Ook over het derde tot en met zesde seizoen hebben we al minder uitgebreid gesproken. Daaruit blijkt dat we hetzelfde denken over welke verhalen en personages we zeker moeten behandelen”, klinkt het verder ook nog bij Clements.