Klimaatkettingreactie: voor het eerst aangetoond dat bosbranden voor extreem weer zorgen tot meer dan 2.000 kilometer van waar vuur woedt

Voor het eerst is aangetoond dat grote bosbranden extreem weer kunnen veroorzaken tot honderden kilometers van waar het vuur woedt. Een nieuwe studie koppelt voor het eerst extreme hagel, gevaarlijke regenstormen en overstromingen die ze veroorzaken aan de toenemende intensiteit van bosbranden. De impact van de branden verhoogde het risico op zware regenval tot meer dan 2.000 kilomters verderop met 38 procent. Hagelbuien, met hagelstenen groter dan vijf centimeter, kwamen 34 procent vaker voor.

De vaststelling is van groot belang omdat tegen 2030 een stijging van 14 procent wordt voorspeld in het aantal grote natuurbranden en tegen 2050 is dat zelfs 30 procent. De escalerende klimaatcrisis en veranderingen in landgebruik zorgen voor een wereldwijde toename van extreme bosbranden. Bosbranden met verwoestende gevolgen zoals in Californië, Canada, Australië, het Middellandse Zeebekken en Siberië de jongste jaren, zullen tegen het einde van de eeuw 50 procent vaker voorkomen, en niet alleen in die gebieden: wetenschappers waarschuwen voor oncontroleerbare branden die voorheen onaangetaste delen van de planeet verwoesten.

Dramatische verschillen

Naarmate de bosbranden de afgelopen jaren zijn toegenomen, zijn wetenschappers begonnen met het catalogiseren van de manieren waarop de vuurhaarden het weer beïnvloeden. Ze ontdekten al dat rookpluimen die de hogere atmosfeer bereiken, de temperatuur over enorme gebieden kunnen beïnvloeden. De enorme bosbranden van 2019 en 2020 in Australië spuwden bijvoorbeeld zoveel rook tot in de stratosfeer dat het inkomend zonlicht werd geblokkeerd, wat zorgde voor lagere temperaturen op het zuidelijk halfrond.

De nieuwe studie van het US Department of Energy is echter de eerste die grote bosbranden koppelt aan extreem weer tot meer dan 2.000 kilometer van waar het vuur woedt. Het team bestudeerde hoe de hitte en deeltjes die door bosbranden in de lucht vrijkomen, weerspatronen elders beïnvloeden. Naarmate het vuurseizoen in het Amerikaanse westen langer duurt, vallen grote branden steeds vaker samen met stormformaties in andere staten, zo bleek uit het onderzoek.

De verschillen waren dramatisch: de impact van de branden verhoogde het risico op zware regenval – meer dan twee centimeter regen in een uur – met 38 procent. Hagelbuien, met hagelstenen groter dan vijf centimeter, kwamen 34 procent vaker voor.

Hoe? Wind en as

De bosbranden zorgen voor een extra-hogedrukgebied rond de bosbranden – waarschijnlijk beïnvloed door enorme uitstoot van warmte en gassen. De extra hoge druk in het westen versterkte de wind die naar het oosten stroomde. En terwijl de luchtvochtigheid vlak bij de vuurhaard laag was, bleek die snel toe te nemen naarmate de wind de lucht verder naar het oosten voerde. Extra natte lucht en harde wind zijn beide belangrijke ingrediënten van zware onweersbuien.

Bovendien dreef een deken van as en andere stofdeeltjes met de wind mee het stormgebied in. Water condenseert gemakkelijker in de lucht als het iets heeft om zich aan vast te houden: meer deeltjes bieden meer kansen om zich te hechten. En als die deeltjes in een sterke opwaartse luchtstroom worden gezogen en in de steeds koudere lucht erboven belanden, hebben ze meer kans om hagel te vormen – en grotere hagelstenen.

(mah)

Meer
Lees meer...