Na het grote succes van Game of Thrones stond House of the Dragon voor de moeite taak om de HBO-reeks op te volgen. Toch is er volgens schrijver George R.R. Martin, op wiens boeken beide reeksen gebaseerd zijn, een heel groot verschil.

Game of Thrones ging in 2011 van start en eindigde in 2019 na acht seizoenen. Vooral dat laatste seizoen in zeer omstreden omdat de verhaallijn ineens een stuk sneller dan we gewoon waren en de gebeurtenissen ook niet helemaal waren zoals veel kijkers het gehoopt hadden. Dat zou onder andere het geval geweest zijn omdat het laatste seizoen niet veel meer te maken had met de verhalen van George R.R. Martin. Die moet zijn laatste twee boeken, of een totaal van zeven boeken, in de boekenreeks A Song of Ice and Fire namelijk nog schrijven.

Fire & Blood

Na Game of Thrones kwam HBO in 2022 als eerste spin-off met House of the Dragon. Het tweede seizoen daarvan is volop in de maak en zou in 2024 verschijnen. Hier was het bronmateriaal het boek Fire & Blood.

“Fiee & Blood is helemaal anders dan de boeken die als bronmateriaal dienden voor Game of Thrones. Daarvoor waren er namelijk vijf verhalen met volledig uitgewerkte personages, dialogen, scènes en nog veel meer”, zegt GRRM daarover aan Deadline. “Fire & Blood is gewoon een fictief geschiedenisboek die een algemeen beeld schetst. Soms bevat het een korte dialoog, maar meestal is het gewoon de geschiedenis.”

Ryan Condal

“Zoals algemeen beeld kan je niet tonen op televisie, daardoor moest alles voor House of the Dragon nog volledig ingevuld worden. Op dat vlak hebben (showrunner, red.) Ryan Condal en zijn schrijversteam fantastisch werk geleverd. In Fire & Blood wordt bijvoorbeeld vermeld dat Aemma Arryn sterft tijdens de bevalling en dat haar zoon de volgende dag sterft. Er is niets over de meest gruwelijke bevallingsscène die ooit op televisie is vertoond. Dat is een ongelooflijk krachtige scène die alleen mijn samenvatting, één regel, niet zou hebben overgebracht”, besluit George R.R. Martin.