RSV slaat hard toe bij kinderen: wat is het, hoe gevaarlijk is het en waarom is het dit jaar zo erg?

Artsen op diensten intensive care in Duitsland – Europa’s best uitgebouwde met de meeste bedden per inwoner – waarschuwen dat de kinderafdelingen van ziekenhuizen in het land aan hun limiet zitten door toenemende gevallen van RSV (Respiratoir syncytieel virus). Die luchtweginfectie bij jonge kinderen treft momenteel ongemeen hard zowat heel Europa en Noord-Amerika. Ook bij ons trokken de voorbije dagen al ziekenhuizen aan de alarmbel over het stijgend aantal baby’s en kinderen met acute luchtweginfecties. Wat is RSV? Hoe gevaarlijk is het? En waarom slaat het dit jaar zo hard toe?

Bij ons veroorzaakt het virus nauwelijks sterfgevallen, maar leidt het wel tot veel opnames in de kinder-intensive care, die daardoor nog meer onder druk komt te staan. Wereldwijd is RSV de tweede doodsoorzaak bij jonge kinderen. Alleen malaria veroorzaakt nog meer kindersterfte.

Wat is RSV?

  • Het Respiratoir syncytieel virus (RSV) is een van de vele virussen die infecties van het oor, de neus, de keel en de longen veroorzaken. Het infecteert mensen van alle leeftijden en is wereldwijd te vinden.
  • Het virus wijkt af van de meeste virussen door het feit dat het gedurende de levensloop verschillende ziekte-episoden kan veroorzaken: immuniteit is niet levenslang.
  • RSV komt zoveel voor, dat ieder kind er wel een keer mee wordt besmet in de eerste levensjaren.

Wie loopt het grootste risico op RSV?

Voor volwassenen blijft RSV doorgaans bij wat we als een verkoudheid bestempelen, maar vooral bij zeer jonge kinderen is RSV een belangrijke oorzaak van longinfecties. Bij kinderen jonger dan twee jaar is het de belangrijkste reden voor ziekenhuisopnames. Premature baby’s, volwassenen ouder dan 65 jaar en mensen met chronische hart- en longaandoeningen lopen ook een groter risico op ernstige ziekteverschijnselen en ziekenhuisopname.

Waarom komt RSV dit seizoen zo vaak voor?

  • Infecties door RSV komen het hele jaar door voor, met hogere aantallen infecties in de late herfst tot het vroege voorjaar in het noordelijk halfrond. Het begin en einde van het RSV-seizoen verandert elk jaar enigszins, en de besmettingen pieken in januari en februari. Doorgaans vinden RSV-infecties plaats in cycli van twee jaar – een jaar met een groter aantal en een hogere ernst van de ziekte afgewisseld met een milder jaar.
  • De meeste kinderen hebben tegen de leeftijd van twee jaar één RSV-infectie gehad, en sommigen hebben mogelijk meer dan één infectie gehad. Helaas biedt een RSV-infectie geen langdurige immuniteit, hoewel herinfecties meestal milder zijn. Terwijl ze wel degelijk antilichamen (eiwitten die door het immuunsysteem worden gemaakt als reactie op een infectie) tegen RSV aanmaken, overleven die slechts zes tot twaalf maanden en vereisen ze een herhaalde blootstelling om hoge antilichaamniveaus te behouden.
  • Dit verklaart waarschijnlijk waarom RSV-infecties een afwisselende ernstige en milde cyclus hebben: in een slecht jaar ontwikkelen patiënten hoge niveaus van antilichamen die bescherming helpen bieden tegen een besmetting of een ernstige infectie in het volgende jaar.

Dat gezegd zijnde: veranderingen in het patroon van dit meestal winterse virus zijn zowel tijdens als sinds de pandemie waargenomen.

  • Gedurende 2020-2021 werden zeer weinig gevallen van RSV geregistreerd. Dit jaar stegen de gevallen van RSV tijdens de zomermaanden weer iets. Maar nu is er sneller dan verwacht een toename van het aantal gevallen.
  • Een deel van de reden voor deze verandering in patroon – en voor de vroege en snelle stijging van het aantal gevallen dit jaar – zijn de maatregelen die worden gebruikt om de overdracht van COVID-19 te voorkomen. Deze maatregelen – zoals het dragen van maskers en afstand houden – waren ook effectief in het verminderen van de verspreiding van andere luchtwegvirussen zoals verkoudheid, griep en RSV.
  • Maar een verminderde blootstelling aan deze virussen betekent dat de immuniteit van een kind niet op natuurlijke wijze is versterkt. Hierdoor hebben minder kinderen bescherming tegen een besmetting. Dus toen de COVID-19-beperkingen werden opgeheven en mensen zich normaal begonnen te mengen, begonnen respiratoire virussen zich weer te verspreiden, het hele jaar door.

Hoe verspreidt RSV zich? Op twee manieren:

  • Contact met een voorwerp waarop is geniest, gehoest of gekwijld of dat aangeraakt of in de mond is geweest van een ander individu dat aan RSV lijdt. De persoon, die nu ziektekiemen op zijn handen heeft, wordt ziek als hij zijn neus of mond aanraakt.
  • Het virus inademen wanneer een besmette persoon hoest of niest, binnen een meter van anderen, zonder zijn neus of mond te bedekken.

Wat zijn de symptomen van RSV?

  • Over het algemeen ontwikkelen mensen ongeveer drie tot zeven dagen na de besmetting symptomen van verkoudheid, waaronder koorts, loopneus of verstopte neus, keelpijn, hoesten en vermoeidheid. Patiënten kunnen klagen over spierpijn en hun eetlust kan afnemen. Sommigen kunnen moeite hebben met ademhalen. De symptomen van een infectie door RSV zijn dus eigenlijk identiek aan de symptomen van andere respiratoire virussen.
  • Sommige patiënten krijgen een longontsteking. Baby’s kunnen bronchiolitis ontwikkelen – een ontsteking van de zeer kleine buisjes die zuurstof naar de longen brengen. Baby’s met bronchiolitis hebben vaak een piepende ademhaling – een fluitend geluid wanneer ze uitademen. Dit fluitende geluid is soms alleen te horen met een stethoscoop, maar soms ook zonder.

Werken antibiotica of antivirale middelen?

Aangezien RSV een virus is, zal het gebruik van antibiotica niet leiden tot een verkorting van de ziekte en ook niet tot een verkorting van de periode dat zieke mensen besmettelijk zijn voor anderen. Er zijn geen antivirale middelen voor de behandeling van RSV-infecties.

En hoe zit het met een vaccin?

  • Er is veelbelovend nieuws in de ontwikkeling van vaccins om RSV te voorkomen. Pfizer heeft onlangs positieve resultaten bekendgemaakt van een fase 3 klinische studie van een enkelvoudige dosis vaccin voor zwangere vrouwen. Het vaccin bleek voor 82 procent effectief te zijn tegen een ernstige infectie door RSV in de eerste drie maanden van het leven van een baby en tot 69 procent in de eerste zes levensmaanden. Het vaccin was veilig voor zowel moeders als baby’s.
  • De Europese Unie heeft na succesvolle fase 3-onderzoeken ook een behandeling met antilichamen goedgekeurd voor gebruik bij jonge zuigelingen. Er is slechts één dosis van deze behandeling nodig om een onmiddellijke, langdurige bescherming tegen RSV te bieden.
Meer
Lees meer...