Meer dan de helft van de gedomesticeerde honden en katten in ons land zijn te zwaar. Deze huisdieren zouden dringend op dieet moeten gaan. Niet alle baasjes blijken de ernst van de situatie te beseffen, al kunnen de gevolgen groter zijn dan we denken.
Anders dan bij mensen wordt zwaarlijvigheid bij dieren uitgedrukt met een body condition score (BCS). Die gaat van 1 tot 9. Dieren, die tussen 4 en 5 scoren, hebben een normaal gewicht. 6 of 7 betekent zwaarlijvigheid en 8 of 9 is obees. Wanneer een dier een punt meer heeft op de schaal betekent dat een toename van 10 à 15 procent extra lichaamsgewicht.
Stijging in vijf jaar
In België blijkt 54 procent van de honden te zwaar en bijna 51 procent van de katten. Dat melden onder meer de Mediahuis-kranten. Het gaat om een kwalijke evolutie. Zo laten 100 Belgische dierenartsen in een bevraging van diervoedermerk Royal Canin weten nu 55 procent meer dikke katten in hun praktijk te ontvangen dan vijf jaar geleden.
Een gemiddelde kat weegt 3 à 4 kilogram, een gecastreerde kater tot 5 kilogram. De soorten, die het makkelijkst overgewicht ontwikkelen, zijn de Britse korthaar en de Perzische kat. Bij honden zijn dat vooral labradors, beagles en chihuahuas.
Belang van preventie
Professor dierenvoeding Myriam Hesta (UGent) benadrukt dat preventie cruciaal is: “Dieren met overgewicht leven minder lang en er zijn ook tal van gezondheidskwalen.”
Bij honden gaat het dan vooral om ontstekingen aan de gewrichten waardoor bewegen moeilijker wordt. Katten zijn dan weer meer vatbaar voor stofwisselingsproblemen zoals diabetes type 2.
Weinig bewustzijn bij baasjes
De resultaten liegen er niet om. Toch zijn weinig baasjes zich bewust van het (groeiende) probleem. Amper een kwart van hen beseft dat hun huisdier te dik is. Een minderheid van hen (43 procent van de hondeneigenaars en 37 procent van de katteneigenaars) wil bovendien hun huisdier helpen om af te vallen. De rest heeft helemaal geen plannen.