In het kort

• Mensen met de aandoening olfactorisch referentiesyndroom (ORS) zijn geobsedeerd door de overtuiging dat ze een onaangename lichaamsgeur verspreiden.
• Getroffenen kunnen zichzelf constant besnuffelen, overmatig douchen en grote hoeveelheden deodorant gebruiken.
• Effectieve behandelingen zijn onder andere cognitieve gedragstherapie en medicatie zoals antidepressiva en antipsychotica.

Hebt u ooit zo sterk geloofd dat u stonk dat het uw gedachten volledig beheerste? U bent niet de enige. Veel mensen worstelen met het olfactorisch referentiesyndroom (ORS), een aandoening waarbij de preoccupatie met lichaamsgeur een allesoverheersende obsessie wordt.

Terwijl iedereen wel eens last heeft van lichaamsgeur, wordt voor mensen met ORS de overtuiging dat ze stinken een slopende waan. Ze besnuffelen zichzelf constant, douchen overmatig en gebruiken bergen deodorant in een vergeefse poging om de ingebeelde stank te maskeren. Deze intense focus kan ertoe leiden dat ze sociale situaties volledig vermijden, uit angst voor afwijzing.

Wat is ORS?

ORS wordt vaak verkeerd gediagnosticeerd als onzekerheid of angst, maar het is een erkende psychische aandoening. Het kan gevoelens van depressie, schaamte en zelfs zelfmoordgedachten oproepen. Dit verklaarde the International OCD Foundation.

In ernstige gevallen raadplegen mensen met ORS allerlei specialisten, zoals tandartsen en dermatologen, op zoek naar een lichamelijke verklaring voor hun waargenomen geur. Deze zoektocht is vaak frustrerend en leidt zelden tot een oplossing.

Effectieve behandelingen

Gelukkig bestaan er effectieve behandelingen. Cognitieve gedragstherapie (CGT) helpt om negatieve gedachtepatronen te doorbreken. Medicatie, zoals antidepressiva en in sommige gevallen antipsychotica, kan de onderliggende psychische symptomen beheersen.