Na een periode van prijsdalingen trekken de eierprijzen in de Europese Unie opnieuw aan. Volgens cijfers van Eurostat lagen de prijzen in maart 2025 gemiddeld 6,7 procent hoger dan een jaar eerder. Toch lijkt het ergste prijsgeweld achter de rug.

Hoewel de gemiddelde stijging binnen de EU relatief beperkt bleef, zijn er grote verschillen tussen lidstaten. In Tsjechië stegen de eierprijzen het sterkst, met een forse toename van maar liefst 46 procent in vergelijking met maart 2024. Ook Slowakije (+29,8 procent) en Hongarije (+26,1 procent) kenden stevige prijsstijgingen.

Deze hoge inflatiecijfers kunnen te maken hebben met lokale productiekosten, tekorten of logistieke problemen. Eurostat gaf echter geen specifieke oorzaak voor de uitschieters in deze landen.

Nederland en Luxemburg zien prijzen dalen

Niet overal werd de consument geconfronteerd met duurdere eieren. In Nederland daalden de prijzen zelfs met 3,6 procent op jaarbasis. Ook in Luxemburg (-3,2 procent) en Griekenland (-2,0 procent) werden eieren iets goedkoper.

Deze dalingen zijn opvallend, zeker gezien de algemene trend van stijgende voedselprijzen in Europa. Ze kunnen wijzen op een betere balans tussen vraag en aanbod of lagere productiekosten in die landen.

Voorzichtig herstel na dalend prijsjaar

De huidige stijging in 2025 volgt op een opvallend zwak eierjaar in 2024. Toen kenden tien van de twaalf maanden een daling van de eierprijzen in vergelijking met 2023. Maar het herstel verloopt voorlopig gematigder dan in de jaren ervoor.

In januari 2025 lagen de prijzen 3,4 procent hoger dan een jaar eerder, en in februari ging het om een stijging van 4,1 procent. Daarmee blijft de huidige inflatie ver onder de piek van februari 2023, toen de prijzen met een spectaculaire 31,2 procent stegen ten opzichte van het jaar daarvoor.