Martin Scorsese legt uit waarom hij de Marvel-films “geen cinema” vindt

Topregisseur en Hollywood-zwaargewicht Martin Scorsese legt uit waarom hij begin oktober zei dat de Marvel-films “geen cinema” zijn. In een opiniestuk in de Amerikaanse krant The New York Times legt Scorsese nu uit waarom hij die uitspraak deed. Zijn nieuwe film The Irishman verschijnt op 27 november op Netflix.

“Toen ik begin oktober in Engeland was, gaf ik een interview aan het magazine Empire”, schrijft Scorsese in zijn opiniestuk. “Ik kreeg een vraag over Marvel-films. Ik zei dat ik geprobeerd had een paar te zien en dat ze niets voor mij zijn. Dat ze meer weg hebben van pretparken dan van de films die ik al mijn hele leven ken en liefheb, en dat ik uiteindelijk vind dat ze geen cinema zijn.”

Geen excuses

epa

“Sommige mensen focusten op het laatste deel van mijn antwoord. Ze vonden het beledigend, of zagen er bewijs in van mijn haat voor Marvel. Als je mijn woorden op die manier wilt interpreteren, dan kan ik daar niets aan doen.”

“Veel franchisefilms worden gemaakt door mensen met groot talent en vakmanschap. Dat zie je op het scherm. Het feit dat de films me niet interesseren is een kwestie van persoonlijke smaak en temperament. Als ik later geboren was, dan was ik er misschien ook enthousiast over geweest en had ik misschien zelf zulke films willen maken. Maar ik ben nu eenmaal opgegroeid in een ander tijdvak en ontwikkelde een gevoel voor films – en voor wat ze waren en konden zijn – dat even ver van het Marvel-universum staat als de aarde van Alpha Centauri.”

Nadruk op kunst

“Voor mij, voor de filmmakers die ik ging waarderen en koesteren, voor mijn vrienden die samen met mij films begonnen te maken, draaide cinema rond openbaring – esthetische, emotionele en spirituele openbaring. Het draaide om personages – de complexiteit van mensen en hun tegenstrijdige en soms paradoxale persoonlijkheid, de manier waarop ze elkaar pijn doen en tegelijk liefhebben en plotseling oog in oog met zichzelf staan.”

“Het draaide om de confrontatie met het onverwachte op het scherm en in het leven, dat cinema dramatiseerde en interpreteerde, en om de verruiming van wat mogelijk was in de kunstvorm.”

“Dat was cruciaal voor ons: het was een kunstvorm. Er was discussie over, en wij vonden dat de cinema evenwaardig was aan literatuur, muziek of dans. En we kwamen tot het inzicht dat de kunst op veel plaatsen en in veel vormen tot uiting kwam, van The Steel Helmet van Sam Fuller tot The Killers van Don Siegel.”

Hitchcock als groot voorbeeld 

“Of in de films van Alfred Hitchcock. Je zou kunnen zeggen dat Hitchcock een franchise op zich was. Of dat hij onze franchise was. Elke nieuwe Hitchcock was een gebeurtenis. In een volgepakte oude bioscoop Rear Window zien, was een buitengewone ervaring. De opwinding ontstond door de chemie tussen het publiek en de film zelf.”

“In zeker opzicht waren Hitchcock-films zoals pretparken. Ik denk aan Strangers on a Train, waarin de climax plaatsvindt op een draaimolen in een echt attractiepark, en aan Psycho, die ik om middernacht op de openingsdag zag, een ervaring die ik nooit zal vergeten. De mensen gingen die films kijken om verrast en de stuipen op het lijf gejaagd te worden, en ze werden niet teleurgesteld.”

“Zestig of zeventig jaar later kijken we nog altijd met verwondering naar die films. Maar is dat vanwege de suspense en de opwinding? Dat denk ik niet. De spanningsopbouw in North by Northwest is verbluffend, maar zou niets meer dan een opeenvolging van dynamische en elegante composities en montages zijn zonder de pijnlijke emoties in het hart van het verhaal of de absolute radeloosheid van het personage van Cary Grant.”

Marvel versus kunst

epa

“Veel van de elementen die voor mij cinema tot cinema maken zijn aanwezig in Marvel-films. Wat ontbreekt zijn openbaring, mysterie en waarachtig emotioneel gevaar. Er wordt niets op het spel gezet. De films worden gemaakt om tegemoet te komen aan een specifiek eisenpakket en zijn opgevat als variaties op een eindig aantal thema’s.”

“In naam zijn het sequels, maar naar de geest zijn het remakes. Alles ligt vast omdat het niet anders kan. Zo werken moderne filmfranchises: marktonderzoek, getest bij publiek, gekeurd, aangepast, opnieuw gekeurd en heraangepast, tot ze klaar zijn voor consumptie.”

“Ze zijn alles wat films van Paul Thomas Anderson, Claire Denis, Spike Lee, Ari Aster, Kathryn Bigelow en Wes Anderson niet zijn. Als ik een film van zulke filmmakers bekijk, dan weet ik dat ik iets totaal nieuws ga zien, en dat ik meegenomen word naar onverwachte en misschien zelfs ongekende ervaringszones. Mijn gevoel van wat mogelijk is in het vertellen van verhalen aan de hand van bewegende beelden zal verruimd worden.”

“Kunnen de twee niet naast elkaar bestaan? Dat is het probleem. Op veel plekken in de wereld wordt alleen aan franchisefilms gedacht voor het grote scherm. Er zijn nooit minder onafhankelijke bioscopen geweest. Voor de kunstvorm die film is zijn de tijden nooit zo bar en vijandig geweest. Ik word verschrikkelijk droevig als ik die woorden opschrijf.”

Meer
Lees meer...