Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) voert een minimumbijdrage in voor medicijnen. Die beslissing maakt deel uit van een besparingsplan van 907 miljoen euro voor de gezondheidszorg. Gewone patiënten zullen voortaan minstens 2 euro betalen per doosje medicijnen, voor wie recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming is dat 1 euro.

Vandenbroucke werkt al langer aan een ingrijpend besparingsplan voor de gezondheidszorg, met als doel het systeem ook in de toekomst betaalbaar te houden. Volgens een document dat de zakenkrant L’Echo kon inkijken, wil de minister in totaal 907 miljoen euro besparen op een gezondheidsbudget van 41,5 miljard euro.

Daarbij wordt geen enkel taboe uit de weg gegaan. Eerder liet Vandenbroucke al verstaan dat onder meer het remgeld voor medicijnen onder de loep zou worden genomen.

Minimumbijdrage voor medicijnen

Een opvallende maatregel in het plan is de invoering van een minimumbedrag – dat de regering omschrijft als een “sociale bijdrage” – per doosje medicatie. Concreet betekent dat dat patiënten voortaan minstens 2 euro zullen moeten betalen per doosje. Voor mensen met een verhoogde tegemoetkoming is dat bedrag beperkt tot 1 euro.

Op dit moment is het nog mogelijk dat sommige medicijnen volledig gratis zijn voor bepaalde patiënten, bijvoorbeeld door cumulatie van tegemoetkomingen. Dat verandert dus met deze maatregel.

Stijgende kostprijs door nieuwe medicijnen

Volgens Vandenbroucke is de maatregel nodig om de snel stijgende geneesmiddelenfactuur in te dijken. “Er komen almaar meer innovatieve en dure medicijnen bij. Zonder ingrijpen zou de factuur voor geneesmiddelen de komende jaren met 25 procent stijgen”, klinkt het.

De invoering van de minimumbijdrage moet dan ook helpen om ongeveer de helft van de geplande besparing – zo’n 450 miljoen euro – te realiseren. Het overige deel zal via andere hervormingen in de terugbetaling van geneesmiddelen worden gehaald.