Het virtuele museum van Vlaanderen, FAAM, bestaat morgen precies één jaar. Met ruim 415.000 bezoeken in het eerste jaar heeft het digitale erfgoedplatform zich meteen stevig gepositioneerd tussen de grote musea in Vlaanderen.
FAAM (Flanders All Around Museum) werd op 12 maart 2024 gelanceerd als initiatief van de vorige Vlaamse regering. Het museum biedt bezoekers de mogelijkheid om Vlaamse geschiedenis en erfgoed interactief te ontdekken, zowel via de website als een speciale app.
Uit cijfers opgevraagd door Vlaams Parlementslid Gijs Degrande (N-VA) blijkt dat het virtuele museum 366.942 unieke bezoekers trok, die samen goed waren voor 415.908 bezoeken. De bezoekers bekeken in totaal meer dan 1,7 miljoen pagina’s, met een gemiddelde van 1.057 bezoekers per dag. De bijbehorende app werd 10.913 keer gedownload.
Vergelijking met fysieke musea
“Als we naar de jaarcijfers van verschillende musea in Vlaanderen kijken, kunnen we vaststellen dat FAAM het zeer goed doet”, zegt Degrande in een persbericht. “Enkel het KMSKA deed het beter met meer dan 500.000 bezoekers.”
Het virtuele museum laat diverse gevestigde instellingen achter zich. Het MSK in Gent trok 122.954 bezoekers. Het Belfort in Brugge ontving 216.000 mensen en Bozar in Brussel verwelkomde 328.036 bezoekers.
Toekomstplannen
De evaluatie van het eerste jaar FAAM loopt nog, maar de eerste cijfers tonen een positieve trend. Op 19 maart vindt een trefdag plaats waar de erfgoedsector de toekomst van het virtuele museum zal bespreken.
De nieuwe versie focust op betere gebruikersbinding met nieuwsbrieven, een beloningssysteem en een nieuwe speelmodule. Tegen eind 2025 zal het museum ook in het Engels beschikbaar zijn.
Voor de verdere beheer wordt gekeken naar een overdracht naar externe partners. Meemoo vzw en Publiq vzw hebben hun intentie bevestigd om hiervoor een gezamenlijk dossier in te dienen. “Het museum is duidelijk stevig uit de startblokken geschoten”, besluit Degrande. “Het is nu zaak om deze succesformule ook in de toekomst verder te laten doorgroeien, zowel wat betreft de inhoud als op vlak van beleving voor de gebruikers.”