In het kort
- Het hoofd van de International Air Transport Association (IATA) voorspelt een einde aan de beperkingen op vloeistoffen en gels in handbagage.
- Veiligheidsvoorschriften die verpakkingen met vloeistoffen beperken tot 100 milliliter werden in augustus 2006 ingevoerd na verijdelde pogingen om trans-Atlantische vluchten aan te vallen.
- Scanners zijn nu geavanceerd genoeg om gevaarlijke materialen te detecteren, wat zou kunnen leiden tot het opheffen van de beperkingen voor vloeistoffen.
De mogelijkheid dat er een einde komt aan de beperkingen op vloeistoffen en gels in handbagage ligt in het verschiet. Deze voorspelling komt van Willie Walsh, het hoofd van de International Air Transport Association (IATA).
Deze veiligheidsvoorschriften werden in augustus 2006 ingevoerd na een reeks verijdelde pogingen om trans-Atlantische vluchten aan te vallen. In Groot-Brittannië werden 24 personen gearresteerd in verband met deze complotten. Sindsdien mogen passagiers alleen verpakkingen bij zich hebben met niet meer dan 100 milliliter vloeistof of gel, met een totale limiet van één liter per passagier. Deze verpakkingen moeten in een doorzichtige plastic zak worden gedaan en moeten vaak bij veiligheidscontroles uit de handbagage worden gehaald.
Invoering
Het doel van deze beperkingen was om te voorkomen dat criminelen of terroristen explosieven aan boord van vliegtuigen zouden smokkelen. Maar volgens Walsh zijn scanners nu geavanceerd genoeg om gevaarlijke materialen te detecteren. Dat zei hij op een IATA persconferentie in Genève, Zwitserland. Hij gaf aan dat er aanwijzingen zijn dat de vloeistofbeperkingen uiteindelijk zullen worden opgeheven. Wanneer dat het geval zal zijn, is niet bekend.