Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) wil het remgeld voor medicijnen fors optrekken. In ruil komt er een uitbreiding van de maximumfactuur, zodat mensen met een laag inkomen niet uit de boot vallen. Zijn plan moet de overconsumptie van geneesmiddelen tegengaan en het gezondheidsbudget onder controle houden.
Volgens een wetsvoorstel, dat De Morgen kon inkijken, wil Vandenbroucke het minimale remgeld verhogen naar minstens 1 euro voor patiënten met een verhoogde tegemoetkoming en 2 euro voor alle anderen. Nu betalen sommige patiënten zelfs helemaal geen remgeld voor bepaalde geneesmiddelen.
Daarnaast zouden ook bepaalde courante medicijnen minder terugbetaald worden. Het gaat onder meer om maagzuurremmers, zoals Pantomed, en cholesterolverlagers. Die worden massaal voorgeschreven in België, terwijl ze niet altijd strikt noodzakelijk zijn.
Zo zou het remgeld voor een pakje Pantomed 40 mg (56 stuks) stijgen van 4,7 euro naar 15,2 euro. Voor cholesterolverlagers zou een gelijkaardige verhoging gelden. Geneesmiddelen die als levensnoodzakelijk worden beschouwd, blijven buiten schot.
Besparen op overconsumptie
De geplande maatregel moet vooral de overconsumptie van medicijnen aanpakken. Jaarlijks stijgen de uitgaven aan geneesmiddelen met 7 à 8 procent, wat een steeds grotere druk zet op het gezondheidsbudget.
Volgens Thierry Christiaens, professor emeritus aan de UGent en voorzitter van het Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie, is het duidelijk dat er te veel medicatie wordt genomen in België. Toch plaatst hij vraagtekens bij het effect van zo’n prijsverhoging. “Het is nooit echt bewezen dat dit werkt, behalve bij mensen die het financieel al moeilijk hebben”, zegt hij.
Vandenbroucke wil met het plan een duidelijke uitgavenlimiet opleggen: maximum 17 procent van het gezondheidsbudget mag naar geneesmiddelen gaan. Dat moet tegen 2026 een besparing van 432 miljoen euro opleveren.
