De Britse variant van het coronavirus blijft in ons land steeds meer terrein winnen. Toch gaat dat trager dan aanvankelijk verwacht. Dat zei viroloog Steven Van Gucht op de persconferentie van het Crisiscentrum.
Het gezondheidsinstituut Sciensano houdt in België bij hoe vaak welke variant van het nieuwe coronavirus SARS-CoV-2 voorkomt. Dat gebeurt op basis van steekproeven waarbij aan genoomsequentie gedaan wordt van afgenomen coronatesten.
Lees ook: Deze symptomen wijzen op besmettelijkere Britse variant van coronavirus
Op die manier kunnen ze zien of er nieuwe varianten opduiken en welke varianten het vaakst voorkomen. Zo is op die manier deze week voor het eerst officieel de Braziliaanse variant van het coronavirus geregistreerd.
Britse variant
De Britse variant is op dit moment – van de nieuwere mutaties – wel nog steeds de meest voorkomende, goed voor zo’n 37 procent van de besmettingen. Dat is een lichte stijging in vergelijking met een week geleden.
Toch is ze voorlopig nog altijd niet dominant in ons land, iets wat nochtans wel verwacht was. “De opmars gaat iets trager. Initieel dachten we dat de Britse variant eind februari dominant zou zijn. Nu zou het kunnen dat die in de loop van maart dominant wordt”, zei Steven Van Gucht daarover op de persconferentie.
Toch is dat geen reden om ons overdreven ongerust te maken volgens de viroloog. “Met de maatregelen die we nu hebben, kunnen we ook deze variant onder controle houden”, voegt hij eraan toe.
Dodelijker?
Over de verhalen dat de Britse variant dodelijker zou zijn, heeft Van Gucht dan ook zijn twijfels. “Dat gaat om voorbarige gegevens uit het Verenigd Koninkrijk. De Engelsen hebben er zelf nog veel vragen bij. Ze hebben een grote piek achter de rug en dan zijn de zorgen minder optimaal, dus dan sterven er meer mensen. We mogen dat op dit moment niet als feit aannemen”, besluit hij.