Nu er al lange tijd heel wat mensen thuis werken en via internet in contact staan met hun collega’s en baas, willen de vakbonden dat werknemers thuis het recht krijgen om niet te bereiken te zijn. Er moeten volgens de vakbonden voor telewerkers meer duidelijke afspraken zijn over wanneer de werkdag stopt en wanneer de vrije tijd begint.
Om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, zijn we in België op grote schaal beginnen telewerken. Voor de uitbraak van de coronacrisis werkte amper 7 procent van de Belgische werknemers hoofdzakelijk thuis. Nu zijn dat er veel meer. Uit een onderzoek van het Kenniscentrum Gezinswetenschappen (Hogeschool Odisee) bleek in mei trouwens dat 84 procent van de werknemers dat telewerken graag wil verderzetten.
(Aantal besmettingen blijft dalen, triest record in India.)
Geen e-mails of telefoontjes
Toch stellen de vakbonden dat het concept van telewerk in ons land niet duidelijk genoeg geregeld is. Dat zegt ACV-topman Mathieu Verjans in VTM Nieuws. Hij pleit voor “een nieuw regelgevend kader”: “Als er collectieve afspraken gemaakt worden, wordt het voor iedereen duidelijk.”
De vakbonden vinden het in de eerste plaats belangrijk dat de werknemers een recht op onbereikbaarheid krijgen. Daarmee wordt bedoeld dat er zwart op wit vastgelegd zal worden vanaf wanneer werknemers geen telefoontjes of e-mails hoeven te beantwoorden.
(Afstand tussen bubbels bij culturele voorstellingen verkleind naar één meter.)
Frankrijk
In Frankrijk is er al een gelijkaardige regeling van kracht, een droit à la déconnexion. Franse bedrijven zijn verplicht om officieel aan te geven vanaf wanneer en op welke manier werknemers onbereikbaar mogen zijn. Op Europees vlak waren heel wat vakbonden en werkgeversorganisaties al voorstander van het principe. Ook een aantal invloedrijke, grote bedrijven voerden het principe op eigen initiatief in, waaronder de Duitse wagenfabrikant BMW.
(Scholen moeten ramen en deuren wijd open zetten.)
“Mogelijkheden in Belgisch arbeidsrecht”
Kris De Schutter, advocaat gespecialiseerd in arbeidsrecht, zegt in de krant De Tijd dat het Belgische arbeidsrecht mogelijkheden schept om het principe van recht op onbereikbaarheid ook hier in te voeren.
Zo bestaat er momenteel al een verplichting om de work-life-balance te respecteren. Daarvoor moeten werkgevers met hun personeel in overleg gaan in het Comité voor Bescherming en Preventie op het Werk. Elk bedrijf met minstens 50 werknemers moet zo’n comité hebben.
Verder kunnen bedrijven van hun personeel niet eisen dat ze 24 uur op 24 of 7 dagen op 7 beschikbaar zijn. Als bedrijven dat toch eisen, kunnen werknemers hen voor de rechter slepen en krijgen de bedrijven wellicht boetes opgelegd. Behoorlijk overleg met wederzijds respect lijkt dus essentieel.