De deelname van Israël blijft hét discussiepunt van het Eurovisiesongfestival. Israël werd tweede op het 69ste Songfestival, maar de vraag tot uitsluiting wordt steeds luider. De Spaanse openbare omroep RTVE was al langer kritisch, maar nu mengt ook de Spaanse premier Pedro Sánchez zich in de discussie. Hij windt er geen doekjes om en vraagt de uitsluiting van Israël.
De Spaanse premier Pedro Sánchez heeft tijdens een persconferentie over de Spaanse culturele en creatieve sector opgeroepen tot de uitsluiting van Israël op het Eurovisiesongfestival. “Als Rusland het bevel kreeg om niet te mogen deelnemen, dan zou Israël ook niet mogen deelnemen. We kunnen geen dubbele maatstaven in de samenleving toestaan”, klonk het.
Uitsluiting Israël
De Spaans premier Sánchez vindt dus dat Israël op dezelfde manier behandeld moet worden als Rusland, dat in 2022 uit het Eurovisiesongfestival werd gezet. Daarbij benadrukte hij ook dat Spanje zich “moet blijven inzetten voor het internationale recht en de mensenrechten”.
De Spaanse openbare omroep RTVE riep meteen na de finale van het Eurovisiesongfestival al op tot een onderzoek naar de televoting. Ze stelden zich daarbij vooral vragen over hoe het kon dat Israël het maximum kreeg van de Spaanse televotepunten, terwijl er in het land veel kritiek was over de deelname van Israël.
De RTVE kreeg na de tweede halve finale ook een klacht van Israël omdat de commentatoren bij de aankondiging van de Israëlische act spraken over de situatie in Gaza. Israël diende klacht in bij de EBU, waarna de EBU een verbod gaf aan de RTVE om over Gaza te spreken. De Spaanse openbare omroep ging hier echter niet akkoord mee en zond voor aanvang van de finale een pancarte uit met daarop: “Wanneer mensenrechten op het spel staat, is zwijgen geen optie. Vrede en rechtvaardigheid voor Palestina.”
De VRT deelde eerder vandaag ook al een statement waarin het vroeg om ernstige antwoorden van de EBU. Als die er niet komen, dreigt VRT ermee om uit de wedstrijd te stappen.