In het kort
- Jongeren brengen gemiddeld meer dan zeven uur per dag door achter een scherm.
- Ouders vormen steungroepen en worden zich steeds bewuster van het probleem, terwijl deskundigen oproepen tot strengere regelgeving voor digitale platforms.
- Europese landen nemen maatregelen om minderjarigen te beschermen tegen schermverslaving, zoals het invoeren van telefoonverboden en het instellen van strengere digitale pauzes op scholen.
Het buitensporige gebruik van digitale apparaten door jongeren is in heel Europa een groeiend probleem, wat heeft geleid tot discussies over hoe minderjarigen het best beschermd kunnen worden tegen schermverslaving, meldt Euronews.
Terwijl tieners wereldwijd gemiddeld meer dan zeven uur per dag achter een scherm doorbrengen, nemen de zorgen toe over de impact op de hersenontwikkeling bij kinderen jonger dan drie jaar en het verhoogde risico op suïcidaal gedrag bij kinderen tussen de 9 en 11 jaar.
Regelgeving
Om deze problemen aan te pakken, heeft de Europese Unie de Digital Services Act ingevoerd, een reeks regels die bedoeld zijn om een veiligere online omgeving voor alle gebruikers te creëren. Individuele landen nemen echter ook eigen maatregelen. In Frankrijk heeft een smartphoneverbod op scholen – dat grotendeels niet wordt gehandhaafd – sommige instellingen ertoe aangezet om strengere initiatieven te testen.
De openbare school Marcel Pagnol is hiervan een voorbeeld en heeft een “digitale pauze” ingevoerd. Jongere leerlingen moeten hun telefoon bij binnenkomst afgeven, terwijl oudere leerlingen hun toestel tijdens schooltijd niet mogen gebruiken. Dit initiatief is breed geaccepteerd onder de leerlingen en zou het aantal gevallen van cyberpesten hebben verminderd.
Parentale betrokkenheid
Ouders nemen ook proactieve stappen in de strijd tegen schermverslaving door steungroepen op te richten en meer aandacht te vragen voor het probleem. Deskundigen pleiten voor strengere regelgeving voor digitale platforms en dringen aan op een verbod op verslavende algoritmen die inspelen op menselijke kwetsbaarheden. De centrale vraag blijft: Zullen techgiganten het geestelijk welzijn van jonge gebruikers boven hun winstmarges stellen?